
i 'Y
Ì Ba st .
151(124). Karton N ”. i . Stambast v, Tjinjiroean.
2. 2° soort idem.
3. Stambast Kawah T jiw id e i.
4. Wortelbast.
152 (125). Een pakje bast 1872, met onderzoek van de Vrij.
153(126). Een doosje bast, aanvoer Prins v. Oranje, met onderzoek van
de Vrij.
154. C. officinalis-bast, Bagelen. (Brnsse 1893).
1 5 5 (127). Een pakje bast van C. Condaminea u it 1C. officinalis, vroe-
Java, van Gorkom 1872. i ger C. Condaminea
156(128). Een pakje bast van C. Condaminea. genoemd.
H out.
157(129). Een stuk stam van 9 jaar oud. (1877).
158. C. officinalis, stam (van Leersum 1896).
159(130). Een stukje overlangsche doorsnede (C. Condaminea, d. w. z.
C. officinalis).
Ci nchona Pahudi ana Howa rd .
P la n t en .
160(131). Cinchona Pahudiana H ow ., door Hasskarl uit Peru gezonden
plant, oud 20jaar, plants. T jinjiroean (1874).
161(132). idem var. lanceolata. Afstammeling van door
Hasskarl verzamelde planten, oud 17 jaar.
(1874).
162(133). idem
163. idem V o lled ig herbarium (van Leersum 1896).
164(134). idem (C. Carahayensis Weddell). Oudemans
1872. ')
165 (135). idem H ow ., (C. Carahayensis) door Hasskarl
verzameld.
166(136). idem (C. Carahayensis Wedd.)
b Miq uel h e e ft zieh no o it ve r een igd met Howard’s determinatie en henaming van
Cinch. Pahudiana, daar hij b le e f volharden in zijn m eening dat die gewaande kina
soort n ie ts anders is dan een C. Carahayensis.
B a st .
•6 7 (1 3 7 ). Een karton met bast van C. Pahudiana H ow . (1877).
N». I . Stambast.
7. Wortelbast.
168 (138). Een doosje met bast i8 6 r v. Tjibodas, met opmerkingen v.deVrij.
•6 9 (•39). Een pakje „ „ id. „ „
• 7° ( t 4 °). Een doosje bast der v e ilin g 1870, Bruine Kina, met opmerkingen
van de Vrij. ')
• 7 t (^ 4 t). Een stuk bast, v e ilin g 1S72 met opmerkingen van de Vrij.
172(142). Een pakje bast, 1» aanv. 1870, verk. als Bruine Kina, (get.
Oudemans.)
•7 3 ( • 43 ). Een pakje bast Cinch, lanceolata, (var. van C. Carahayensis).
•7 4 ( • 4 4 ). Een „ „ „ Pahudiana (Carahayensis)
•75 (145). Een „ „ van v. Gorkom.
176(146).
177.
Een „ „ „ de Vrij.
Cinchona, hybriden, gruis (Brusse 1893).
H out, en z .
178(147). Tw ee stukken hout, gemerkt i8 60.
179(148). Een stuk stam „ 1857.
iS o (149). Een stuk dwarsche en een over!, doorsn., gemerkt 5.C. lanceolata.
• 81 (150). Een „ id. „ „ id. id. „ 6 C.Pahudiana.
182(151). D r ie schijfjes hout, van Gorkom.
183(152). Een schijfje „ de Vrij.
184(153). Een doosje zaad van Cinch. Pahudiana.
185 (154). Een karton met diverse kinabasten met aanteekeningen v . de Vrij.
Ande r e s oor t en en var i etei ten.
186. Cinchona Cocola, v o lled ig herbarium (van Leersum 1896).
187. „ cordifolia. idem „
188. „ Durasmilo, „ „
b Onder den naam C. Pahudiana u it I n l i e verzonden, werd deze bast in Nederland
als Bruine K iu a ter markt gebracht.
ri'/
2. id. van een i6jarigen boom, die in oorspronkelijk
boscli was g eplant.
3. id. van Kaivab-Tjiwidei. i ‘ k
4. id. I '*
uit de Kebon Pahud (G. Mala’war).
5. id. uit den tuin Dekat Poentjak. (G. Malawar).
et:,
ter te-
' t e - i t e
il
y
y \
Ì " i : i *)• .• i
Ir
. • i te/l ■
I l i . , v;
I t e ' "
-.te;
^tete"' ■
' ■ '.i ' I '•
Ì|i:.''.-V '