
, j
i il'
f. " i ■
■te %:■
: i ' V 1 - r i
-■•te'' tei''
' •'< • î . '-^
f f ' r ’ iffv.
ri'.''
■ E “i
‘ ‘ ’|te'
te;: tri
L ' ii
sa-wah’s niet overal bogen en o.m. kan dit gevolg zijn
van het communaal bezit, dat rekening te houden had
met de belanghebbenden; meestal echter is de terreinformatie
oorzaak der onregelmatigheid. In de zuidelijke staten
van Noord-Amerika, in Italiö en Spanje, onderscheiden de
rijstvelden zich dikwijls door uitgestrektere vakken, beter
geschikt voor degelijke bewerking en stelselmatige bevloeiing.
De oppervlakte van Java en Madoera is 2388,4, en die
van de buitenbezittingen 32397,7 □ geogr. mijlen van
5506,3 hectaren of 7759,2 bouws.
De verhouding van communaal tot erfelijk-individueel
bezit, — i. C. agrarisch eigendom — is op Java en Madoera
(de Vorstenlanden niet meegerekend) als 4 :3 . Er is
in Bantam, Batavia, Preanger, Besoeki en Madoera schier
alleen individueel bezit, in de overige gewesten is het gemengd,
zij het individueel bezit in Tegal, Rembang en Probolinggo
overwegend en in Semarang en Kedoe uitzondering.
De agrarische wet van 1870 huldigt het beginsel, dat de
souverein is eigenaar van den grond en aan de bevolking
het recht toekomt den vorm van haar grondbezit te bepalen,
haar communaal bezit in erfelijk-individueel en dit
verder in agrarisch eigendom te veränderen. De regeling
is bij verordeningen vastgesteld. En, opdat niet een onwillige
minderheid zou kunnen voortgaan heilzame hervormingen
te verhinderen, werden in 1885 regelingen
getroffen, betrekking hebbende op de jaarlijksche verdeeling
van communaal bezit.
Gonversie van communaal in erfelijk-individueel bezit
vond in de jaren 1903/05nietplaats; vervanging van de periodieke
verdeeling van de communale bouwgronden door het
stelsel van vaste aandeelen, schijnt alle jaren voor te körnen.
Toen aan de bevolking veroorloofd was zelve over den
vorm van haar grondbezit te beslissen, was er op Java
een partij, die de conversie als een voorwaarde tot bevordering
van welvaart beschouwde en er werd gesproken
van „conversie-koorts” , die echter niet tot het volk is
doorgedrongen. Oude toestanden vervangt men niet in één
slag. Op reeds besloten conversies kwam men dan ook hier
en daar (o.a. in Semarang, afdeeling Kendal) terug en,
dat het uitzicht op agrarisch eigendom niet prikkelde, mag
men wel besluiten u it het feit, dat tot einde 1905 niet
meer dan 7447 bouws erfeiijk-individueel bezit in eigendom
waren overgegaan, — nu vermoedelijk de eenige landrente-
plichtige gronden, waarvan de bezitters een titel van
zakelijk recht vertoonen kunnen.
De uitgestrektheid der bouwgronden op Java en Madoera,
buiten de Vorstenlanden en de particulière landerijen,
leeren wij het best kennen door de aanslagen voor de
landrente, waarvan de jaren 1903/05 de hierna volgende
voorstelling geven. Men rekene er evenwel op, dat deze
cijfers niet als absoluut ju ist mögen worden beschouwd.
Aantal in de landrente aangeslagen houws gronden,
in de jaren 190Sj05.
1903. 1904. 1905.
Sawah’s 2.897.804 2.900.909 2.918.002
Tegalvelden 1.281.262 1.335.622 1.852.188
Nipah bosschen 4.123 4.086 3 877
Boomgaarden 64.997 , 63.762 63.783
Belastbare woonerven
266.859 270.063 278.266
Niet voor vast
aangesl. gronden 130.988 123.215 123 631
Bruto aanslag
/18.095.399.14 / 18.125.784,99>/2 / 18.137.622.96.
Zuivere aanslag
/ 17.421.107.69'/2 / 17.592.001.60 f 17.665.687.90.