
Y■Yii %il! . / j-r.pi.':.
tîe 1t:;e. '' U. Ft .e ;
r -f 'rite H .iU
■ri r i ' ' . + 1
■f i i i ' - - i r i
.-íífe .'r i r i
ri!
te tetein
Europa heeft, boven de reeds genoemde, nog haar bizondere
aanleiding.
Amerika overvoerde Europa allengs in die mate met g ra nen,
dat de Europeesche landbouwer zijn akkers daarmede
niet loonend meer bebouwen kan. Areesde men eerst, dat de
beetwortelen den bodem meer dan andere gewassen uitputten,
sedert die vrees geen redelijken grond bleek te hebben, legde
men zich op den bietenbouw toe, overal waar gelegenheid
to t goeden afzet geboden werd, en in onderscheiden streken
werd de bietenbouw nu in de plaats van het graan in den
vruchtomloop opgenomen.
Keert men te spoedig en bij herhaling op denzelfden grond
terug, dan gaat de opbrengst van bieten echter niet alleen
achteruit, maar dreigt er voorts schade door insecten (o a. de
bietenkever Atomaria linearis) of door wormen (o.a. de Nematode,
Heterodera Schachtii), die vooral in Saksen nog veel
optreden en de z.g. bietenmoeheid der gronden veroorzaken.
Als het een tak van landbouw of industrie goed gaat en
bevredigende winsten afwerpt, blijft men allicht in den ouden,
beproefd heetenden, sleur voortwerken en spant men zich
weinig of niet meer in voor hervormingen en verbeteringen.
Onmiskenbaar dreigt dan evenwel een tijd van verrassingen
en teleurstellingen, die, onvoorbereid als men is, droevig u it
den dommel wekken en schade en verliezen berokkenen. De
koloniale suikerindustrie heeft dit ernstig ondervonden doch
ook bewezen, dat de nood een krachtige prikkel tot inspanning
en zorgen wordt. In 1884/85 beleefde ze een cri.sis, die ze
gelukkig te boven kwam, omdat men er met alle kracht en
geldelijke offers naar streefde de door de jongere zuster sinds
lang reeds toegepaste hulpmiddelen in practijk te brengen en
zoo zal men ook de crisis van heden moeten overwinnen,
daar men wel overtuigd kan zijn, dat bij lange na nog niet
het laatste woord gesproken werd. In onze volgende hoofdstukken
komen wij hierop terug. Alvast worde nu met vol-
doening en lof gewezen op het in het leven roepen op .lava
van vereenigingen, te r bevordering van de gemeenschappelijke
belangen der fabrikanten. Die saraenwerking had de oprichting
tengevolge van proefstations, waaraan bekwame wetenschappelijke
mannen verbonden zijn. Het eerste station verrees te
Semarang (later verplaatst naar de binnenlanden.) Blijkens
de Statuten beoogde het de toepassing van wetenschappelijke
beginselen op de suikerindustrie op Java, ten einde längs den
kortst mogelijken en minst kostbaren weg naar steeds beter
loonende resultaten met de teelt van het riet en de fabricage
der suiker te streven.
I I. Be s c h r i j v i n g van de Sui ke r .
W a t men in het dagelijksch leven onder suiker verstaat^
maakt slechts een deel uit van het begrip, dat de wetenschap
er aan hecht, — is als ’t ware het type van een reeks
lichamen, die, in eenige eigenschappen geheel overeenkomende
en onderling soms nauw verwant, in andere daarentegen
aanmerkelijk verschillen en ver van elkander staan. Duidelijk-
heidshalve moge hier een kort woord over haar scheikundige
beteekeifis volgen.
De scheikunde noemt suiker: alle zoetsmakende vegetale of
animale koolhydraten, die onder zekere voorwaarden, direct
of indirect, in alkoholische gisting kunnen overgaan. Vooral
deze eigenschap is zeer wezenlijk en kenmerkend, waarom de
zoete glycerine en glycyrrhizine, de saccharine e. a. m., dan
ook niet to t de suikergroep gerekend kunnen worden. Als
algemeen en hoofdkenmerk gelden de zoete smaak en de
oplosbaarheid in water.
In het plantenrijk speelt de suiker een voorname rol. Ze
'I ■',' ..