
■ !
30
bizondere omstandigheden plaats, dat het moeilijk ju is t te
schetsen is. In elk geval zal elk oordeel op groote welwillendheid
aanspraak mögen maken. Het is schier onmogelijk
de gegevens der elkander snel opvolgende rapporten behoorlijk
aaneen te sluiten en de werkelijke toestanden scherp te onderscheiden.
Men was onzeker in de benaming der beschik-
bare soorten; de sterkte der aanplanting en kweekerijen veranderde
gestadig, maar duidelijk is wel, dat men zieh te
vroeg verheugde. Teijsmann sprak b. v. van een duizendtal
door heni u it Amerikaansch zaad gewonnen planten en toch
gewagen Hasskail’s staten geregeld slechts van tientallen
planten in het geheel en had men weinig recht, stekken,
die nog geen wortels gemaakt hadden, in de sterkte der
kweekerijen op te nemen. Van de amygdalifolia-zaden schijnen
geen planten gewonnen te zijn; één enkele pubescens-plant
verdwijnt spoedig van de staten en la ter komen er 0 . cor-
difolia’s (de succirubra van Junghuhn) voor in de plaats,
terwijl de ovata’s een lange geschiedenis doorloopen, nu eens
voor lucumaefolia var. Condaminea, dan voor C. Carahayensis
doorgaande, en eindelijk door Howard ( I 86I ) als een nieuwe
nog onbekende soort, de Cinchona Pahudiana, erkend. Ook
de Calisaya’s waren niet gelijksoortig; daaronder blijkt ééne
te schuilen, die Miqiiel la ter C. Hasskarliana doopte. Over
deze soortsbestemmingen later meer. De verwarring kon
moeilijk aan iemand, wien ook, geweten worden. Eerst de
volwassen, de bloeiende en vruchtdragende-individúen zouden
gelegenheid geven, goed te onderscheiden.
Na een tweejarige expeditie, die sterker gestellen zou hebben
kunnen schokken, was Hasskarl vermoeid en afgetobd
op Java aangekomen. Dadelijk moest hij hier de zorgen voor
de kinaplanten van Teijsmann overnemen. Wat al heerlijke
voorstellingen had hij er zich vroeger van gemaakt, die taak
te volbrengen in eene hem bekende verrukkelijke streek!
Maar hoe moest hij al aanstonds zijn teleurgesteld, toen hij
te Tjibodas slechts een zeer primitieve woning vond en, erger
ja ergst, omstreeks eene maand na zijne komst, het mailbericht
ontving: dat het schip, de Hendrika, waarmede zijne
vrouw en vier kinderen den 4en December uit Nederland
waren vertrokken, in het oog der ku st met man en muis was
vergaan ! Dat Hasskarl door die verpletterende tijding gebroken
werd en zich ziek begon te gevoelen, laat zich begrijpen.
Maar, bovendien had hij reeds den mächtigen invloed van
Junghuhn ondervonden en was hij er zich volkomen van bewust,
dat hij zijn taak niet zelfstandig zou kunnen voortzetten.
Door zijne ziekte gedwongen, verpleging in het hospitaal te
Weltevreden te zoeken, bleek hier al spoedig de noodzakelijk-
heid van een verlof naar Europa en vertrok hij in Juli ’56
derwaarts. Na expiratie van dit verlof, wenschte Hasskarl
naar Java te ru g te keeren en werd dit ook toegestaan, onder
mededeeling evenwel, dat in het beheer der kinacultuur deflnitief
was voorzien. Hasskarl vroeg nu een eervol ontslag u it den
dienst, dat hem verleend werd met een pensioen ad f 1000
’s jaars. Men heeft dit dikwijls eene karige belooning voor de he •
wezen diensten genoemd, maar krachtens wettelijke bepalingen
moest het pensioen nog hoog genoemd worden, in verband met
het laatstelijk genoten traktement en het aantal dienstjaren.
Hasskarl overleed te Cleve den 5 Jan u a ri 1894 ; zijn leven
en zijne Verdiensten voor de wetenschap zijn door drie Neder-
landers geschetst. ') Ondervond hij teleurstellingen, aan on-
derscheidingen en waardeering heeft het hem niet ontbroken ^).
T w e e d e p e r i o d e . Ju n i 1856 to t Maart ’64.
Het eerste verslag van Junghuhn dateert 25 Juli ’56.
Buiten de twee Calisaya’s en éen C. pubescens in den aard-
0 Zie Ind. Mercuur van 13 Januari ’94 (met portret); Teijsmannia no.
3 en 4 van 1894 en Ind. Gids van Februari ’94 (met portret).
’) In 1858 promoveerde de universiteit te Greifswald Hasskarl tot dr.
phil. hon. causa. De Keizerlijke maatschappij van acclimatatie te Parijs, schonk
hem in 1864 de groote gouden médaille en in Juli 1870 ontving hij van,
den koning van Pruissen de Kroonorde.
‘.t :■
V i i
Yi- . YYV ri .|
. . ; l ' I
■f:
te,'
' , r '■
•uri
'te ■. • • ' -
rite'