
die zijner onkosten en handelt dan maar al te veel als waren
koffie-cultuur en productie niet meer of minder dan reken-
sommen. De sommen blijken evenwel zeer foutief te kunnen
uitkomen, en geen wonder, want de planter heeft eerstens,
geen heerschappij over de wêersgesteldheid en tallóos zijn
voorts nog de factoren, die to t onvoorziene teleurstellingen
leiden kunnen. Op zieh zelven, op zeer vruchtbare en beschütte
plaatsen, als erven, staande koffieboomen, die dagelijks de
aandacht trekken, hebben tien en meer kilogrammen product
in een ja a r afgeworpen. Hierop nu evenwel de leer der even-
redigheden in een uitgestrekt plantsoen toe te passen, gaat
niet aan. Groote oogsten worden meestal door middelmatige
of slechte opgevolgd. Bij driejarige tijdvakken schattende, zou
men het voorzichtigst doen, op êén goeden, één middelmatigen
en één siechten oogst te rekenen, dooreen, op gemiddeld een
kw a rt kilo product ’sjaars- per boom. Altijd blijve bij zulke
berekeningen wel in het oog gehouden, dat de voortbrenging
per eenheid gronds, volstrekt niet evenredig behoeft te zijn
aan het aantal boomen. Deze toch hebben voor hun voile
ontwikkeling zoowel als voor hun bloei en vruchtzetting,
licht en lucht, ruimte alzoo noodig. Deze ruimte dient verband
te houden met plaatselijke voorwaarden van grond, klimaat,
ligging enz.
De geoogste en in manden verzamelde vruchten worden na
volbrachte taak op de bereidingsplaats gebracht.
In Indie onderscheidt men de g e w o n e en de W e s t i
n d i s c h e of B r a z i l i a a n s c h e bereiding. Beide hebben
haar vóór en tegen. Beide kunnen supérieur en inférieur
product leveren. Op een zuivere en volkomen toepassing komt
het bij beide aan. Een beknopte beschrijving moge hier
volgen.
G e w o n e b e r e i d i n g . Men laat de geoogste vruchten
gedurende een paar dagen in hoopen of manden broeien. De
vleezige omhulsels beginnen dan te bersten en het aan de
boonen hechtend zilvervlies is er later gemakkelijker en
volkomen van te verwijderen. Bleef dit vlies ten deele of
meerendeeis aan de boonen gehecht, dan zouden deze een
minder goed voorkomen hebben, er rossig ofgevlekt uitzien.
Na de broeiing worden de vruchten gedroogd. De inlanders
gaan zieh daarbij niet aan overdreven zorgen te buiten.
Zij spreiden de vruchten op matten of ander vlechtwerk,
soms eenvoudig maar op den grond uit. Europeesche ondernemers
drogen op gemetselde bakken, doch de groote afhan-
kelijkheid van het weer zoowel als van handenarbeid, deden
meer en meer de voorkeur aan kunstmatige droging schenken.
Werden daarvoor eerst 0 u a r d i o 1 a ’s ijzeren machines
gebruikt, heden schijnt men in Indie meer algemeen het
gewijzigd en verbeterd droogsysteem v a n M a a n e n, of
H u ij s e r toe te passen. Zoo is het althans vermeld in den
jaargang 1894 van den Indischen Cultuur-Almanak, waar,
terzelfder plaatse, (pag. 239) als de meest op de ondernemingen
gebruikt wordende koffiemachines zijn opgeteekend :
de Go r d o n kofflepiilpers met koperen schijven; de pulpers
van I. A. Ce u l e n en Cie., met ijzeren schijven; de Lid-
g e rw o o d -p u lp e rs ; G e o r g e L. S q u i e r ’s A m e r i c a n
Cof f ee h u l l e r ; de ijzeren z.g . trogmolen e n d e L i d g e r -
woo d-huller.
De g l o n d o n g a n — zoo noemt men de in de schil
gedroogde vrucht — kan geacht worden droog genoeg en
-voor de ontbolstering geschikt te zijn, als men een handvol
jschuddende, de boonen in haar omhulsels hoort rammelen.
Door stamping of maling — beter door middel van een
der hiervoren genoemde pellers — wordt ze dan ontbolsterd.
Dit geeft een verlies aan gewicht van 20 k 25 % . Vijf ä zes
pikols versch geplukte vruchten leveren een pikol bereide.
De ontbolsterde vruchten, de koffieboonen, moet men, al-
vorens ze met recht, en uitzicht op hoogste prijzen, ton
verkoop te kunnen aanbieden, nog van stof en aan hangseis
zuiveren, sorteeren en uitzoeken. Al deze bcwerkingen, het
pellen, zuiveren, sorteeren en uitzoeken, zijn bedrijven, die
4