
■Y; :
: .
te: mI
reeds als waarheid aangenomen inzichten geleid! Hoe leerden
ze, dat de gedurende meer dan twee eeuwen gehoekstaafde
meeningen den toets niet konden doorstaan ! Als wij straks
de cultuur behandelen, de scheikundige onderzoekingen der
laatste 25 jaren en den handel in kinabast bespreken, zullen
wij gedurig opmerken, dat onze kennis tijdens de invoering
der cultuur op Java nog bij uitstek gebjekkig was en dat
men, daarop afgaande, gestadig teleurstellingen ervaren moest.,
Dat er dus wel eens misgetast werd, dat de meeningen ver-
schillen konden, wien zou 't kunnen verwonderen! Maar be-
droevend was, dat hoog staande mannen zich daardoor to t
hartstochtelijken strijd konden laten verlokken.
E r bestond al spoedig twijfel, of onder de door Hasskaid’s
missie verworven planten wel degelijk de kinasoort aanwezig
was, welke door Weddell als de beste, als de koningskina,
de Cinchona Calisaya, besclireven was. Blume was een der-
genen, die reden to t wantrouwen meenden te hebben en,
jammer genoeg, de in den hortus te Leiden nog overgehouden
planten bleven zorgvuldig verborgen, ook voor hem, die zich
met de Vriese zooveel moeite voor het overbrengen der kina
gegeven had en waarlijk wel in Staat geacht mocht worden
omtrent de identiteit een oordeel u it te spreken.
In de laatste week van September 1855 noodigde Blume
schrijver dezes tot een bezoek aan den hortus u it; ik was
destijds op last van den Minister van Koloniën te Leiden,
ten einde mij, onder de leiding van Blume en de Vriese, aan
de kinologie te wijden. In den hortus gekomen, liet Blume
zijn ambtgenoot de Vriese met ons bezoek in kennis stellen
en, toen deze verscheen, aanstonds blijken, dat hij oni mijnent
wil was gekomen, te r bezichtiging van de levende planten,
waarvan ’s Rijks herbarium voor de studie slechts gedroogde
exemplaren konde aanbieden. De ontrnoeting der heeren was
hoffelijk en stijf. De kina-kas werd echter dadelijk geopend
en, met het oog van den kenner, liep Blume op een aanzienlijke
partij planten aan, mij zonder aarzeling wijzende
op de bizondere kenmerken van de Cinchona Calisaya, fluweel-
glans der bladeren en de hierop scherp uitkomende kleine
klieren (scrobiculae). De Vriese antwoordde op een eenigszins
ironische vraag van zijn ambtgenoot, dat hij dezen geen
rekenschap van zijn verborgen houden der planten te geven
had. Blume vertelde mij, dat Dr. Weddell op verzoek van
de regeering naar Leiden was gekomen en den 24en te
voren de planten had gedetermineerd : dat er sedert dus geen
reden tot afsluiting meer bestond en hij zelf met Weddell
gesproken en ’t nu niet onaardig gevonden had zijn collega
eens te veri'assen. Weddell had een deel der planten als
Cinchona Calisaya herkend, een ander deel (de als Cinchona
ovata ingevoerde) niet tehuis kunnen brengen. Gelukkig be-
greep de Vriese, over wiens medewerking ik mij niet te beklagen
had gehad, mijn volkomen onschuld aan de voor mij
pijnlijke samenkomst. Zonderlinge loop van 't noodlot, dat
de Vriese, op zijn heurt, toen hij enkele jaren later op Java
kwam en eens na een voor hem ongewone, vermoeiende
tocht te paard een der kina établissementen bereikte, tot zijn
teleurstelling moest ervaren, dat het hem zelfs niet door den
opziener vergund kon worden zijn kweekelingen te zien!
Het consigne was .streng. Zonder vergunning van Junghulm
mochl geen vreemdeling worden toegelaten (Indisch Bijblad
n°. I0 I7 ) . Aan den ingang van aile plantsoenen was een
bord met het »verboden toegang” geplaatst; de kinacultuur
had in dien tijd den naam van »de geheime cu ltu u r” . Waarom
de Vriese zieh dan niet door Jun g h u h n had laten introdu-
ceeren ? Het zonder diens voorkennis bezoeken van een kina-
etablissement getuigde zeker niet voor een vriendschappelijke
verhouding.
Na Ju n g h u h n ’s aftreden werd de toegang to t de kina-
etablissementen niet alleen opengesteld, maar gestadig zelfs
een bezoek van belangstellenden uitgelokt, omdat men zich
gaarne door opmerkingen en terechtwijzingen liet leiden.
Dat Hasskarl reeds na anderhalf ja a r werkens zijn taak