
onder zijn waren naam aan te bieden. En zoo kwamen de
eerste basten als Calisaya-, Pahudiana- en Hasskarliana aan,
doch werd den afzender verzocht voortaan de oude noniencla-
tu u r op deze toe te passen, ze dus gele- of konings- {regia)
en bruine- {fusca-) kina te noemen. Hieraan werd voldaan,
doch binnen de kisten werden de ware soortsnamen geno-
teerd en reeds met de derde zending, is voor goed met de
oude niets zeggende nomenclatuur gebroken.
Een andere quaestie was : wáár de kinabasten te r markt
te brengen? Als oude kinamarkten hadden Londen, Hamburg
en Parijs voordeelen, doch de Nederlandsche Handel Mij. koos
Amsterdam, en gelukkig. W a n t de ervaring heeft geleerd, dat
Amsterdam koopers trekken kon, en de ma rkt is er nu al
sinds ja re n toongevend.
De groote moeielijkheid was, een beslissing omtrent de
oogstbaarheid van den kinaboom. Wel had men in ’69 reeds
boomen van onderscheiden leeftijd, die voor enkele individúen
to t 15 à 16 jaren klom, maar de massa was toch betrekkelijk
jong en de eigenschappen van enkele gaven geen recht
to t het vaststellen van een regel. Bovendien waren de scheikundige
onderzoekingen meerendeels nog slechts bepaald tot
h et constateeren der aanwezigheid van alkaloïden in de
onderscheiden soorten, en telde men kinine en analogen te
samen. Wel was reeds bekend, dat ook in jonge boompjes
alkaloid voorkomt, maar geen licht nog was ontstoken hierover;
of het kinine-gehalte met en to t zekeren leeftijd stijgt
en — of het onder alle voorwaarden denzelfden regel volgt?
E r moest dus te rade gegaan worden met andere omstandigheden,
de vraag b. v. of de boompjes reeds een bevredigende
hoeveelheid hast konden leveren ; of het voor het
plantsoen wenschelijk was, te snoeien of u it te dünnen enz,
Niet zonder belang kan het zijn, de uitkomsten van den
eersten, den proef-oogst, hier in herinnering te brengen. Van
220 zevenjarige, in de bosschen opgegroeide Pahudiana’s,
werden 125 kilo’s droge hast gewonnen. Door het drogen
verloor de versch geschilde hast 71 pct. aan gewicht. Van 255
vier- à vijfjarige Pahudiana’s, op hetzelfde établissement
maar op open terrein ontwikkeld, kwamen 192 kilo’s droge
bast. Bij deze bedroeg het gewichtsverlies door drogen slechts
56 pct. 100 vier- à vijfjarige op open terrein gegroeide Calisaya’s
(te Nagrak u it zaad gekweekte heesterachtige boompjes
van 2 à 4 meter hoogte) leverden 179 kilo’s versehen en
110 kilo’s drogen hast, — gewichtsverlies dus 62 pct. 29
Hasskarliana’s, die van 1861 a f tot begin ’64 in de bosschen
hadden gestaan en toeu gelucht werden door uit- of opkap-
ping van woudboomen, leverden 57 kilo’s drogen hast. (61 pct.
gewichtsverlies door droging). Tijdens het bezoek aan Nagrak
van gouv. gen. Mijer, werden een Hasskarliana (van 9 jaren),
een Calisaya (7 j.) een succirubra (6 j.) en een Pahudiana
(7 j.) uitgezocht en in zijne tegenwoordigheid geschild. Gewonnen
werden daarvan resp. 7,85—6,10—4,10 en 2,85 kilo’s
droge hast. In ’87 werd van een der toen 20 à 21jarige
Ledger-moederboomen 36 kilo’s droge hast geoogst en zeer
zeker zijn er thans op Java in de gouvernements-plantsoenen
boomen van dien en hooger leeftijd, welke nog heel wat
meer product kunnen afwerpen Maar, toen men met oogsten
begon, miste men nog elke ervaring omtrent mogelijken
leven.sduur, over de productiviteit en over de formatie der
kinine in den levenden boom.
Voorts stonden verschillende wegen open om den hast te
winnen. De boomen konden worden uitgegraven, waardoor
niets ook van den wortelbast onbenut zoude blijven. Er kon op
Stomp worden gehakt of gezaagd, een behandeling als het
z. g. akkermaals- (eiken) hout in Europa ondergaat, en er
was reeds ondervonden, d at uit de stompen uitloopers ontwikkelen,
die later wederom kunnen worden geoogst. Eindelijk
kon men den boom gedeeltelijk schillen, scliaven, ofzich
bepalen to t het oogsten van takhast.
Wij weten nu, dat elke methode (behoudens de aan het
Schaven, d. i. het alleen oogsten van de schorslagen, verbon-
I :