
Q.
en daar zij, wat inrichting aangaat, geheel overeenkomen, is
het mogelijk, dat de noteeringen en sternmingen zich zoo
dadelijk van de eene ma rkt naar de andere verplaatsen. Er
wordt echter slechts ruwe bietsuiker, basis 88 % , verhandeld,
waarbij Hamburg als plaats van levering geldt.
De termijnhandel, die zich niet bezighoudt met rietsuiker,
is aan bepalingen gebonden, welke de gevaren van overspe-
culatie heeten te kunnen ondervangen. Men beweert, dat hij,
daardoor binnen voegzame grenzen gehouden, ook voor pro
ducenten en raffinadeurs de gelegenheid tot profiteeren van
de meest günstige kansen opent.
Hebben wij nu meer bepaald de beetwortelsuiker besproken,
thans zij aan de orde de voor de koloniën, en dus ook voor
Java, meer belangrijke rietsuiker. Voor een juist overzicht
van de handelsbeweging in dit product, verdient allereerst
eene verdeeling van de produceerende landen, en wel in drie
groepen, de aanbeveling, als:
a. Cuba, Louisiana, Haway-eilanden, Brazilië, Demerara,
Barbados, Portorico, Trinidad, Jamaica, Kleine-Antillen.
h. Philippijnen, Mauritius, Egypte, Guadeloupe, Martinique
en Réunion.
C. Java.
Voor de landen van de eerste groep, zijn de Ver. Staten
van N. A. verreweg de grootste koopers. Van de drie eerstgenoemde
en meestal ook van Brazilië, worden, in den regel,
de oogsten in hun geheel of meerendeels in de Staten verb
ru ik t; een deel gaat naar Engeland en kleiner partijen
vinden haar weg naar Canada e. a.
Meer uiteen loopen de oogsten der tweede groep. Van de
Philippijnen (Manila) is in de laatste jaren de grootere helft
in ongeveer gelijke deelen naar Engeland en N. A. getrokken,
terwijl de kleinere door China (Hongkong), Japan,
Britsch-Columbia en eenige andere landen genomen werd.
Mauritius exporteert vooral naa r Bombay, voor een deel
ook naar Australië en de Kaap-kolonie. Engeland en N. A.
betrokken van daar in de laatste ja ren van weinig beteekenis.
Voor de suiker van Guadeloupe, Martinique en Réunion is
Frankrijk, het moederland, de grootste afnemer. Ook Egypte
verkoopt aan Frankrijk, zoomede aan België, maar ’t grootste
deel gaat toch gewoonlijk naar Engeland.
En zoo rest ons Java, dat met een to t + een half millioen
tons opgevoerde productie, de tweede plaats onder de rie tsuiker
produceerende landen inneemt. De productie nam er
in de laatste jaren, in weerwil van de sedert nog voortwoe-
kerende ziekte (séréh) in het riet, met ruim 50 % toe, dank
zij vooral de na 1884 in de fabricage aangebrachte verbeteringen,
en de allerwege en in alles ingevoerde bezuinigingen,
die het mogelijk maakten den vroegeren kostprijs van 10 en
meer gulden, tot 7 à 5 gulden per pikol (o'* 61% kilo) te
reduceeren. Niettegenstaande dezen zeer bemoedigenden en
verblijdenden vooruitgang, zal het voor de Java-suikerindustrie
noodig zijn, dien prijs nog meer te verlagen en wel o. m. om
de volgende reden. Overal te r wereld merkt men een gestadig,
ja zenuwachtig, streven naar vermeerdering en verbetering
van productie op. Rustelooze ontwikkeling en beschaving der
Volkeren, leiden tot uitzetting van behoeften, die binnen eigen
kringen niet overal en regelmatig bevredigd worden kunnen.
Van daar d at men ook meer en meer naar nieuwe koloniën
streeft; dat men zich gemakkelijker of eer verplaatst, en in
verwijderde streken, welke men nog onder van n atu re günstiger
voorwaarden denkt, de verbetering van zijn positie en
toekomst zoekt. Worden zóó nieuwe landen en terreinen tot
produceerende gemaakt en onder de mededingende begrepen,
ook in eigen kring blijft men niet werkeloos en wordt men
niet moede, het productief-vermögen gestadig op te voeren
door de toepassing van wetenschap, welke door de verbeterde
en meer onder algemeen bereik gekomen inrichtingen van
onderwijs e. a. m., van lieverlede meer gemeen goed kon
worden Voegen we daarbij de zoo mächtige ontwikkeling
van het verkeerswezen, dan wordt het duidelijk. dat de
mm