
‘'il! H
'Sl -i U i
fr" #.îf7i'i1d1R
t
ri I I
met breed gebaarde bladstelen. Zij werd vooral in Rembang
verbouwd en in 1861 van daar o.a. naar Besoeki overgebracbt.
Het gewas beet oorspronkelijk gewonnen van St. Domingo-
za,ad en heeft dit eigenaardige, dat zijn onderste bladeren
veel vroeger rijpen dan die aan den top. Het blad is fijn en
zeer geschikt tot dekking van sigaren, maar ’t is Ilauw van
smaak en geur, voor de rookers dus uit dien hoofde minder
gewild.
d. Djembel-tabak (Djepoen der Madoereezen). Deze kwam
vooral veel voor in Loemadjang (Probolingo) en is in 1868
van bier overgebracbt naar Besoeki. Minder forsch, is bet blad
fijner dan dat van kooltabak; ook staan de bladeren dichter
bij elkaar.
e. Kedoe-tabak. Deze lieet afkomstig van zaad u it Manilla
en vond in Besoeki eenige voorkeur, omdat ze beter dan ándete
soorten tegen don regen bestand heette. Vakmannen
noemen de goede Kedoe krachtiger en beter van g e u re n smaak
dan de overige in den O.-I. Archipel geproduceerde soorten.
De Canarie- en Djembel-tabakken schenen op den duur het
best te voldoen aan de rookers zoowel als aan de si garen-
fabrikanten en ze dreigden daarom van lieverlede de overige
soorten te verdringen. Beide soorten leveren per plant minder
dan Kool- en Kedoe-tabak, maar de bladeren rijpen meer ge
lijktijdig. Botanische waarde hebben deze beschrijvingen niet.
Plaatselijk voorheerschende tabaksoorten riepen plaatselijk ook
bizondere benamingen in ’t leven, en zoo blijven b.v. ook Deben
Ranoe tabak wel te onderscheiden types, die men in a n dere
streken echter niet tegen verbastering kan vrijwaren.
Met deze omstandigheden rekening houdend, dient men dan
ook de vraag ,,welke tabaksoort in zekere streek voor de cul-
tu u r de meeste aanbeveling verdient?” op te lossen. De edelste
soorten kunnen toch niet altijd en volstrekt in aanmerking
komen als men in ’t oog houdt, dat ze, aan klimaat en bodem
gebonden, van deze afhankelijk zijn en daarom buiten hare
grenzen teleurstellen kunnen. In de Vorstenlanden (op Java)
schijnt men succès te hebben met Manilla-zaad ; in Besoeki
kweekt men tegenwoordig van Kedoe- en Deli-zaad •).
Van een overwegend belang blijft in elk geval de keuze
der planten, die men voor de zaadwinning wenscht te reserveeren.
Voor eigen gebruik zijn de inlanders te dien aanzien
nog al gemakkelijk. Om van hun product niets verloren te
laten gaan, laten ze wel eens eenige planten, waarvan ze de
bladeren inoogstten, weder uitspruiten en tot bloei en v ruchtzetting
komen. Maar ook de Europeanen toonden zich niet
altijd bewust van de waarheid, dat goede, krachtige zaden
alleen te winnen zijn van gezonde, krachtige planten en men
dan zelfs nog de minder ontwikkelde vruchtjes uitschieten en
uit de volkomen ontwikkelde, slechts de grootste zaden nemen
moet. Hoe ongelooflijk ook, moest ik een twintigtal jaren
geleden persoonlijk ervaren, d at eenige planters in Kediri het
Bestuur belast wenscbten te zien met de zorg, dat de in la n ders
zich meer en beter, te hunnen behoeve n .b ., op het
winnen van goed zaad toelegden!
K w e e k in g v a n b ib i t .
In ’tk o r t werd reeds beschreven, hoe de inlander zijn
plantjes kweekt Vele Europeanen lieten te veel en te lang
de zorgen ook maar aan de inlandsche planters over en
werkten den bloei van hunne ondernemingen daardoor al
heel slecht in de hand. Meenen zij zelven den aanplant
') De Kedoe-tabak is, als hiervoren reeds aangeteekend, een vei-hasterde
Manilla-soort, — omstreeks 1 8 6 0 door L e ij e n t h a l ingevoerd. Sommige ondernemingen
in Besoeki bepalen zicb hoofdzakelijk tot deze tabaksoort; andere
verkiezen de teelt van Deli, uit van bier aangevoerd zaad. In den regel wint
men biervan niet zoo fijn blad als in bet moederland dezer soort, maar is
het product somtijds daarmede geheel in overeenstemming, dan nog schijnt
de naam den planter de hooge marktprijzen te onthonden. Amerika b.v. hecht
aan Deli.
S.k'' ■