
I
M'T:,
iI -•:
n a a r de Antillen, werden zij la te r ook naa r andere Fransche
kolonien gebracht. Toen, k o rt daarna, de Engelschen in 1795
de Molukken vermeesterden, hieven zij h e t stelsel van u its lu itin
g op, en werd de specerij-teelt m e t k ra c h t begonnen in
S um a tra (Benkoelen) en in andere Britsch-Indische gewesten.
Van de ± 2 millioen KG. noten en de ± '/a millioen KG
foelie, waarop men in 1897 de wereldproductie schatte,
zouden Banda 37,4, S um a tra 19,6, Malaka, 12,5, Minahasa 9,4,
Amboina 7,5, W.-Indlë 6,2, Ja v a 4,9 en Halmaheira 2,5
leveren. Met V f Vierkante mijl plantage kan men, volgens
■ W a b b u k g ’s becijfering, de geheele wereld van deze geurige
producten voorzien.
Ver valscliingen. Ongetwijfeld w o rd t er in den handel ook
m e t de m u sk a a tn o ten geknoeid. Wij hebben d a t reeds aan-
geduid, en zullen ons hier bepalen to t eene vervalsching,
die zich door vernuftigheid onderscheidt.
Eenige ja re n geleden nl. kw am h e t Koloniaal Museum te
Haarlem, door Dr. G. B u s s e te Berlijn, die zich veel m e t
onderzoek van specerijen heeft beziggehouden, in h e t bezit
van nagebootste m u sk a atn o ten , bestaande u it fijngestampt
notenafval (z. g. rompen) en boonenmeel, welk mengsel in
den vorm van muskaatnoot, van de allerbeste soort n a tu u r-
lijk, w o rd t geperst. H et scheen, d a t die valsche noot op
groote schaal vervaardigd werd, waarschijnlijk te Londen.
Deze vervalsching w as n a tu u rlijk n ie t te ontdekken door
den vorm, reu k of smaak, m a ar wel als men de noot door-
sneed, daa r zij n ie t gemarmerd w as als de echte. Nog gemakkelijker
bleek de reeds genoemde naaldproef: de nage-
m a ak te noot la a t geen olie uitvloeien. Men v indt d it kunst-
product in de H aarlemsche collectie. Ook de verschillende soorten
noten en foelie zijn in h e t Museum te bezichtigen, en evenzoo
alle hande lsm onsters van de andere specerijen, gelijk
in ’t begin van dezen beschrij venden catalogus is opgesomd.
FOELI E,
De foelie (= folium, blad) of macis is te gelijkertijd een
w a re zaadrok (arillus) en een valsche zaadrok (arillodium),
wijl zij zich zoowel u it den omtrek van den navel als u it
den ran d van het, poortje (micropyle) ontwikkelt. Zij bekleed
n etvorm ig de binnenzijde van den heutigen dop
(bolster), w aa rin de eigenlijke m u sk a a tn o o t besloten ligt,
en m a ak t derhalve een wezenlijk deel van de volkomen
v ru ch t u it. Niettem in gelastte, volgens de overlevering, de
O.-I. Compagnie h a a r dienaren eens „meer noten en minder
foelie te doen kw e ek en ” ! Zóó meenen nog velen, d at zwarte
en groene thee, w itte en zw a rte peper, van verschillende
planten komen, en houdt men de ro tan (z.g. Spaansch riet)
zelden voor eene palmsoort, m a ar wel voor eene w ate rplant
hi] uitnemendheid!
'i n versehen s ta a t is de foelie vleezig, eenigszins taai,
van k leu r purperrood; door de droging w o rd t zij dofglanzig,
hroos, oranjegeel. Foelie sm a ak t en riek t aangenaam aromatisch,
m in of meer bitter. Zij k omt n u eens ongeschonden,
in den vorm van pla tg ed ru k te netachtige zakjes, dan
weder als grootere of kleinere stu k k e n in den handel. Zij
bevat als voornaamst bestanddeel 1 0 - 1 5 °j^ aetherische olie.
Als reeds vermeld, k omt ook wilde of Papoea foelie in den
handel, en wel h e t m e e st onder den n aam van foelieschillen.
In de pakloodsen w o rd t de foelie onmiddellijk van de
pas geoogste noten losgemaakt, zooveel doenlijk in haa r
geheel. Den versehen zaadrok houdt men gedurende den
nacht binnenshuis nitgespreid op m a tte n of p la tte bamhoe-
manden (niroe’s). Na zonsopgang w o rd t h e t product naa r
buiten g eb ra ch t; h e t kan onder günstige omstandigheden
binnen eenige dagen gedroogd zijn. Tijdens de drogingen,
terwijl de ma ssa nog lenig is, la a t men ze gelijkmatig betreden,
om den p la tten vorm te winnen, die eene verpak-
, king vergemakkelijkt en h e t breken beperkt.
Y I ■