
il
'te I
| ! '%'
maar kende uit de heftige twistgeschriften, die een onervaren
ambtenaar waarlijk niet to t bemoediging konden strekken.
De gouverneur stelde mij evenwel gerust. Onnoodig hier te
releveeren al w at te r zake mondeling verhandeld werd. Bij
een gemotiveerd besluit van 10 Maart n® 20 was ook ailes
reeds heslist en ik heb mij waarlijk niet over gebrek aan
steun te beklagen gehad. Als desiderata werden mij o. m.
voor oogen gehouden: ernstig streven naar vrede en samen-
werking, en het geleidelijk prijs geven van den dwang ten
aanzien der levering van arbeiders en materialen.
Schijnt het niet erg bescheiden deze personaliteiten te bespreken,
ik zal er mij in de eerstvolgende bladzijden ook nog
moeielijk van onthonden kunnen, omdat zij inderdaad een
belangrijk stuk van de kinageschiedenis uitmaken.
In Indië is menige goed opgezette gouvernements-onderne-
ming mislukt, — menige allerbest bedoelde beschikking op
teleurstelling uitgeloopen, eenvoudig omdat de verantwoorde-
lijkheid der uitvoering verdeeld werd of zelfs geheel zoek
raakte. Veelvuldige en gedurige mutatie van personeel leidde
voorts niet zelden tot afbreken, of to t veranderingen, welke
niet altijd als verbeteringen konden gelden. Ten aanzien
van de jeugdige kinacultuur was het daarom goed gezien,
dat de gouverneur-generaal er zelfstandig mede belastte
éen persoon, die, voor de regeling van zijne positie geen
drang naar verandering behoefde te gevoelen en zich
zelven uitsluitend verantwoordelijk achten moest. Daardoor
kon hij naar zijn beste weten altijd dadelijk handelen in
overeenstemming met plaats, tijd en omstandigheden en had
hij reden te over, zijn best te doen om medewerking te
zoeken waar hij die wist te kunnen vinden. Dat de nieuwe
leider der cultuur zich naa r deze beginselen gedragen heeft>
is door dr. C. A. J. A. Oudemans, in zijn anno 1880 versehenen
tweede editie van zijne H a n d l e i d i n g t ot de
P h a r m a c o g n o s i e , pag. 156, verklaard kunnen worden,
Op blz. 41 werd de stand der kweekerijen en plantsoenen
cp ultimo December ’63 vermeld. De daarin to t Maart ’64
ontstane veranderingen hadden geen beteekenis. ') In de 2e
helft van deze maand reisde ik met den hoofdopziener Swart
naar de établissementen ten zuiden ; daarna naar Lembang
en Nagrak ten noorden van Bandoeng en Tjibodas; in 14
dagen tijds was nu kennis gemaakt met het opzieners-personeel
en het operatie-veld der tien établissementen. In de volgende
maand werden deze andermaal bezocht (voortaan hadden
de tournées vrij geregeld elke maand plaats) en met de
opzieners de maatregelen overlegd te r reorganisatie van wat,
krachtens de regeeringsbeslissing, in de eerste plaats verandering
eischte.
Ben opzieners werd uitdrukkelijk verboden, bij de districts-
hoofden koelies aan te vragen en, om den e rn st van dit
verbod te bewijzen, werd er officieel kennis van gegeven aan het
gewestelijk bestuur, met verzoek om voortaan alleen te willen
letten op desbetreffende voorstellen van den leider der cultuur.
Ter bevordering van vrijwillige dienstpraestatie en levering
van materialen, zouden de opzieners en mandoers den aan-
wezigen daglooners duidelijk dienen te maken, dat er voortaan
van dwang geen sprake mocht zijn; d at zij, in hunne kam-
pongs gekeerd, hiermede hun dorpsgenooten in kennis moesten
stellen, met de verzekering, dat voor elk die zich vrijwillig
aanbood, 24 duiten of 20 cents in dagloon te verdienen zou
zijn, tegen de to t dusver gegunde 20 duiten. Dat de daglooners
dus vrij van hunne hoofden konden komen en rechtstreeks
uit handen van den opziener hun Verdiensten zouden ontvangen;
dat niemand gebonden kon zijn langer te werken dan hij
zelf verkoos. En, wat de levering van materialen — bainboe.
') Het aantal te kiemen liggende Pahudiana-zaden was met 218831 stuks
vermeerderd, wel een bewijs, dat er niet gedacht werd aan staking der
voortkweeking van deze kinasoort.
: te' .*¿1 '
' . I k . '
' < i’ -.'., ' •
te ■
ite 'à t ï