
I N H O U D .
Bladz.
D. Lxtbach, Berotofird Siegfried Albinus............................................................................. 1
R. Hoest, Over levensduur en dood in het dierenrijk............................................... 17
Mauêits Snellen, Iets over de' middelen van beveiliging tegen het gevaar
van telèfoöngêleidingen................................................ 40
G. Doijeb van Cleefe, Het nationale'park in; de Vereenigde Staten................ 45
H. Bos, De winterslaap................................................................................. 65, 105, 145
E. van des Ve n , De geleiding der elektriciteit door gassen en d am p en ......... 81
Ondergrondsche elektrische geleidingen voor New-York............................................. 83
P. van Caïpelle, De geschiedenis van het elektrisch lic h t.............................. 1 85
llt no t)K Vries , Over het vervaardigen van spiritus-praeparaten uit het plantenrijk 117
G. Doijeb van Cleepe, Nog eens: de inenting tegen de hondsdolheid............. 119
* * -------------------—, De bereiding van aluminium uit zijn oxyde...................... 121
Vréémd soort van marmosets................................................................................................ 123
E. van deb Ven , Over het stijgen van de lichtkracht der gloeilampen, bij
toenemend electrisch arbeidsvermogen.......................................................................... 124
R. E. de Haan, Ertsgangen................................................................. .............................. 125
J. M. Collette, Bliksemgevaar tengevolge van telegraaf- of telephoonlijnen. .. 139
E. van eek Ve n , De veranderingen in de dagelijksche beweging van de komeet
van Encke,............................................................................................... •................. i 58
G. Doijeb, van Cleeee, Metalen uit ouden, tijd .......................................................... 160
E. van deb Ve n , Over bliksemafleiders........................................................................ 163
Het zeewater als een bederfwerend m id d e l.................................................................... 164
J. H. Wakker , De planten van Italië. Schetsen uit den omtrek van Napels
in den herfst van het jaar 1885 .................................................................................... 165
D. Ltjbach , De autotomie of zelf-amputatie in het dierenrijk................................. 183
--------------- , Nog iets betreffende B. S. Albinus............................................................ 190
Maubits Snellen, Bliksemgevaar bij telefoongeleidingen....................................... 191
Hueo de Vkies, De wetten van Boyle, Gay-Lussac en Avogadro in levende cellen 196