
dus ook met dien vun voortgaande ontwouding, ware redelijk
en wenschelijk geweest, dat men van den aanvang af had
overwogen, waar een herwouding gebiedend mocht heeten.
Die gronden, welke men voor bebouwing verlangde aan te houden,
zouden dan aan goede verzorging kunnen zijn onderworpen
door de teelt van gewassen, met name van Vünderbloemigen,
welke almede zouden hebben bijgedragen tot deugdelijke i es
tauratie. Waren aan zulke regelingen kosten verbonden g e weest,
ze zouden, onmiskenbaar, op den duur voordeelig zijn
gebleken. De ondernemingen waren er immers binnen matige
grenzen door te beperken geweest, — een administratief
voordeel al dadelijk, dat echter ook verhoogd zou zijn geworden
door opheffing van de noodzakelijkheid om gedurig nieuwe
scburen en loodsen, enz. te bouwen. Eindelijk zou men zich
de aanzienlijke jaarlijksche uitgaven aan kunstmest, die tweede
en verdere beplantingen nu eischten, bespaard hebben. W a t
gepasseerd is kunnen we nu evenwel laten rusten. Maar, met
aile ondernemers of maatschappijen be.scbikken heden nog
over overvloed van gronden en voor hen vooral zullen een
rationeele bebouwing en regeling de ernstigste aanbeveling
blijven verdienen.
Ware Deli goed bevolkt, dan zouden de middelen tot behoud
van den kostbaren grond voor de hand gelegen hebben ; men zou
de eenmaal ontgonnen gronden in bebouwing hebben gehouden
en, bij ’t in acht nemen van goeden wisselbouw, zoo
noodig met bemesting, ware niet noodig geweest vele jaren
te wachten met een nieuwe tabaks-beplanting.
al uit China, Amerika (Cuba) en van Manilla ingevoerd z u llen
zijn.
Op Java heeft men van lieverlede als typische vormen leeren
onderscheiden: a. de Java-tabak, die 16 ä 20 groote, breede
en puntig uitloopende bladeren, met gladden steel, ontwikkelt.
Deze soort wordt bij voorkeur door de inlanders voor de
inlandsche markt geteeld. h. Canarie-tabak, die rnen voor een
bastaard van de havanna houdt. Het blad is breed en puntig,
langer dan van a en van een smaller) baai’d aan den steel
vooi'zien. Deze verscheidenheid schijnt al vroeg, bizonder in
de afdeeling Blitar (Kediri) gekweekt en in 1868 van daar
naar Besoeki overgebracht te zijn.
De Heer C A. M. v a n d e r V l ie t kweekte reeds in 1 8 6 3
fi'aaie planten u it zaad van Manilla, maar in bet tweede ja a r
kon men reeds een vei'bastering waarnemen, en had het ge
was eenige overeenkomst met de Canarie-labak. Dit feit, schier
bij alle proeven opgemerkt, bevestigt de bij herhaling u itg e sproken
Stelling, dat bodem en klimaat samenwerken tot het
itr ’t leven roepen van voor de plaats eigenaai’dige tabaksoorten •).
c. Kooltabak. Een sierlijke, krachtig ontwikkelende soor’t
') In het verslag omtrent ’s Lands Plantentuin, te Buitenzorg over het jaar
1893 vinden we nog eens aangeteelcend : „Het was in de la a lsle ja ren al
„meer en meer gebleken, dat de meeste der hier gekweekte variëteiten van
„tabak sterke neiging tot verbastering toonden. Daarom werd er in het vorige
„jaar maar van enkele variëteiten, die het beste haar type bewaard hadden
„zaad geoogst.”
Ik cni'siveerde „in de laatste jaren”, omdat bier toch inderdaad niets meer
kon bedoeld worden dan een ievesiiging van wat op Java reeds meer dan
dertig jaren geleden afdoende ervaren was. En zou het feit ons hebben kunnen
verrassen of bevreemden? Ik betwijfel dit zeer. Geen enkele van buiten
geimporteerde variëteit of quasi soort, bad wellicbt eenige originaliteit, en
bastaards of variëteiten hebben onder schier alle cultuurgewassen steeds en
overal de neiging getoond oni bij vermenigvnldiging längs geslachtelijken weg
of bij verhuizing, te ontaarden. Bovendien; men spreekt van Deli-tabak als
ware alle tabak die van Sumati'a’s oostkust komt, van gelijke hoedanigheid en
tuch kan een raadpleging van de markt dit wel anders leeren.