
I
'inn
I- life.
'■r
fei:
;fe--
I'
mag als een degelijke verbetering worden beschouwd. Bij
die toepassing wordt toch de verdunning van sap of tjing
door condensatie van stoom vermeden en kan men bovendien
het vuilsap vlugger en beter verwerken door den druk dien
de filters van den luchtcompressor ervaren.
Aan de verbetering van eliminatie pannen en centrifuges,
waardoor zuiverder sappen gewonnen worden en men in
minder tijd gemakkelijker en beter centrifugeert (ontstroopt),
is reeds veel gedaan, doch blijft veel te doen over. Hetzelfde
geldt van het drogen der suiker door verwarmde droge lucht,
waardoor men zijn afhankelijkheid van het weer opheft en
zoowel arbeid als tijd spaart.
Niet overal tre ft men — en dit is een cardinaal punt
de voor brandstof en stoomverwarming meest voordeelige
stookovens en ketels. Fabrieken, die met 4 à 5 schoorsteenen
en even zoovele, verspreid liggende, ketels werken, kunnen
met één grooten schoorsteen en met één afzonderlijk ketelhuis
volstaan. De hierdoor te winnen besparingen en contrôle zijn
van onberekenbaar belang. Door al de stoomketels te verbinden
aan eene algemeene stoomleiding, treden nieuwe voordeelen
op, die voor den bekwamen fabrikant geen toelichting
vorderen.
Zeker, niet al deze en andere verbeteringen zijn voor
dadelijke invoering vatbaar, maar men zal er op bedacht
moeten zijn bij eventueel geboden verbouwingen of vervanging
van bestaande installaties ‘ ).
Moet het, wat de cultuur betreft, regel zijn, niets aan den
bodem te onthouden van wat er door het riet aan onttrokken.
») Ross’ Cane-cutter snijdt het riet vóórdat het in den molen
treedt in stukjes, ter grootte van lucifers, die regelmatiger en
vollediger uitgeperst kunnen worden dan de rietstokken.
maar door den ampas, de rietbladeren en ’t persvuil aan
terug te geven is, in de fabriek worde qieer en meer regel,
machinaal te verrichten wat daarvoor vatbaar is en niets
verloren te laten gaan van wat kracht oefenen en tijd uit-
winnen kan. Zoo kan en moet o. m., alle gecondenseerde
stoom, water van hooge temperatuur, weer to t voeding van
de ketels dienen en aanvulling met versch voedingwater tot
een minimum te beperken zijn.
Absolute reinheid, bij en in elk bedrijf, blijve een streng
doorgevoerd consigne. In de oude fabrieken liet ze zeer veel
te wenschen over en ernstiger dan de directe verliezen, zijn
de indirecte, welke u it verwaarloozing van zorgen voor de
meest mogelijke reinheid van en in alles, w at de suikerbereiding
raakt, voortvloeien kunnen.
Groote en kleine, dure en betrekkelijk onkostbare verbeteringen
zijn in de koloniale suiker-industrie dus nog aan
te brengen en zullen ook meer en meer geboden zijn in den
strijd met de jongere zusternijverheid in Europa. Maar, kan
men op Java met dezelfde kennis en zorgen (orde, reinheid,
„letten op de kleintjes”), met gelijke technische en chemische
middelen als in Europa werken, dan is wel zeker, dat men
daar de mededinging zal kunnen volhouden, omdat de n a tu u rlijke
voorwaarden er günstiger mögen heeten.
Goede gronden zijn er goedkooper; het edelst riet wint
het als grondstof op de beste bieten; de opbrengst per eenheid
gronds is zeer overwegend in ’t voordeel van ’t riet
en de arbeidsloonen zijn er niet duurder, al kan een flink
Europeesch workman meer dan een Javaansche arbeider
praesteeren *).
•) In ’t „Wochenbericht” van 1 Dec, ’94 berekende F. 0. Licht,
dat de suikerproductie in de laatste 15 jaren van 2147 — 4400 à
4500 kilo’s en de bietproductie van 25200 tot 34000 à 35000 kilo’s
per hectare stegen. Het suiker-rendement klom in dien tijd van
8.52 tot 12,40 à 12.50 °/o-
Hiertegen valt op te merken, dat, als een bouw riet het tegen