
'Hg
:
84
driekant, aan de uiteinden versmald, vleezig, glad, re u k loos.
Bij doorsnijding d ru ip t er een reukloos slijm uit, dat
n aaldkristallen van zuringzure kalk b eva t en dientengevolge
roodheid, zwelling en pijn verwekt, zoo h e t op de huid
wordt gewreven. Inwendig v in d t men de v ru c h t voorzien
van drie parie tale zaadlijsten, die eigenlijk dubbel^ zijn en
w aa rvan elke helft zich op nieuw, in tw ee naa r bu iten omgekrulde
platen, verdeelt. _ , , ,
In de vanielje-bloem komen de beide geslachtsorganen
voor, m a ar zoodanig door een vlies gescheiden, d a t h e t
stuifmeel moeilijk of n ie t m e t den stam p e r in aan rak in g
komen kan. Bovendien is h e t stuifmeel m e t een w a sa ch tig
huidje hedekt en to t eene klonterige ma ssa saamgepakt.
Eene gereede bestuiving w o rd t hierdoor schier onmogehj .
In Mexico k om t een in se c t de n a tu u r te hulp. Azende op
den honig, die in de bloempjes afgescheiden wordt, s trijk t
h e t in se c t over de hloemknoppen en legt daardoor de stmf-
meelkorrels bloot, die n u h e t diertje op zijnen weg naa r
den stam p e r volgen en zich aan dezen hechten. Zoo is h e t
op voedsel azend insect, onbewust, als middellijk bevruch-
te r der vanieljebloesem aangewezen. In tu ssc h en verrich
het dezen arbeid n ie t ste lselmatig, la a t h e t de meeste bloemen
vrij, en is daarvan h e t gevolg, d a t sle chts weinige
bloemen aan een ran k to t v ru ch td rag in g komen.
De vanielje is in Europa wel gelijktijdig met, en als bestanddeel
van, de cacao ingevoerd. Reeds in h e t beroemde-
Cruydtboek” van Dodonaeus (Leiden 1608) w o rd t de vanielje.
v ru c h t beschreven. Zij is als exc itans in de g ene eskunst
gebruikt, doch h e t belangrijkst is toch steeds geweest d e
aanw en d in g a lsk o ste lijk a rom a in sommige spijzen endranken.
U it Mexico is de vanielje-piant n a a r andere tropische la n den,
o.a. n a a r Réunion (Bourbon) en J a v a overgebracht In
1841 kw amen de ee rste vanielje-planten, die men in Nederland
in kassen gekwe ekt had, op Java. In ’s lands plantem
35
tu in te Buitenzorg groeiden en vermenigvuldigden zij, onder
de zorgen van Teijsmann, u itn em e n d ; intusschen, al
bloeiden de planten, de v ru ch tz e ttin g bleef achterwege : het,
bij de bevruchting helpende in se c t w as iiiet u it h e t vader.
land der vanielje mede overgebracht. E e rst in 1850 mocht h e t
genoemden h o rtu la n u s en zijnen bekwamen adjunct-hortu-
lanus Binnendijk gelukken, m e t succès de k u n stm a tig e bev
ru ch tin g te volbrengen. Van enkele in 1850/51 bevruchte
bloemen werden, om stre ek s 9 maanden n a de h ie rn a te
beschrijven k u n stb ew erk in g , ’n paa r ponden v ru ch ten gewonnen.
H e t volgend ja a r produceerde men ie ts meer en
de derde oogst klom to t eenige honderden ponden. De m ak e laars
in Nederland getuigden g ü n s tig om tre n t de q u a lite it
der ee rste bezendingen.
C u ltu u r en b e r e id in g .
Teijsmann was de ee rste die op Java, te Buitenzorg, een
vanielje-tuin van beteekenis aanlegde (nu een halve eeuw
geleden). De zorg voor dezen tu in n am zijne wakkere vrouw
op zich. De proef mocht zieh, ook financieel, in een schit-
terend succès v erb eu g en : de vanielje werd to t hooge prijzen
(tot f 80 per kilo soms) verkocht. Geen wonder, d a t zijn
voorbeeld spoedig navolging vond en, vooral in de afdeelingen
Batavia en Buitenzorg, verschillende personen zich aan
deze c u ltu u r waagden en eenige bouws aanlegden. H et
hoogtepunt der Jav a -cu ltu u r w as in 1874 m e t sle chts 2435
K.G. Toen de productie toenam, daalden de prijzen der vanielje
naar evenredigheid en bleek h e t al spoedig dat, mocht
vanielje-cultuur als nevenzaak nog loonend blijven, h e t
niet geraden w as daarvan een hoofdbedrijf te maken, te
meer daar velen sle chts eene inférieure w a a r leverden.
Dit la a tste zal wel de hoofdoorzaak van ’t vervai der cul-
tu u r zijn geweest, w a n t Ja v a heeft n im m e r zooveel vanielje
!i t-; ■ r
: : te.
H " .
■ i ’
L H '
J