
i!
een aantal van omtrent vyftig werklieden waren hier bezig,
om het werk u it te voeren. De in de stoof zynde schotels
met gestookte siroop, als ook de monsters van geraffineerde
of lomp-suiker, de bruine en witte kandy, aan de leden uwer
vergadering vertoond, gaven de duidelykste blyken, dat dezelve
voor de indische niet behoefde te wyken ; ook was de rum
u it dezelve gestookt, van een zeer goeden smaak; terwyl de
industrie dier deelnemers, zoo ver is gegaan, dat zy eene
proef hebben genomen, om, uit het overblyfsel van den ge-
raspten en uitgepersten mangelwortel, papier te maken ; h e tgeen
ook, blykens een aan ons vertoond staal, in zoo ver
is gelukt, dat zulks, met het best gevolg, voor pakpapier
kan worden gebezigd, en men zich zoo dürft vleijen, dat
deze specie te r bereiding van bordpapier, zeer geschikt niet
alleen, maar misschien beter dan die van lompen zyn zoude.
Om kort te gaan, het is uwer commissie voorgekomen, dat
het ontegenzeggelyk bewezen wordt, dat, zoo er maar
genoegzaam fabryken te r extraheering van de suiker uit
de mangelwortelen worden aangelegd, de indiaansche suiker
zeer wel kan worden gemist; te meer daar uwe commissie
vermeent, dat den kweeker der mangelwortelen meer dan
genoegzaam te vrede zal zijn over de teelt van dit gewas,
aangezien dezelve zooveel winst kunnen opleveren, dat dit
niet alleen voor geen ander gewas behoeft te wijken, maar
zelfs de hoop geeft van dezelve te overtreffen. Trouwens, een
morgen wel beplant, kan jaarlijks, bij een zeer middelmatig
gewas, 60,000, en bij een goed gewas, 100,000 ponden mangelwortelen
opleveren, voor welke de fabrikanten reeds 4 à
5 gulden per 1000 pond betalen.
Het is dus voor den landbouw van dit département alleen-
lijk te wenschen, dat er zich vele fabrieken, to t dat einde
vestigen, opdat in elk district de landman, zonder te verren
afstand, zijnen oogst van mangelwortelen, aan de fabriekanlen
kan leveren. Dewijl het dan zeker is, dat door de bescherming
van een verlieht Monarch, bij het navoigen van den ijver dezer
te Oosterbeek zich gevestigd hebbende fabriekanten, de fabrieken
genoegzame materialen zullen hebben, om het Rijk
met de noodige suiker te gerieven.
(get.) W. R. OP TEN NOORT,
Secretaris.
Merkwaardig overeenstemmend met dit rapport is een schrijven,
van 20 Februari 1811, van een lid der femilie van Embden,
te Arnhem, aan vrienden te Leeuwarden :
»Als U nu eens hier komt zullen wij te Oosterbeek eens
»braaf suiker gaan eten; de waarde vrienden zullen U het
»aangenaam nieuws wel geschreven hebben, dat er te Ooster-
»beek zoo dfen suikerfabriek komt. Uw eerwaarde broeder was
»er reg t mede in zijn schik; nu daar heeft Z.Ed. ook reden
»toe; het kan zo het to t stand komt de opkomst van Oos-
»terbeek zijn.”
(De tegenwoordige fabriek ligt niet in Oosterbeek, maar in
de gemeente Arnhem, buurtschap Klingelbeek. Ze werd in
1868 door een maatschappij opgericht en in 1875 eigendom
van den heer Jan van Embden).
Een juiste omschrijving van wat men in de nijverheid, den
handel en de belastingwetten onder de n am en : kandij, broodsuiker,
melis, lompen, basterd, ruwe suiker, moscovados,
melado, stroop, melasse e. a. m. begrijpt, is uiterst moeielijk
gebleken.
Over de kandij werd op blz. 90/91 gesproken. Onder den
meer gebruikelijken, huishoudelijken naam van »klontjes”
kan ze algemeen bekend geacht worden.
Spreekt men van broodsuiker, dan denkt men aan de
harde, droge, witte suiker in kegelvorm, van omstreeks 10
ä 12 kilo’s zwaarte. Op blz. 8 werd er aan herinnerd, dat
12*