
I
: 't \
i •• te Y
de aarde rondom de plantjes te onderzoeken en de daarin
mogelijk voorkomende larven te dooden.
In ontwikkelde tuinen wordt het oog meermalen getroffen
door boomen, die er onfrisch uitzien, — in ’tg e le of roode
loopende bladeren, soms reeds met wankleurigen stam. De
oorzaak kan alweder een larve zijn, die in den stam huist
en dezen op zekere hoogte reeds ringde. Met een metaaldraad
is het dier dan meestal nog wel te naderen en te voorschijn
te halen. Was zijn uitwerking reeds doodelijk op het boven-
deel van den boom, dan handelt men verständig met het afzagen
van dat deel, — dus even onder de door ’t insect gemaakte
opening.
Den meesten last hebben de kinaplanters van een nietig
insect, dat echter door een enorm aantal geweldige macht
uitoefent: de Helopeltis Antonii, een hemipteer. In ’68
werd zijn schadelijken invloed het eerst waargenomen,
door het gekruld voorkomen en eindelijk zwart worden der
kinabladeren. Jaren achtereen bleef het gedierte zelf onop-
gemerkt. Met allerlei middelen werden de boomen besproeid,
maar steeds dook de plaag weder op. Door snoeien werd naar
beperking gestreefd en deze inderdaad voor een wijl ook
bereikt, maar een herhaald overmatig snoeien ware slechts
te verdedigen geweest, had men de kwaal daardoor werkelijk
voor goed overwonnen.
Van den aanvang af werd aan insecten de schuld geweten,
maar het duurde jaren vóórdat Moens het vermoeden bevestigen
kon en genoemde Helopeltis als de schuldige aanwees. •)
Het diertje is wel nietig in voorkomen, maar te kwaad-
aardiger in zijne werking. Een volledige beschrijving gaf
Moens in zijn bekend werk. De kinaplanters weten nu een
‘) Het insect is later door "Waterhouse bsschreven als Helopeltis Bradyi.
In het Koloniaal Museum te Haarlem is thans eene verzameling van
alle insecten, welke op de kina azen. Zij werd met bizondere zorg door
van Leersum voor het museum hewerkt.
maal, dat er geen andere middelen zijn dan gestadig toezicht,
met vangen en dooden. Het is een werk dat men best aan
vrouwen toevertrouwt en het budget moet er rekening mee
houden.
Onder de ziekten hebben wij in de eerste plaats het oog
te houden op die, welke in de plant haar oorsprong hebben
(constitutioneele). Er valt dus met zorg te letten op het
zaad en de zaailingen. Houden deze reeds de kiem van ziekte,
dan kan men op geen ontwikkeling van flinke boomen rekenen.
Door uitwendige invloeden kunnen echter de gezondste boomen
ziekelijk worden en dan dient men er naar te streven die
invloeden te ondervangen en de ziekelijke plekken door uit-
snijding te verwijderen. Een der meest voorkomende ziekten
is de kanker, die zich in velerlei vormen, onder en boven
den grond, aan de boomen vertoonen kan. Verwijdering van
de aangetaste deelen en hestrijking met middelen als koper-
zouten of sublimaat, zijn de gewone voorschriften, welke echter
niet zelden hun uitwerking schuldig blijven, indien de verschijnselen
reeds te ver gevorderd waren.
Onder alle omstandigheden trachte men het weerstandsvermogen
der boomen te versterken: door een flinke grondbewerking,
bemesting, rationeele snoeiing en het letten op
drainage.
Surrogaten van kinine.
Aanvankelijk drongen de kostbaarheid van den kinabast en
de kina alkaloiden tot het zoeken naar Surrogaten. In de eerste
plaats had men het oog op bittere plantenstoffen, en hoe
dikwerf heeft men niet gemeend er te vinden, welke de kina-
alkaloïden zouden kunnen vervangen.
Al kunnen thans de lage prijzen van kina-basten en -alkaloiden
reeds sinds jaren bij het zoeken naar Surrogaten niet
meer den doorslag geven, de wetenschap streeft naar gestadige