
I¡ ri<lÎ'ÉS
i
‘ I i'
.1 , . j
;<!
i j
te ii
i
i
I I
■i U
7 i
M!
i:]!
dat de gezonde planten, besmet met Pbytophtora, de verschijnselen
der ziekte vertoonen en deze scliimmel niet bestand
is tegen langdurig licht, luclit en droogte, en eindelijk, dat
de bouillie baar doodt.
Redenen waarom ten zeerste moet worden aanbevolen zoodanige
wijziging te brengen in den aanleg der kweekbedden,
dat een gewenscble hoeveelheid zonlicht en Incht toegelaten
kan worden; de bedden niet meer te begieten dan noodig en,
ten slotte: zoo mogelijk op geregelde tijdstippen, van a f h-aar
vroegste jeugd de tabaksbibit met bouillie Bordelaise te b e sproeien.
Deze voorzorg natuurlijk slechts waar en wanneer
er gevaar voor besmetting dreigt.
Een beschrijving van de bibit ziekte in Deli, daar vlekziekte,
ook kaki-boesoek genoemd, mochten we hier achterwege
laten. De ziekte openbaart zich door de verschijning van een
verkleuring der jonge blaadjes. Voortschrijdende, wordt het
geheele plantje tot een donkergroen slijmige massa. De be-
smettende en vooidwoekerende krachten zijn mächtig. Men
beeft er dus op te letten en bij tijds maatregelen van
repressie Te nemen, zoo de preventieve ontoereikend zijn
gebleven.
A a n p l a n t .
De voor den aanplant bestemde gronden werden zoodi'a
mogelijk bewerkt en gereed gemaakt-. In den regel waren
bet Sawab’s en had men daarop vroeg rijpende padi verbouwd,
ten einde ze bij tijds beschikbaar te krijgen. De werkzaamheden
konden, in den regel, dus ongeveer gelijktijdig met het
uitwerpen van het zaad beginnen. De gronden werden bij
herhaling geploegd en geëgd ; ring-, hoofd- en dwarsgoten
gegraven en hiermede de a.s. plantsoenen in voor het onderhoud,
de contrôle en het oogsten meest geschikte vakken
verdeeld.
Van bemesting was geen sprake. Op de sawah’s dacht men
en denken heden velen nog een bemesting niet noodig, in
de meening, dat bet irrigatie-water voldoende restaureert. Het
planten ving gewoonlijk in Juni aan en duurde tot Augustus,
somtijds tot September voort. Natuurlijk bad de aanleg der
kweekbedden daarmede verband gehouden. P lantte men alles
gelijk, binnen een beperkte tijdsruimte af, dan zou men bij
bet oogsten verlegen kunnen staan, maar, wat erger is, voor
de behandelitig van het product moeielijk schuurruimte genoeg
beschikbaar hebben kunnen.
Men plantte op 2 x 3 voet en kreeg dus 12000 planten
op een bouw plantveld. De uittrekking, het overbrengen en
het planten der bibit geschiedden met de meeste zorgen, onder
gestadig toezicht en wel des namiddags. De droge tijd in g e treden
zijnde, had men nu dagelijks te begieten —- des
morgens of des namiddags — en de planten niettemin,
even als de inlanders dit doen, gedurende de eerste dagen
te beschütten tegen de feile zonnewarmte, door de plaatsing
van een Djati-blad. (Tn Deli bedient men zicb ter beschutting,
van lichte, iets puntig uitloopende plankjes).
In 2 ä 3 maanden rijpt de tabak. Gedurende het te veld
staan had en heeft men te zorgen voor goede afwatering en
tegen onkruid en schadelijk gedierte. Rupsen azen gaarne
op tabak en waar men er niet gestadig op let en ze verdelgt,
schaden ze het gewas en maken bet nog te oogsten blad
van onwaarde.
Ziekelijke of achterlijke p la n tje s -werden dadelijk vervangen
en tijdens den groei der planten de aan deze uitkomende
spruiten —■ zuigers of dieven — zoodra mogelijk verwijderd.
Ze komen stellig en snel te voorschijn na het z. g. toppen
der plant, d. i., het met vinger en duim uitnijpen van de
zich in den top vertoonende bloemknoppen. Omstreeks 2 a ,3
weken na dit toppen rijpt de tabak en vangt het oogsten
aan. Als dit ontijdig geschiedt, zal het product aan hoedanigheid
verliezen. Het toppen is noodig om de overblijvende bladeren