
„struggle for life” in menig land voor duizenden een bedenkelijke
hoogte moest bereiken.
Voorzag Europa eer tijds in eigen behoefte aan granen, b.v.,
en mochten de nijvere landbouwers er zich, o v e r’t algemeen,
in een goeden welstand verbeugen, een ander beeid begon
zich te ontwikkelen toen o. m. Noord-Amerika ook op dit
gebied in mededinging trad en de Europeesche markt meer
en meer met zijn granen overvoerde. Sedert werd het den
Eui-opeeschen landbouwer — vooral in Midden Europa —
onmogelijk, zijne akkers nog loonend met granen te bebouwen
en moest hij de te elt van andere producten ondernemen,
waaronder die van de suikerbiet op den voorgrond is getreden.
De reusachtige ontwikkeling en uitbreiding der beet-
wortelsuiker-nijverheid, die meer en meer een cooperatie van
landbouw en fabriekwezen wordt, moge dus u it dien hoofde
ook baar natuurlijke oorzaken hebben en verklaring vinden,
voor de oudere koloniale zusternijverheid is zij te meer dreigend
en bedenkelijk, daar de verrassende ontwikkeling almede, ja
bovenal, voedsel vond in vicieuse belastingstelsels, welke aan
de Europeesche suikerindustrie voordeelen verzekeren, ook
buiten de eigenlijke bedrijfs-quaestie om.
Het verbroken evenwicht tusschen vraag en aanbod zal
niet gemakkelijk te herstellen zijn, nu tegenstrijdige belangen
den vicieusen toestand doen handhaven en deze alleen nog
door loyale internationale overeenkomsten verbeterd schijnt
te kunnen worden. W a t wij ten aanzien van de belastingstelsels
reeds mededeelden en nog aan te teekenen hebben,
zal tot opheldering strekken, maar, in waarheid, nog niet
den sieutel te r oplossing van eene der moeielijkste financieele
en economische quaestiën geven. Hoe zal men de verhouding,
productie tot verbruik, herstellen, zonder schade voor den
Europeeschen producent, zonder schokken ook voor den
fiscus ?
De suikerproductie van Java bedroeg over de jaren :
1 8 8 9 /9 0 .......... 6.450.000 pikols == 391.622 tons.
1 8 9 0 /9 1 .......... 6.575.000 » = 3 9 9 .2 1 0 »
1 8 9 1 /9 2 ..........6.878.000 » = 4 1 7 .6 0 7 »
1 8 9 2 /9 3 .......... 7.967.000 » = 4 8 3 .7 8 8 »
1 8 9 3 /9 4 .......... 8.042.000 » = 4 8 8 ,2 8 2 »
Volgens berekeningen in het „Archief voor de Java-suikerindustrie'’
zouden op Java in 1893/94 succ: 521.448 en 522.942
ton suiker zijn geproduceerd en, volgens Mr. N. P. v. d. Derg,
bedroeg de gemiddelde productie per ja ar over het tijdvak
1879/88 circa 330.000, waaruit een toeneming ad + 56 %
spreekt.
In 1894 werkten er 199 fabrieken, waarvan in Oost-.Tava
110, met een productie ad 4.474.331; in Midden Java 58,
m. e. p. ad 2.138.682 en in West-Java 31, m. e. p. ad
1.429.280 pikols.
Geexporteerd werden in de jaren 1 889/90—1893/94 (1
Juli—30 Juni):
1889/90 circa 5.603.220 pikols = 340.208 tons
1890/91 » 6.873.865 » = 4 1 7 .3 5 7 »
1891/92 » 7.268.671 » = 4 4 1 .3 3 0 »
1892/93 » 7.194.227 » = 4 3 6 .8 1 3 »
1893/94 » 8.175.366 » = 4 9 6 .3 8 1 »
Volgens V. d. Berg’s berekeningen beliep de gemiddelde
uitvoer per ja a r over het tienjarig tijdvak 1879/88 circa
322.000 ton. Laagste cijfer, 195.657, in 1879 en hoogste,
422.013, in 1885.
Een twintigtal jaren geleden werd de Java suiker schier
uitsluitend naar Europa verscheept. De concurreerende bietsuiker
heeft ze sedert allengs verdrongen, voornamelijk in
Engeland en Frankrijk, maar, wij moeten zeggen helaas!
geheel ook van de Nederlandsche markt. Gelukkig, dat zich
daartegen nieuwe débouchés openden en wel in de eerste
I.-/;.'
'V-f
4 ; f f
■fe- •