
I I I
. fei
5 fP:
? ( i i :
i V f l
i.
i m
U r i
i f f
; i i
R Î ! ,
. r l
'■S'i I.
In (le Bibliotlieek van het Koloniaal Museum te
Haarlem, zijn aanwezig de navolgende geschriften,
geheel of gedeeltelijk handelende over Rijst.
Austin, (A.). Rice; its cultivation, production and distribution
in the U. S. and foreign countries. 1898.
Bie, (H. C. H. de). De landbouw der Inlandsche bevolking op
Java. 1901, 1902. (Mededeelingen uit ’s Lands Plantentuin.
XLV en LV).
Beeda de Haan, (Dr. J. van). Een aaltjes-ziekte der rijst. Omo
meinbek of Omo bambang. 1902. (Mededeelingen uit ’s Lands
Plantentuin. LIII). — De huldige stand der rijstcultuur in
Noord-Italië. 1904. (Mededeelingen u i t ’s Lands Plantentuin.
LSXIV).
Beooshooft, (Mr. P.). Bevloeiing en waterkeering in Indië. 1890.
Beuyn, (H. de). Over den tegenwoordigen toestand van den
landbouw op Java. 1869.
B ijlebt, (Dr. A. van). Voordracht over cultuur en bereiding
van rijst. 1907.
Clauteiau, (G-.). Les installations botaniques et l’organisation
agricole de Java et de Ceylon. 1899.
Dèlden, (E. Th. van). Nota betreffende de padicultuur van Holle,
bewerkt voor het Gouvernement van Sumatra’s Westk. 1876.
Detmbe, (Dr. W.). Botanische und Landwirtschaftliche Studien
auf Java. 1907.
Feombehg, (Dr. P. P. H.). Over het stelsel van ondergrond-
drooging (drainage) en zijne toepasselÿkheid voor het eiland
Java. 1853.
G alt, (H.). The microscopy of the more commonly occurring
starches. 1900.
Gblpke, (Dr. J. H. P. Sollbwijn). Rapport van den gecomnht-
teerde der rijstcultuur, over 1874-1875. - De padie-cul-
tuur in de afdeeling Ngrowo. 1875-1877. -D e rijstcultuur
op Java en in Italië. 1875.
G o e k o m , (K. W. v.). Rijstcultuur. Het kweeken van bibit op
droge gronden. Bibit Tipar. 1877. - Eenige belangen van
Java’s landbouw. 1875. — Het water op Java, in betrekking
tot den landbouw. 1879. — De Oost-Indische cultures, in
betrekking tot Handel en Nÿverheid, I, II en supplement.
1880, 1891. - Rijst. Beschrijvende catalogus van het Kolo-
niaal Museum, z.j.
H o l l e , (K. T .). Een groot gevaar dat sluipend nadert. 1865. -
Mededeelingen omtrent den rijstbouw op Java. 1862. — Bijdrage
tot de kennis der ziekten en plagen van het padi-gewas.
1863. - Bijdrage tot de kennis der rijstcultuur. 1863. —
Mededeeling betreffende de rijstcultuur. 1864. - Zaad-padi.
1864. — Oude schoenen en nieuwe; een bijdrage tot de
kennis der padi-cultuur. 1864. — Planttijd en krachtver-
spilling; een bijdrage tot de kennis der padi-cultuur. 1864.
- Middel om rotten in de sawahs te vangen. 1865. — IJle
uitzaaing van padi. 1869. — De vriend van den Javaanschen
landman. Padi cultuur. 1879. — Nieuwe handleiding voor
de padi-cultuur. 1889. — Maatregelen tegen verspilling van
den bouwgrond, tegen roofbouw en uitputting van den
bodem. 1892. — Padi-productie van Java en Madoera (met
een graphische voorstelling). - Verbetering der padi-cultuur.
1894. - Mitra Noe Tani. 1874-1879.
K o n in g s b e e g e r , (Dr. J. C.). Schadelijke en nuttige insecten van
Java. (Meded. u. ’s Lands Plantentuin. XXII.)
K o e n ic k e , (Prof. Dr. E.) und W e e n e k , (Dr. H u g o ). Handbuch
des Getreide-baues. 2 dl. 1885.
L o o k e e b n Ca m p a g n e , (C. J. v a n ). Rijst. (Encycl. v. Ned.-Ind.)z.j.
M a i e r , (P. J.). Scheikundig onderzoek van Java-rijst. (Nat. Tÿd-
schr. V. Ned.-Indië. 1853.)
M a y e b , (L. Th.). Een blik in het Javaansche volksleven. — De
Javaan als landbouwer en veefokker. 1897.
Me y b e , (Dr. A.). Untersuchungen über die Stärkekörner. 1895.
M o e s a ,' (R a d e n H a d j i M o e h a m a d ). Katrangan lampah sebar.
Over uitzaaiing van padi. 1874.
Oh l , (A. E. U. W.). Eene waterstudie. 1891.
O p p e l , (Dr. A l w i n ). Der Reis. 1891.