
I
handelsartikel, voor parfumeriën, likeuren, voor h e t gebruik
in de apotheek enz. Gelijk reeds even is opgemerkt, riek t
de olie u it kaneel wortels naa r kamfer-, de olie u it kaneel-
bladen daarentegen riek t n a a r kruidnagelen en bevat dan
ook, evenals nagelolie, eugenol.
In kaneelzaden is ongeveer 30 ° /o v a s t w it vet, d at sm e lt
bij 41° 0. De hoofdmassa van h e t bij verzeeping u it d a t
kaneelvet afgescheiden zu u r is laurinezuur.
YervalscMug. Vervalsching van kaneelpijpen schijnt n ie t
gemakkelijk. In tu ssch en lazen wij, dat aan den b a s t van
Psidium Guajava (guava) door bändige vervalschers h e t
voorkomen van kaneel bezorgd wordt. Men d ren k t den
drogen b ast in een w a te rig aftreksel van kaneelafval, bestrickt
na droging de u iteinden m e t kaneelolie, en biedt
dit fabrikaat eenvoudig als echte kaneel aan.
Kaneelpoeder vermengt men m e t uitg e tro k k en kaneel,
m e t roode of bruine kleiaarde, m e t sandelhout, meel, brood-
korst, amandelschillen en andere waardelooze stoffen, vooraf
to t poeder gebracht, Microscopisch onderzoek zal zulke
vervalschingen spoedig aan ’t lich t brengen.
Op de k ane elmarkt te Londen worden nog verhandeld:
„ ch 'p s” en „bark” . Eerstgenoemd product is zeer geurig,
en b e sta a t u it de tw ijgjes welke van de kaneelloten w e rden
gesnoeid; de „bark” k omt voor als p latte, dikke stukken,
die slechts weinig specerijachtig smaken, en vermoedelijk
afkomstig zijn van zware ta k k en of van de stam m en . Voorts
wordt te Londen nog kaneel aangevoerd u it h e t zuiden
van Indie, nl. de Malabar of Tinnevelly en de Teliichery
of Cochin-China kaneel, welke la a ts te de Ceylonsche te r
zijde heet te streven.
Handel. Gelijk de Ned.-Indische kan e elcu ltu u r in vervai
is geraakt, verloor ook de handel in Nederland aan beteekenis.
H et echte Ceylona rtikel w o rd t over Londen
aangebracht; u it O.-I. komen, vooral van Padang, Timor en
Java, alleen nog vrij aanzienlijke partijen der reeds g e noemde
Cassia vera.
De aanvoer van cassia-kaneel te Amste rdam bedroeg in
1902: van Padang 1140 pakken (in 1897: 7000 pakken), van
Timor 45200 kilo’s (in 1901: 84300 kilo’s), en van Jav a
15800 kilo’s (in 1900: 94200 kilo’s). Zooals men ziet w is selen
de ja arcijfe rs z e e r; de prijzen zijn in de la a ts te ja re n
laag; de 1® P ad an g c a s s ia h a a lt 3 - 4 maal den prijs der
wilde kaneel van Timor; ook de wilde kaneel van Lombok
(2000 pikols in 1900) is van geringe waarde. Merkwaardig
is, dat % 0 der cassia vera van Padang tegenwoordig direct
n a a r Amerika verscheept w o rd t (in 1902: 8085 pikols van
de 8912), w a a r deze kaneelsoort g rif verkocht wordt. De
uitvoe r g aa t dus volstrekt n ie t achte ruit, al zou men d a t
u it de Amsterdamsche handelsberichten lichtelijk opmaken.
Met reden kw e ek t men tegenwoordig aan S um a tra ’s w e s tk
u s t veel kaneel-boompjes op koffielanden.
De kaneel (incl. cassia) w o rd t hie r te lande bij invoer
belast m e t 2 °/o der waa rde ; de hierboven besproken Cassia
fistula is vrij, als zijnde geen specerij m a ar eene drogerij.
Veel belangrijker dan de Ned.-Indische kaneelcijfers zijn
n a tu u rlijk die van Ceylon, De jaarlijksche uitvoer bedraagt
ru im 1 millioen KG. kaneel, '/a miU- KG. spaanders (chips)
en 4000 KG. kaneelolie, te zamen to t eene waarde van
m in s ten s 2 ‘/a millioen gulden.
De uitvoe r van Cassia lignea (Chineesche kaneel) van
China bedraagt per ja a r 80 000 pikols ; voornamelijk w o rd t
deze specerij in H amburg en New-York verhandeld.
Vermelden wij hier te n slotte nog m e t een enkel woord de
z g. w itte kaneel (Canella alba), die n ie t u it Azië m a ar van
de Antillen komt, en van een geheel ander plantengeslacht
stam t. Deze specerij w o rd t wel bij de likeurstokerij gebezigd.