
I
5.37 % asch, meerendeels phosphaten van kalk, magnesia en
potasch.
Rost van Tonningen, Fromberg’s eerste adsistent, trof in
het persvuil, de perskoeken, 1 9 % water, 5 9% organische
stoffen, meerendeels eiwitachtige, 4 .7 % was o f v e t e n l7 .4 %
asch, waarvan 8 phosphaten, 4 kalk, 3 zand en 0.8 potasch.
Het was, dat aan de oppervlakte van het rie t voorkomt,
werd door Dumas Cerosie genoemd en Avequin schatte de
hoeveelheid per rietstok op 2 à 3 grammen.
Stelselmatig voortgezette vergelijkende proeven zullen, in
den regel, wel moeten uitmaken, welk verband er tusschen
de samenstelling van den bouwgrond en het gehalte van ’t
daarop gekweekt riet bestaat. Voorts, in hoeverre bepaalde
meststoffen invloed kunnen oefenen op het rietsap, waarom
het den fabrikant toch boven alles te doen blijft. De quantiteit
van een rietoogst zal, het economisch succès op den voorgrond
gesteld, altijd ondergeschikt aan de qualiteit blijven. Zoo kan
men b.v. door zware stikstofbemesting wel zijn massa riet
vergrooten, maar heeft menige ervaring geleerd, dat het
rietsap zich daarentegen minder edel en rijk toont.
Het is mij altijd onverklaarbaar voorgekomen, dat men,
alleen op grond van een aard-analyse, deze of gene kimstmest
d ü rft aanbevelen en de vrees is gewettigd, dat men zich, bij
gestadige toepassing van bepaalde mengseis of samenstellin-
gen, nog wel eens aan een hoogst bedenkelijke eenzijdigheid
schuldig maakt.
De bizondere aandacht moge nu nog gevraagd worden voor
het onderzoek van suiker en suikerhoudende vaste of vloei-
bare stoffen, de
S a c c h a r i m e t r i e .
In de ruwe suiker, die door de fabrieken wordt afgeleverd,
zijn, buiten toevallige inmengselen, ook nog verschillende
stoffen vertegenwoordigd, welke in het plantensap, waaruit
ze bereid werd, voorkwamen.
Kan die ruwe suiker nu — de rietsuiker althans — wel
dadelijk in gebruik genomen worden, verreweg de groote
massa onderwerpt men eerst nog in bizondere inrichtingen,
de raffinaderijen, aan een zuivering of raffinage. Daarom geeft
de schatting van haar rendement — gehalte zuivere suiker of
raffinade —• in den handel den doorslag aan de bepaling van
hare waarde, en grondt de fiscus er zijn belastingaanslag op.
W a t te dezen nu voor ruwe suiker geldt, is eveneens van
toepassing op suikersappen, stroopen en alle andere suikerhoudende
vloeibare of vaste handelsartikelen, die onder ’t
bereik van den fiscus vallen.
Nu heeft men bij de schatting der ruwe suikers wel te
onderscheiden; het theoretisch gehalte en het werkelijk te
winnen rendement. De stoffen, die de suiker vergezellen,
met name de zouten en de glucose, kunnen inverteerend op
haar werken en haar volkomen afscheiding bovendien be-
raoeielijken en verhinderen.
Zoolang de beetwortelsuikerindustrie betrekkelijk nog niet
of weinig te beteekenen had, geheel beheerscht althans werd
door hare oudere zuster, de koloniale rietsuikernijverheid,
gaf de Nederlandsche ma rkt den toon aan.
Groote partijen koloniale suiker werden hier aangevoerd,
en de Nederlandsche Handelmaatschappij, die, als Agent van
de Ned. Regeering, de zendingen behartigde en de verkoopen
regelde, had de ruwe suikers naar de kleur in 20 nummers
onderscheiden, een klasseering die, als typenstelsel, door de
geheele handelswereld gevolgd en geeerbiedigd werd en voor
deze ook werkelijk een groot gemak mag heeten. Wel is
waar blijft schatting naa r kleur, waarbij zekere klam- of
slapheid van het product in aanmerking wordt genomen, een
vrij willekeurige, die dan ook nog al eens aanleiding tot
geharrewar onder producenten en handelaren gaf, maar in
het typenstelsel waardeert men verhoudingen en, op de basis
van zeker nummer verhandeld zijnde, weet men hoe de overeengekomen
waarde in hooger of lager nummers stijgt enda alt.
9*
■I
H.; .
.'Ife
■ I ( .1'"
umpw/iijp i