
am
■I 7'TR
' Lï
de 4° e. v. omvatten w a t gerimpeld en w orm stekig is. Deze
la a ts te catégorie heeft dan ook nauw lijks geur. Bedrog mag
heeten, als men de openingen der vooze ro te n m e t een
deeg van notenpoeder en olie sluit, zooals wel gebruikelijk
schijnt. De verpakking heeft gewoonlijk plaats in vaten of
k isten van + 50 kilo’s inhoud. Voor de Indische en Chineesche
m a rk t levert men ook wel de ongebolsterde noten
af en v e rp a k t deze in ju le (goeni) zakken. Volgens v a n K ol
v e rp ak t men nu in kisten, waarvoor men h e t v u ren h o u t urt
Holland la a t komen, en wel to t 100 KG. noten en 62% KG.
foelie per k ist. Ook so rte e rt men tegenwoordig op Banda in
7 soorten, loopende van 7 0 - 2 0 0 s tu k s in '/a kilo-
Prof. J a n s e teekende aan, d a t de ouderwets schijnende
rook-methode te r plaatse toch de eenig p rak tisch uitvoer-
bare is. Met h e t oog op de overproductie van noten en
foelie ra a d t hij aan de notenzeep-fabricage ook weder m e t
k ra c h t te r band te nemen, m a ar dan m e t betere persen.
H et gebruik van genoemd a rtik e l is echter vrij beperkt.
V e r g e lijk in g en m a k en d e tu s s c h e n de o p b r en g st v an n o ten
en fo e lie in de la a ts te 50 jaar, w o rd en de la g e prijzen a lle en
aan o v e rp rod u c tie to e g e s c h r e v en . Er is e en e zw a r e con cu r r
en tie tu s s c h e n de p r od u c en ten . Daarbij h e e ft m e n t e ond er s
ch e id en tu s s c h e n de p e rk en ie r s der B an d a% lan d en aan
de e en e zijde, w e rk en d e m e t E u r o p e e sch k a p ita a l en in g e voerd
w e rk v o lk , en, a an de an d er e zijde, in la n d e r s, die de
n o t e n t e e lt op h u n n e e r v en , op k le in e s tu k j e s grond, d r ijv en
zonde r b ed r ijfsk ap ita a l en zonde r v r e em d w e rk v o lk , te rw ijl
zij b o v en d ien n o g in k om s te n hebb en u it a n d e r en hoofde,
bijv. v a n saw a h ’s o f m a is-v e ld en .
'ü o o r de uitbreiding, die de inlandsche c u ltu u r ondergaat,
wordt de concurrentie m e t het bedrijf in h e t groot elk ja a r
zwaarder. Het s ta a t te voorzien, d a t de particulière cul-
tu u r - dus die op de Banda-eilanden - h e t zwaar te
verantwoorden zal hebben. Van een economisch sta n d p u n t
verdient d it feit zeker te n volle de aandacht, omdat de
n o ten cu ltu u r to t heden de eenige bron van inkomsten der
Banda-eilanden is. Men zal ie ts meer voor de Molukken
moeten gaan doen, bijv. door de vestiging van een localen
p lan ten tu in . Bemoedigend is tegenwoordig de toe stand van
een land „waar eertijds h e t goud aan de boomen groeide” niet.
Voordat wij n u de foelie nader bespreken en een overzicht
geven van de n o ten-cultuur in andere strek e n van den
Indischen archipel en daar buiten, p a s t eene herinne ring
aan de geschiedenis der z. g. notenperken op Banda.
Wij hebben reeds gezegd, hoeveel de bevolking van de
Specerij-eilanden onder h e t beheer der O.-I. Compagnie te
lijden had van monopolie-geweld. Van de oorspronkelijke
bewoners w a ren er in h e t midden der 17® eeuw op Banda
bijna geen afstammelingen meer. Door slaven en dwang-
arbeiders moest men voorzien in de behoefte aan werkvolk.
In de 17® eeuw werd aan vrije lieden, compagnie’s d ien a ren,
verlof gegeven om noten te telen, m its m e t gedwongen
levering a an de C*®. Deze verschafte ook arbeiders, en stocd
gronden a f in eeuwigdurende erfpacht, doch alleen ver-
vreemdbaar m e t to e stemming der compagnie. In 1824 werd
die erfpacht door onze regeering omgezet in onbeperkt
particulie r eigendom, doch h e t duurde to t 1845 eer akten
van eigendom aan de perkeniers werden u itg e re ik t E erst
toen konden zij de gronden vervreemden of bezwaren, en
zoo kw amen de hypotheken in zwang, w aa rv an spoedig
een overmatig gebruik moest gemaakt worden. Aan ste,un
onzer regeering bleef h e t in tu s sch e n n ie t ontbreken. In 1859
gaf zij den perkeniers aanzienlijke voorschotten, aflosbaar
binnen 20 jaren in den vorm van specerijen-levering. Toen
door de afschafflng der slavernij in 1860 de w e rk k ra ch t
van 1100 slaven aan den perk-arbeid ont viel, leende de
regeering dwangarbeiders en pandelingen, en in 1866 gaf
zij een renteloos voorschot gedurende drie achtereenvolgende