
-r
voor groote ondernemingen, in streken of tijden met
schaarsschte van volk, ernstige bezwaren kunnen opleveren,
zoodat men er zieh dan gaarne van zou zien ontslagen. En,
dit nu is ’t best mogelijk, door de toepassing van de We s t
I n d i s c h e bereiding, waarbij men de versehe vruchten
door pulpers onmiddellijk van haar vleezige schil berooft en
de g a b a h, d. i. de koffie in de hoornschil, wint. In het
klein kan men — en zoo doet hier en daar de inboorling —
voor het pulpen gebruik maken van eenvoudige, onkostbare
houten molentjes. In het groot moet men gebruik maken
van de hiervoren genoemde macliinerien.
De van de vleezige schil bevrijde boonen moeten door
stroornend water volkomen van de aanklevende slijmerige
massa gezuiverd worden. Daarna volgen de droging, het
pellen, enz. Beschikt een onderneming niet over voldoende
water, dan valt het haa r natuurlijk moeielijk, zoo niet onmogelijk,
de W. I. bereidingswijze toe te passen.
Bij het wasschen der gabah komen de looze boonen drijven
en deze d rij f k o f f i e moet, als waardeloos, worden verwijderd.
Kleine ondernemingen, en ook grootere als deze niet te
veel mededingsters in de b u u rt hebben, kunnen hare oogsten
binnen bekwamen tijd zelve wel afwerken, zij het dan ook,
dat men het uitzoeken aan de afscheepsplaats laat verrichten,
omdat er bizonder geoefende handen en oogen voor gevorderd
worden. In streken — en deze zijn heden op Java vele —
waar talrijke koffieondernemingen voorkomen, kan het voor
de meeste, of eenige dezer althans, niet meer mogelijk zijn
de afwerking van het product binnen een redelijken tijd te
volbrengen. Door verlies van tijd wordt men met qualiteits-
vermindering en winstderving bedreigd. Het pellen, wannen,
glanzen, sorteeren geschieden machinaal en leveren dus weinig-
bezwaren. Het uitzoeken der koffle eischt evenwel meer
kennis en handen dan men in den regel beschikbaar heeft
en men laat het dus liefst aan de dtablissementen ter
afscheepsplaats over.
Omstreeks 1878/79 werden de eerste proeven genomen
met verscheping van de koffie in de hoornschil. De heer
L. Jonker te Amsterdam, had zieh behoorlijk op de hoogte
gesteld en een pel-inrichting geopend Heden tre tt men zulke
inrichtingen, buiten Amsterdam, ook te Rotterdam, Triest
en Londen en schijnt de verdeeling van arbeid dus zoowel
voor Indie als voor Europa günstig te werken. Klaagdemen
e r in den aanvang wel eens over, dat de in Europa gepelde
koffie spoediger verbleekte, die klachten worden thans niet
meer, of minder vernomen, zij het dan, dat men op diever-
kleuring minder acht geeft of wel, dat men deze heeft weten
te voorkomen.
Dat de planter zijn koffie liefst als gabah verzendt, ligt
voor de hand. In dit opzicht is hij tot heden evenwel nog
niet volkomen vrij, afhankelijk als hij blijft van de koopers.
De gabah verliest door polling 14 ä 15 % aan gewicht. De
asch der hoornschil moet als een goede mest voor de koffie-
gronden worden gewaardeerd.
Emballage. Transport. Opsclmring.
Voor de emballage der koffie. wordt in 0 . Indië schier
uitsluitend van stevige ju te zakken gebruik gemaakt, die
ongeveer IX kilogram wegen en één pikol = 61.76 K°-
inhouden. In Zuid-Amerika verpakt men ook in houtenvaat-
werk. Zooals u it de volgende aanteekeningen blijken kan,
verdienen waterdichte zakken geen aanbeveling.
Goed bereide koffie kan niet alleen langen tijd haar goede
eigenschappen behouden, maar deze onder günstige omstandigheden
zelfs versterken. »O’est l’âge qui fait le bon café”
beeft de schrijver van de monografie: »Le Brésil à l’exposi-
Don internationale d’Amsterdam” gezegd. Intusschen blijven
in handel en industrie een snelle beweging en vlugge afdoe-
4*