
il ' il :
te
. ■
innering te worden gebracht. Suikerriet wordt wel is waar ook
op Borneo, Celebes en andere eilanden verbouwd, maar voor de
industrie en den wereldhandel heeft het daar nog geen beteekenis.
Aan geschikte gronden kan intusschen nergens gebrek zijn ;
de bezwaren tegen invoering of uitbreiding van de suikercul-
tu u r kunnen alleen gezocht worden in de arbeidsquaestie op de
buitenbezittingen en, voor deze en sommige streken van Java,
in de gebrekkige gemeenschapsmiddelen, welke den gereeden
en onkostbaren aan en afvoer van materialen en producten
nog belemmeren.
De suikerindustrie op Java dagteekent van het begin der
17® eeuw. Toen, en waarschijnlijk reeds vroeger, tro f men
haa r uitsluitend in de Ommelanden van Batavia, ’tvoormalig
Jacatra, van waar ze zich geleidelijk West- en voornamelijk
Oostwaarts uitbreidde, langen tijd alleen door Chineezen. Tot
aan het einde der 18® eeuw was ze aan de willekeurige en
baatzuchtige handelspolitiek der 0 .1 . Compagnie onderworpen.
De eigenaardige manier waarop deze den handel en de nijverheid
in de landen, waar ze door verovering of trak ta ten
vasten voet won, heette te beschermen, hield nauw verband
met hare eigen handelsspeculatien. Naar gelang van omstandigheden
dwong ze tot beperking of uitbreiding, bepaalde ze
eigenmächtig de prijzen voor de suiker die de fabrikanten
aan haar leveren moesten en tra ch tte ze door allerlei maatregelen
de in naam vrije nijverheid aan hare belangen dienst-
baar te maken, daarbij, van den anderen kant, in schijn nu
en dan tegemoetkomende door haar zelve niets kostende z.g.
beschermende bepalingen.
Slechts enkele aanteekeningen zullen die verhoudingen
reeds kunnen kenschetsen. In 1650 werkten er in Batavia’s
omtrek 20 suikermolens. De C. I. C. had voor suikers le , 2e
en 3® soort 6, 5 en 4 rijksdaalders als prijzen vastgesteld.
In 1651 verlaagde ze die prijzen voor elke soort echter reeds
met den rijksdaalder. Uit de openbare bescheiden blijkt niet
rechtstreeks, dat de levering gedwongen was, maar een feit
is, dat de ondernemers zich soms met dringende smeekschriften
to t den oppermachtigen koopman wendden om een prijsver-
hooging te verkrijgen en dat de Compagnie over voldoende
dwangmiddelen beschikte, door den uitvoer soms te verbieden
of door een hoog recht onmogelijk te maken. Dat er geen
volkomen vrijheid heerschte, zou ook afgeleid kunnen worden
uit de voorwaarden, waaronder de Jacatrasche landen
werden afgestaan en de omstandigheid, dat er to t de oprichting
van een suikermolen (van een fabriek sprak men nog
niet) een vergunning vereischt werd, die als een privilege
gold, waartegenover de suikermolenaar de verplichting op
zich nam tot het afstaan aan de Compagnie van een zekere
hoeveelheid suiker, poeder, kandij of wel beide, tegen door
h a a r vastgestelde prijzen. De Compagnie stoorde zich aan
haar verbintenissen echter niet meer en langer dan met haa r
commercieele belangen of inzichten strookte. Nu eens vorderde
ze meer product dan bedongen wa.s, liet ze het desnoods met
militaire macht bij de onwillige molenaars halen, dan weer
gaf ze geheele of gedeeltelijke vrije beschikking over het haar
toekoraend aandeel, doch in dit geval met de bepaling, ,,dat
het niet met vreemde Europeanen zou mögen worden verhandeld.”
Dat de suikerindustrie niettemin nog al winst moet hebben
kunnen verzekeren, zou af te leiden zijn u it het feit, dat
bedoelde Privilegien meermalen aan hooggeplaatste compagnies-
dienaren werden gegund, — tenzij men moge aannemen, dat
deze zich wel legen willekeurige bejegening wisten te dekken.
Intusschen was omstreeks het midden der 17® eeuw
het aantal ondernemingen tot de helft geslonken. Ze hadden
met allerlei tegenspoed te kampen, waaronder de gevolgen
van het gestadig oorlog voeren niet het minst troffen. De
cu ltu u r had te worstelen met wisselvallige weêrsgesteldheid,
met insecten-plagen, gebrek aan ploegvee en arbeiders. De
werkzaamheden werden verricht door vrijwilligers, waa ronder
veel Cliineezen, die door hun landgenooten gesteund,
'i ;