
Aan het slot van zijn verslag gekomen wijst fizeau er nog op, hoe
de commissie daarin stilzwijgend heeft aangenomen, dat de afleider
zelf voldoende is ingericht en vooral dat de grondgeleiding niets te
wenschen over zal laten, dat zij bij voorbeeld zal geschieden in putten
, die in geen tijd van het jaar droog worden.
Dit verslag bevat meer waars dan nieuws. Intusschen meenen wij
hier te doen te hebben met waarheden, die niet te dikwijls künnen
gezegd worden. V- D_ y
HET ZEEWATER ALS EEN BEDERFWEREND MIDDEL.
De Londensche Compagnie van de Yigobaai heeft "onlangs eene
merkwaardige verzameling van voorwerpen ontvangen, verkregen van
de galeijen, die in 1702 zijn gezonken in de haven van Vigo in
Spanje. Daaronder zijn monsters van campêche- en van mahönyhout,
die, niettegenstaande zij 184 jaren onder water waren, -in'een volkomen
goeden toestand zijn gebleven. Verwers, die met het campêche-s
hout proeven genomen hebbem, verklaren , dat het zelfs beter geschikt
is voor verfstof dan het hout, dat nu aangeveerd wordt. Het ma-
honyhout is ook zeer fijn en sterk. Een blok 12 voet Eng. maat)
lang en 22 bij 32 duimen in het vierkant, wordt nu gezaagd ten
einde gebruikt te worden voor de vervaardiging van meubelen en van
wandelstokken, om als herinnering aan dit feit te dienen. Het meest
merkwaardig is evenwel een oud hijschblok van m U voet lang en
3 voet breed, met vier sterke koperen schijven van 18 duimen middellijn.
Het is gemaakt van sterk eikenhout en werd waarschijnlijk gebruikt,
om zware voorwerpen óf de ankers op te hijschen. Het hout
is in volkomen goeden toestand , een zich daaraan bevindende ijzeren
beugel is geheel weggeroest, terwijl de koperen'schijven alleen een
weinig geoxydeerd zijn.
Scientific American.
DE PLANTEN YAN ITALIE.
SCHETSEN UIT DEN OMTREK VAN NAPELS IN DEN HERFST VAN HET JAAR 1885
DOOR
Dr. J. H. W A K K E R .
Italië is een schoon land en toch meene men niet, dat in de volgende
bladzijden van niets anders sprake zijn zal dan van altijd groene
bosschen, van gedurende het geheele jaar in de open lucht bloeiende
wilde planten, in één woord van een altijd zonnige en lachende
natuur, zooals zoo velen Italië zich denken en zooals zoo talrijke reisbeschrijvingen
zich beijveren Italië voor te stellen. Ook daar vindt
men, evenals in onze meer noordelijke streken , kale takken van ontbladerde
boomen, die kraken en zuchten en weenen onder den druk
van den storm en het neerstroomen van den regen, ook daar vindt
men den grond bedekt met den gevallen tooi van alles wat eenmaal
grootsch en schoon was, ritselende onder eiken voetstap, ook daar
vindt men evenals bij ons dien eigenaardigen toestand van de plantenwereld,
wanneer bladen en bloesems der lage kruiden reeds verdwenen
zijn en men niets dan kale stengels met vruchten ziet. In
één woord, ook daar wordt het herfst! — Maar, trots zoo groote
overeenkomst, een andere herfst dan bij ons! Want breekt een oogen-
blik de zon door de voortgezweepte wolken en verjaagt zij de vluchtende
schaduwen, dan glanst alles bij een liefelijke temperatuur en
vertoont zich een oogenblik voor de verbaasde blikken van een bewoner
van noordelijker streken iets als een lente, van één dag, van eenige