
pepe rplant ook overgebracht. De maleische naam van de
zw a rte peper is lada itam, van de w itte I. poetih. Onder
m a ritja v e rs ta a t men de gemalen peper. Van de wereldproductie,
welke op 25 à 30 millioen kilo’s geschat wordt,
komt drievierde deel u it onzen archipel ; h e t product w o rd t
meerendeels n a a r Engeland uitgevoerd.
De peperplant heeft een aan de knoopen geleden en aldaa
r worteldrijvenden en knobbeligen stengel, m e t bladeren,
die afwisselend, lederachtig, gaafrandig, breed eirond, 5 - 7
nervig zijn en peperachtig smaken. De bloemaren, die 20—30
v ru ch tje s voortbrengen, en tsp rin g en aan de tegengestelde
zijde van den bladsteel.
De pepe rplant w o rd t voortgekweekt door % M. lange
stekken. Men p la a ts t ze tegen stak en of tegen levende
boomen (waarvoor me estal de Dadap minjak, een in Indië
welbekende schaduwboom u it h e t geslacht E ry th rin a bestem
d wordt), teneinde aan den opwaarts groeienden stengel
een behoorlijken s te u n te verzekeren. Ook de pinangpalm
(Areca) doet wel d ie n st als steu n , en men zou hiervoor
zeker ook wel den kapokboom (Eriodendron) m e t voordeel
k u n n en b en u tten , omdat van dezen w in s t is te trek k e n
door zijne welbekende w itte zijdeachtige wol (kapok) en de
door deze omhulde oliehoudende zaden. Zeer zijn als peper-
steu n se l aanbevolen s ta k en v an ijzerhout. De peperplant
behoeft nl. geen schaduw, en heeft er geen voordeel van, als
hare wortels h e t voedsel moeten deelen m e t den steun-
boom. Een ja a r n a u itp lan tin g m a ak t m en de uitgegroeide
ra n k van h a a r steu n sel los, en begraafc h aa r er om heen.
U it de knoopen en tsp rin g en dan loten die, opnieuw zich
ontwikkelende en om den ste u n strengelend, hinnen w e inige
ja re n een d ic h t en k ra ch tig omkleedsel van den
steunboom of s te u n s ta a k vormen.
De peperranken k u n n en to t 15 en m e er m e te rs opgroeien ;
zoowel voor eene gemakkelijke oogsting der v ruchten als
te r voorkoming van overmatige belasting der steunsels,
hou d t m en ze k o rte r (tot 5 M.) Op v ru ch tb a ren grond kan
de p la n t reeds in h e t 3® of 4® ja a r v ru ch ten voortbrengen.
Haa r grootste d ra ag k ra ch t b e re ik t ze echte r e e rst op
7 - 9 -ja r ig e n leeftijd, om n a 1 5 - 2 0 ja re n te ru g te gaan.
Over ’t algemeen is de jaarlijksche productie zeer wissel-
vallig, 0. a. zeer afhankelijk zijnde van de weersgesteldheid
tijdens den bloei.
Zoodra zich onder aan h e t k a tje een paa r der rijpe roode
eenzadige bessen vertoonen, a c h t men den oogsttijd daar.
Een dag n a den pluk w rijft men de v ru ch tje s voorzichtig
van den gemeenschappelijken steel (spil der vruchtaar) los, en
sp re id t ze op m a tte n u it te r droging door de zonnewarmte.
Bij regenachtig weer geschiedt deze droging in mandjes
nabij h e t vuur. Door de droging kriigen de korrels h aa r
donkerbruine of zw a rte k leu r en min of meer gerimpeld voorkomen.
De gedroogde peper w o rd t nog door wan n en van
Stelen en losse schilletjes gezuiverd. V erlangt m en witte
peper te bereiden, dan mögen alleen rijpe, ^ d. z. roode,
v ru ch tje s ingezameld worden. W itte peper is toch n ie t
anders dan ontbolsterde zw a rte peper, de peper„hes” zonder
h e t vruchtvleesch, en alleen goed rijpe v ru ch tje s la ten gemakkelijk
h u n opperhuid los. Drie dagen na den pluk
worden daartoe de vru ch tjes m e t w a te r overgoten en dan
tu ss ch en de handen gewreven. Na droging der w itte of
grijze korrels heeft nog eene zifting pla ats te r verwijdering
van de schillen. De w itte peper onderscheidt zich van de
zw a rte door min d e r scherpen sma ak, en d it wel omdat
ju is t h e t verwijderd dunwandig (parenchymateus) weefsel
bizonder rijk aan oliehoudende cellen is. Tegenwoordig
m a ak t men ook vaak w itte peper, door de gewone zwarte
peper van den handel (dus de onrijpe gedroogde vruchtjes),
eenvoudig droog te schillen, w a t in Engeland machinaal
geschiedt. De zw a rte peper van den handel doet zich voor
I . ■;