
Il
li
zeker toeschrijven aan te vroeg of te la at oogsten. Het oogsten
moet zich naar de capaciteit der fabriek richten en verband
houden met de werkzaamheden in deze. De fabrikant heeft
voorts rekening te houden met zijn beschikbare arbeidskrachten -
en vervoermiddelen, waarvoor hij reeds maanden te voren
contracten tra ch t te sluiten, die hem meermalen teleurstellen.
Gedurende den maaltijd is er aan rüstige ru st niet te denken.
De beheerder der fabriek heeft zijn aandacht voortdurend,
zoowel op de werkzaamheden in de fabriek als op de velden
gevestigd te houden en, zal hij persoonlijk verantwoordelijk
gesteld kunnen worden voor het succès der onderneming, dan
h g t het ook voor de hand, dat deze binnen zekere grenzen
beperkt moet blijven.
Veel suiker gaat er ontegenzeggelijk verloren doordat men
te vroeg of te la at oogst, of wel, het gesneden riet niet
dadelijk verwerken kan. Blijft het riet geruimen tijd liggen,
dikwijls in de open lucht, blootgesteld aan regen en
zonneschijn — dan moeten schadelijk inwerkende factoren,
uitdroging vooral, met aanzienlijke verliezen dreigen.
Het oogsten heeft op onderscheiden manieren, met verschillende
soorten van hak- of snijmessen plaats. Dikwijls blijven
vrij groote stompen op het veld achter, die men dan later,
al of niet nog ontgraaft en verwerkt. De uitgegraven massa
(dongkëlan) moet dan van de aanhangende aarde gezuiverd
worden. Men heeft door dien na oogst 10 pikols suiker en
meer gewonnen en toch kunnen de daaraan besteede moeiten
en kosten zonder winst soms blijven. Redelijker schijnt wel,
de plantrijen eerst met den patjol open te leggen en het
riet daarna to t aan zijn basis te kappen. Ook bij en ten
aanzien van het oogsten, heeft de ondernemer rekening te
houden met locale toestanden en omstandigheden, en gaat
het derhalve niet aan, algemeene regels voor te schrijven.
Gewoonlijk hield men zich op Java aan de volgende orde:
Terwijl ééne ploeg arbeiders zich met het ontgraven of
snijden van het riet bezig hield, werden hiervan door eene
andere ploeg de topeinden, te r voorziening in de behoefte
aan stekken, gekapt. Die topeinden ontdeed men aanstonds
van haar bladeren — een uitstekend en geliefd veevoeder —
en haar uiterste, nog groen deel. Tot bundels saamgebonden,
werden ze dan naar de nieuwe velden vervoerd. Van keuze
en sorteering was daarbij, in den regel, geen sprake. Had
men daarop wèl altijd en met zorg en kennis gelet, wij
teekenden dit reeds aan, het riet ware wellicht niet zoo verzwakt,
dat het door ernstige ziekteverschijnselen eindelijk
moest verontrusten. W a a r de seréh-ziekte heerscht, weet
men nu, dat het voortkweeken met stekken van ziek riet,
met geld- en arbeidverspilling gelijk staat. Op andere wijze
voorziet men dus in plantmateriaal; men legt daarvoor de
reeds genoemde bibit-tuinen aan.
In vroeger jaren werden de gekapte rietstokken vervolgens,
tot bundels van 20 - 2 5 stuks vereenigd, op karren geladen
en naar de fabriek vervoerd. Aan kappers en karrevoerders
werd dan een loon naa r ’t aantal bossen uitgekeerd. Aan
deze regeling waren echter groote bezwaren verbonden, daar
ze to t veel geknoei en conilicten aanleiding gaf. Men kon
immers het aantal bossen gemakkelijk vergrooten, tot schade
voor den fabrikant — ook schadelijk voor de fabricage —
en zoo kwam men er van lieverlede toe, het gewieht der
rietmassa to t maatstaf der loonen te nemen.
Groote bascules werden aan de fabriek opgesteld, waarop
de geladen kar, zelfs met bespanning, plaats kon nemen.
Frauduleuze praktijken zijn echter o o k hierbij niet onmogelijk
gebleken en dient de ondernemer dus wel over alle bedrij ven
en handelingen gestadig een scherp oog te laten gaan.
In den regentijd wordt het vervoer van het riet, over de
doorweekte velden en wegen, een zware en kostbare taak.
Toch dient vóór alles tegen vertraging gewaakt en zijn daarvoor
alleszins dienstig en aangewezen, verplaatsbare rails met
het noodige, händige, rollend materiaal. Ook zonder stoomkracht
komt men daardoor het regelmatig vervoer zeer te gemoet.
Î-Ï