
daa rna m e t olijfolie in. Aan de onderste u ite in d en to t
bundels saamgebonden, droogt men ze vervolgens in de
vrije lucht.
In Mexico onderwerpt men de versehe ■ v ruchten ee rst
aan een z.g. zweetproces. Is h e t wee r w a rm en beider, dan
leg t men, ’s morgens vroeg, de hauwen op een wollen doek
en ste lt ze aan de directe inw e rk in g der zonnestralen bloot.
Van 12 of 1 n u r a f blijven de hauwen, gewikkeld in h e t
doek, aan de zon blootgesteld, m a a r tegen den avond sluit
men ze in kisten, opdat h e t zweet-proces k u n n e voortduren.
Den volgenden dag worden de h auw en nogmaals aan de zon
blootgesteld, to td a t zij eene kofflebruine kleur verkregen
hebben. Is h e t bedekt weer, dan vereenigt men de groote en
kleine vruchten, afzonderlijk to t bundeltjes gebonden, in een
wollen doek. Daaromheen s lu it men pisangbladeren en eindelijk
een ruw e mat, die stevig om ’t geheel gebonden wordt.
In een to t 60° G. verwarmden oven worden e e rs t de halen
m e t de groote vru ch ten gelegd en zoodra de tem p e ra tu u r
to t 45° is gedaald, ook de bundels kleine hauwen toege
voegd. De oven w o rd t n u g esloten; na 24 u ren verw ijde rt
men de kleine en 12 n u r la te r de groote vru ch ten . Tijdens
deze zweetings-kuur nemen de hauwen een glanzend kas-
tanje-bruine kleur aan. Het drogen eischt th a n s n auw le tten d e
zorgen. Gedurende bijna twee maanden s te lt men de vanielje,
op m a tte n gespreid, dagelijks aan de zonnew armte bloot.
Is de droging bijna volbracht, dan leg t men h e t product
op een droge pla ats in de schaduw. T o t kleine bundels
saamgebonden, w ordt de v ru ch t in den handel gebracht.
Op Jav a placht men een vijftigtal h auw en saam te binden,
m e t bladtin te omwikkelen en in goed gesloten k isten of
blikken bussen te verzenden. Daar men over de qualite it
der Java-vanielje dikwijls klaagt, zij houterig, lic h tb ru in en
van weinig gehalte genoemd wordt, zou h e t zeker aanbeveling
verdienen, m e t de verschillende bereidingswijzen
vergelijkende proeven te nemen, te r co n sta te e rin g of de
inférieure q u a lite it aan de bereiding of wel aan de n a tu u r
geweten moet worden. Eene goede handleiding voor vanielje-
planters is het w e rk : „A. Delteil, La Vanille, sa cu ltu re et
sa prép a ra tio n ”, waarvan in 1897 te P arijs eene 4<le uitgave
is versehenen.
De beste vanielje k omt van Réunion („Bourbon-vanielje” )
en van Mexico. De uitvoer van vanielje u it Mexico was in de
la a ts te decenniën ongeveer 50000 kilogram per jaar, die
van Réunion (== Bourbon) is gemiddeld nog iets grooter;
in 1896 was zij 65000 Kgr. Wat de vanielje voor dit
eiland beteekent, kon men te P arijs te r wereldtentoonstel-
ling van 1900 zien ; volgens de daar v e rs tre k te belichten moet
in 1898 aan vanielje zelfs 200508 Kgr. uitgevoerd zijn, te r
waarde van 6888800 francs. «
Mauritius zag van 1874 —1896 de vanielje-oogst dalen van
330000 to t 6000 Kgr.; h e t product gaat bijna u itslu iten d
naa r Londen.
De Seychellen hebben een toenemenden vanielje-uitvoer,
die in 1897 ongeveer 20000 Kgr. bedroeg.
Madagascar, en de nabij gelegen eilanden St. Marie, Nossi-
Bé en vooral Mayotte, k u n n en te zamen op 8000 Kgr.
geschat worden. U it Duitsch Oost-Afrika begint ook vanielje
te komen.
In de nieuwe wereld bezit, n a a s t Mexico, alleen Guadeloupe
en Martinique eenigen uitv o e r van vanielje. Het Braziliaansche
wilde product is niet van beteekenis, en ook de
drie Guyana’s zijn m e t de vanielje te e lt achterlijk gebleven.
In 1855 werd al voor de c u ltu u r in S uriname geijverd in het
tijdschrift „West-Indië” (I, 280). Wellicht dat de nieuw
opgerichte cu ltu u rtu in te P arimaribo er nu den stoot aan
geven zal. T ah iti heeft ook mee willen doen, doch bij
ongeluk zijn daa r plantages aangelegd van een verkeerde
Vanilla-soort, die evenals de wilde „vanillons” meer naar