
t e l '-tefe ■/
'. ill •, ' •
te ll l í t e te
'■tel : tete
riite Ute: ter ■ •ífe:
teíte-
■.)t e1l, : ■
tete' 'te ;te
teiíf ' M
IH te U t e
l:i í?"
te ■ tel i l
S. te!F
■ í l ' E
te 'U t e
■ t e t e
íteri
t e l ' ?
|fte'
íj' '
J t e ; , Y- -I
Over geheel Java werd, naar gelang men zijn afdeelingen
voor de eene of andere cultuur geschikt dacht, de teelt van
producten voor de Europeesche ma rkt bevolen. Binnen korten
tijd werden uitgebreid of ingevoerd, de cultuur van koffie,
thee, suiker, indigo, tabak, kaneel, peper, katoen, cochenielje,
zijde en hennep-soorten. Java verkreeg het aanzien van een
reusachtige landhuishoudelijke l ijks onderneming. Omstreeks
800,000 huisgezinnen waren toch alras met die onderscheiden
cultures, waarvoor de beschikking over 90,000 bouws gronden
(die, voor koffie, peper en kaneel benoodigd, daaronder niet
begrepen) van de bevolking geëischt werd, gemoeid. Neemt
men de bevolkingssterkte van dien tijd in aanmerking, dan
kunnen er in de betrokken gewesten (de Vorstenlanden en
Batavia kwamen niet in aanmerking) moeielijk veel huisgezinnen
aan het stelsel ontsnapt zijn.
Alie arbeid beette betaald, d. w. z., in de eerste plaats met
de verschuldigde landrente verrekend te worden. W a a r de
bereiding der producten veel zorg, bizondere kennis, gestadig
toezicht en nauwlettende berekening van de middelen to t
verzekering van winst, tot bezuiniging van kosten en besparing
van arbeid vordenden, daar riep het Gouvernement de medewerking
van particulière krachten en talenten in, welke dan
mild gesteund werden door voorschotten, zoowel als door
verschaffing van materialen, werk- en transport krachten.
Zoo konden o. a. tabak en de thee zonder cooperatie niet tot
haar recht komen, maar eischte vóór alles de suiker het
contracteeren. En zoo kwamen dan de suikercontracten to t
stand, die to t het ja a r 1890 hebben voortgeleefd en wier
a a rd en geschiedenis in korte trekken herinnerd mögen
worden.
Aanvankelijk was het vinden van geschikte contractanten voor
de bereiding van suiker u it het door de bevolking te kweeken
riet, niet zoo gemakkelijk. Het alvermogend bestuur verzekerde
zich eerst, zij het soms met veel pressie, van de medewerking
van Chineezen en eerst toen er uit de coëperatie
wel m unt bleek te slaan, lieten zich ook Europeanen over-
reden. De hoofden der gewesten moesten de verbintenissen
sluiten. Behoudens de hoofdbeginselen, hadden ze slechts te
letten op de kleinigheid »met de minste kosten het meest
mogelijke product van de beste hoedanigheid te w in n en
zonder d ru k op de b e v o l k i n g Met de hoofden der bevolking
werden daartoe overeenkomsten gesloten te r levering van de
grondstof, het riet of — zooals in Japara — het rietsap, van
brandhout, materialen, transportraiddelen en werkvolk. De
belangen van de Europeesche en inlandsche ambtenaren en
hoofden werden geprikkeld door uitzicht op procents-gewijze
belooningen. (Bij besluit van 20 Januari 1866, No. 22, Staats-
hlad No. 6, werden de z.g. cultuurprocenten voor de Europeesche
ambtenaren ingetrokken).
Gegeven: de onmacht en slaafsche onderworpenheid van het
volk ; de onbeperkte macht daarentegen van ambtenaren en hoofden,
bij het moraliteitsgevoel dezer, in dien tijd; het hartstochtelijk
drijven van een oppermachtig landvoogd; het uitzicht op
winst, bevordering en onderscheiding bij krachtige medewerking
to t veel nemen voor weinig geven, tegenover onverbiddelijke
straffen of ongenade, bij schijn van laksheid ofverzet, — kan
men er zich een voorstelling van maken hoe het stelsel van »met
de m m ste kosten het meest mogelijke product van de beste
hoedanigheid te w in n en , zonder d ru k op de bevolking”, voor
deze moest uitloopen op een feitelijk exploiteeren en uitputten
van hare krachten en bezittingen.
In 1835 waren 6 9 , in 1838 slechts 66 contracten in
werking, nevens vijf ondernemingen in Madioeu, onder rechtstreeksch
beheer van ambtenaren. Deze werden, wegens de
voortdurende ongunstige uitkomsten, in 1839 eveneens uit-
besteed en de fabrieken, elke voor /1 2 0 .0 0 0 , aan de eon-
trac tan ten afgestaan. De fabriekjes, die als proefnemingen in
Bantam onder eigen beheer waren geopend, gaven evenmin
loonende resultaten.
Hoewel de directeur van cultures Elias in Februari 1836