!' '
I'-
48. C. Calisaya, bast, Baros (als boven).
4 9 (3 6 ). Een karton met bast van Cinchona Calisaya Javanica (ingev.
door Hasskarl) a l s ;
N ”. I. Stambast van Tjinjiroean (lang stuk met geregenereerde bast).
2. „ „ Rioengoenoeng.
3. „ „ Tjibitoeng.
4. Takbast van „
5. Wortelbast.
50 (3 7 ). Een karton (1877) met bast van boomen, gekweekt uit zaad door
Schuhkraft gezonden. (Cinchona Calisaya Schuhkraft).
N". I. Stambast.
2. Bast van ’I boveneind e eens stams.
3. Takbast.
4. Stambast van Sumatra.
5. Wortelbast.
51 (38). Bast van het ondergedeelte van den stam, plantsoen Tjibodas.
52(39). Een pakje bast uit de v e ilin g te Amsterdam in 1872 gehouden.
5 3 (40). Een pakje bast uit de v e ilin g te Amsterdam, aangev. p. IJmuiden
(51— 53 de Vrij).
5 4 (41). Een doosje met bast van Cinch. Calisaya.
55 (42). „ id. „ „ „ id.
5<^(43)- )) »3 >3 S3
57 (44). „ pakje bast N°. i (N°. 54— 57 met opmerkingen van de Vrij).
5 8 (45). „ „ „ van Tjibodas.
59(46). „ stukje bast van Tjibodas, met opmerkingen van de Vrij.
60(47). » pakje bast, van Gorkom.
6 1(48). „ pakje Koningskina (N “. 1), eerste aanvoer van den Tang-
koeban Prahoe (Oudemans).
^2(49). Een pakje Cinch. Calisaya. o o g st 1874.
Hout enz.
63 (50). E en stnk stam C. Ledgeriana van 1866 (oud 10 jaar).
64(51). „ ,. „ „ C. Calisaya Javanica, oud 10 jaar (van 1866).
65 (52). „ „ „ „ Cinchona Calisaya Schuhkraft (van Leersum
1896).
6 6(53). Een stuk stam van Cinchona Led gerian a (als boven).
67(52). Een stukje wortelhout, met mycelium gelnfecteerd (van Tjibodas).
6 8(53). D r ie schijfjes hout. van Gorkom.
69(54). Stamschijf van een boom, oud 13 jaar, gegroeid op 1430 M.
boven de zee-oppervl. van Gorkom 1869.
70(55). T w ee stukjes hout, met analyse van den bast door de Vrij.
71 (56). Een stukje hout met opmerkingen van de Vrij
7 2(57). Een doosje met vulkanische modder van Tjibodas. (Padas,
Tjadas of Wadas.
73 Brief (met facsimile) van Ch. Ledger, in 1895 geschreven uit
Goulburn (N. Z. Wales).
C i n c h o n a H a s s k a r l i a n a Miquel. ' )
P l a n t e n .
74(58) Een karton met C i n c h o n a H a s s k a r l i a n a M i q. (1877).
75 (59). Cinchona Hasskarliana zaadplant, afstammeling van door Hasskarl
uit Amerika aangevoerdeplanten, oud iz ja a r , plants. N a g rak (i8 7 4 ).
76 (60) Idem, als boven,
77(61). Idem (C. Calisaya hybr. *) de Vrij) Java zaad.
78(62). Idem ( id. id. „ „ ) zaadplant.
79 (63) Idem, met lange vruchten 2) (Oudemans 1872).
8 0(64). Idem, ,, korte vruchten ( „ „ ).
81. Cinchona Hasskarliana, volledig herbarium (van Leersum 1896).
B a s t e n
82(65). Een karton met bast van Cinchona Hasskarliana (1877).
N o . I. Stambast van Tjibeurem.
2. id. „ Rioengoenoeng.
3. id. ), Tjibeurem.
4- id. „ Rioengoenoeng.
5. Wortelbast.
b Dr. J . B. de Vrij is v a n oordeel, dat de C. Ha sska rliana op J a v a ontstaan is
door k ru isin g v an Calisaya met Pahndiana. Prof Miquel beschreef haar a ls een
eigen soort, daar hij deze door hem gedoopte plan t ook aantrof in h e t door Hasskarl
u i t Am e r ik a meegebraohte herbarium. D e heer de Vrij sohrijft dienaangaande s.d.
8 Mei^ 1896 nog h e t v o lg en d e : „daar ik met eigen handen de v ru ch ten g e o o g st h eb ,
m t w ie r zaden de z.g. Hasskarliana’s ontsproten zijn, b e z it ik de zekerheid, dat die
soort (/) een hybride is v an eene z ieke C.disaya, bevrucht door h e t stuifmeel van
e en ig e in onmiddellijke nabijheid w e lig bloeiende Pahudiana’s. Tijdens de vruohtdra-
gm g s tie r f de boom, die in mijne tfgenw oordigheid u it den grond gehaald en nna r
Lembang vervoerd is, alwaar hij door Jungh uhn gephotografeerd is. Een afdruk dier
photo IS in het b e z it van h e t Dop. v an K o l. te ’s Gravenhage.”
B edoelde ph o to is sedert door genoemd D ep . aan het K o l. Museum afgestaan
(zie No. 22 2 ).
’ ) D e Hasskarliana wordt duidelijk gorepresenteerd door 2 hoofdvariiiteiten, een
met korte en een met lan g e v ruchten ; de eerste komt nader to t de C. Calisaya dan
de 2 e, w ie r bladeren gro v er en meer b eh a a .d zijn.