
fete
fife
fe I
%
’87 zelfs to t 12 S. 9 d. In 1889 werd voor een korten tijd
als maximum 25/3 en in Juli 1893, 20/6 bereikt, maar
meestal varieerde de waarde van Java’s in de jaren 1885 tot
de eerste helft 1894 tusschen 14 en 17 S. per 50 kilo’s.
In laatstgenoemd ja a r liepen de prijzen van 15/9 in Januari—
Februari, successievelijk op 11/9 in December terug, om in
F eb ru a ri—Maart 1895 tot 11 S. te vallen. Dit is tot heden
de laagst bekende prijs voor Java suiker,
Een twintigtal jaren geleden werd alle Java-suiker nog
met zeilschepen verzonden ; thans geschiedt de afscheping
voor negen tienden per stoomboot Stoombooten met bestemming
naar Europa en Amerika, richten zich gewoonlijk
naar Port Said of Malta om orders ; zeilschepen naar Cadix,
Lissabon of liet Engelsche Kanaal, waar zij de lossings-
haven vernemen. Zelden heeft een schip meer dan een los-
singshaven en bij uitzondering wordt deze op Java reeds
aangewezen Mailbooten maken op dezen regel echter wel
uitzonderingen.
Cok de scheepvrachen zijn intuschen sinds 1884 voelbaar
achteruit gegaan, en is dit een niet gering te schatten factor
voor den producent. Betaalde men tot genoemd ja a r aan
zeilschepen van Java naar Europa circa 55 S. per ton,
tegenwoordig loopt het ta rief tusschen 20 en 30. De eerste
factuur suiker, die in 1878 van Java per stoomschip afgezonden
werd, was 80 S. verschuldigd en heden bedraagt
de gewone vracht 32 S. 6 d. tot 35 S. per ton. De grootte
van de Java suiker-ladingen varieert per zeilschepen van
1500—3500 en bij stoomschepen tusschen 2500 en 6000
tons per bodem.
Sluiten wij ons overzicht van de productie en de handelsbeweging
met de aanteekening, dat, in den regel, de bietsuiker
wordt verhandeld op de basis van 88 % titrage en
„vrij aan boord” Hamburg; de rietsuiker op 97 à 9 8%
titrage, zeilconditiën (floating terms) Engelsch kanaal.
Voor ieder procent verschil in titrage (degree) boven 88 %
wordt.IVa d- meer betaald; het hoogste verschil, 10 degrees,
zou dus 15 d. = 75 cents kunnen zijn, maar heet door
bizondere omstandigheden wel eens tot het maximum van
2 s. = /■ 1.20 te kunnen stijgen.
IX. E i e t - a n a l y s e s . S a c ch a r ime t r i e .
De kennis van de scheikundige samenstelling van het riet
en het rietsap liet fabrikanten op Java te lang onverschillig.
Men was er zich niet bewust van, of achtte het de overweging
niet waard, dat er zonder die kennis en haar toepassing
op de verwerking der grondstof, veel bedorven en verloren
worden kan.
De eerste wetenschappelijke onderzoekingen van op Java gekweekt
riet vonden plaats in het landbouw-scheikundig labp-
ratorium te Buitenzorg, dat, op advies van den hoogleeraar
G. J. Mulder, onder de regeering van J. J. Rochussen als
Gouverneur Generaal, opgericht, — op advies van denzelfden
geleerde, in 1860 onder het opperbestuur van J. J. Rochussen,
als Minister van Koloniën, werd opgeheven. Het heette „dat
Java voor zulk een wetenschappelijke inrichting nog niet rijp
bevonden was” .
Vijftien ja ren later ongeveer, begonnen enkele fabrikanten
de medewerking van een scheikundige in te roepen en nog
een tienlal ja ren daarna, kwam men door samenwerking
tot de oprichting van proefstations, terwijl zich intusschen
de aan den botanischen tuin te Buitenzorg verbonden wetenschappelijke
inrichtingen to t een hoogte ontwikkelden, welke
haar de waardeering in alle landen hebben verzekerd.
Wel zijn we dus vooruitgegaan, en heeft in de laatste vijf
en twintig ja ren inderdaad elke stap voorwaarts, naar steeds
verder en hooger gedrongen en geleid.
W a t de wetenschap te doen en in welke richting zij ten