
'i 1 ill!
'■ ‘ i
plaatsen worden opgerigt. Men kweekt er of doet er kweeken
een veertigtal hectares met Beetwortelen. Men heeft twee
andere soortgelijke inrigtingen te Zwol en te Utrecht beginnen
daar te stellen.
Alles bevestigt ons van elders, dat de bereiding van Suiker
u it Beetwortels aan het benoodigde zal voldoen. Het zaad
wordt reeds overal gemeen, en zal het steeds meerder worden,
zoo door de middelen van opkomst voor den handel als door
de voorzorg die genomen is in het planten der zaden, die in
1812 overvloedig zullen voortbrengen.
J ournal e t c. M e r c r e d i 26 J u i n 1811. N°. 53.
Fr a n s ch Ke îz e r r yk.
Livorno, den 12 Juny. De geneesheer Jo z e f Guerrazzi,
onze medeburger en zeer kundige chimist, is, naar verscheide
proeven, geslaagd in het trekken van Suiker u it een plant-
gewas, dat men in overvloed, onder aile luchtstreken en in
ieder jaargetyde vindt, dat niet noodig heeft aangekweekt te
worden, en by welks gebruik de landbouw niets lyden zal.
Volgens het gezegde van den heer Guerrazzi, zal deze
suiker, zeer wit zijnde, n iet meer kosten dan een franc het
pond, en, indien dezelve van eene innig goede hoedanigheid
is, 60 centimes; het plantgewas, waaruit hy dezelve trek t,
wast zoo overvloedig, dat hetzelve geheel Europa van de
afhankelykheid der koloniën bevryden kan. Maar het is onbekend,
welke deze waardige plant is ; dit is het geheim van
den Heer Guerrazzi. (Vrij zeker was ze de Beta maritima.)
Proeven van deze suiker zyn aan de mairie verzonden, en
de heer prefekt heeft in gezelschap van verscheidene voorname
personen van dezelve een proef in koffy gedaan, en ieder heeft
toen erkend, d at zy zoo zoet als de beste rietsuiker en geheel
aan dezelve gelyk was. De heer prefekt heeft zich beyverd
deze ontdekking aan Z. Ex. de minister van het binnenlandsche
mede te deelen.
JOURNAL etc. V e n d r e d i 28 J u i n 1 8 1 1 . N°. 55.
Men g e l in g en .
De heer Achard, autheur van het trekken van Beetwortelsuiker
in het groot, welke hij Europeaansche suiker noemt,
schryft aangaande dezelve, aan den heer van Mons te Brussel
het volgende:
„Z. M. de Kohing van Pruissen heeft zich verwaardigd een
rapport over myne Europeaansche suiker-bereiding te bevelen ;
de kommissarissen hebben dezelve allen in het groot geëxa-
mineerd en bekend dat deze bereiding een zeker middel aan
de hand geeft, om, in zeer weinig tyd, het vaste land van
den handel der kolonie-suiker te bevryden, en hetzelve van
dezen handel onafhankelijk te maken, zelfs dan, wanneer de
ruwe suiker to t deszelfs voormaligen lagen prijs terug kwam;
ik zend U hun gedrukt rapport.
Tengevolge van de zekere proeven der voordeelen aan myne
leerwyze verbonden, en die dit rapport voorstelt, heeft de
Koning my de verpligting opgelegd, om te Cunern in Neder-
Silesie een in s titu u t van onderwys in de bereiding van suiker in
het groot opterigten ; dit heeft aanleiding gegeven to t de in stru ctie
by wyze van berigt, van welke ik U een Exemplaar zend.
Myn werk, in 3 vol. in 4°, in 1809 uitgegeven, onder den
tite l: Die europäisch Zukerfahrikation aus Runkelrüben is U
zeker bekend. Hetzelve bevat de beschryving van de bereiding
der Beetwortelsuiker in de grootste byzonderheden, en by
gevolg ook die der brandewynen, welke men uit de uitschotten
der Radys en Melas tre k t; alles op de bereiding in het groot
toegepast. Een klein werk, dat ik op bevel van de regering
heb doen drukken, en waarvan ik hier een Exemplaar by