
met olie bevatten, maar iedere spoorwagen is als het ware een groote
dichte oliebak van eenen eigenaardigen vorm. De booten worden
tank-steamers en de oliewaggons tank-cars genoemd.
Een bezwaar, hetwelk aan het algemeene gebruik der russische petroleum
in den weg stond en nog staat, is dat er te weinig gelegenheden
zijn om den voorraad snel genoeg uit Bakoe te verzenden. Trouwens
hier bestaat veel uitzicht op verbetering, ook in de naaste toekomst.
In den loop van 1887 zal eene tweede spoorlijn in gebruik worden
genomen, die ten N. van den reeds bestaanden spoorweg van Bakoe
naar Batoem en Poti loopt. Zij begint aan de Kaspische zee bij Petrovsk,
op eenen afstand van weinige uren van Bakoe; het einde aan de Zwarte
zee bevindt zich bij Novorossisk. Men rekent er op langs deze lijn
minstens 1 0 0 millioen gallons per jaar te kunnen verzenden.
Bovendien is van regeeringswege de deelneming open gesteld aan
een plan om de oevers der Kaspische en der Zwarte zee te verbinden
door eene buis, die 600 mijlen lang moet zijn. De middellijn der buis
moet zóó groot zijn, dat zij jaarlijks 1 0 0 millioen gallons olie doorlaat
; de bepalingen omtrent de stremming van het vervoer tengevolge
van herstellingen, omtrent de kosten van het vervoer enz. worden
allen door de regeering vastgesteld. Waar de buis door het kroondomein
loopt, ontvangt de maatschappij, die de voorwaarden der concessie
op zich neemt, den grond voor niets. Mocht het bedrag der
olie, die vervoerd wordt, eens 90 pet. bedragen van hetgeen kan
worden overgebracht, dan zal de maatschappij verplicht zijn eenen
tweeden oleoduct aan te leggen en binnen twee jaren gereed te maken.
De concessie wordt niet verleend aan eene maatschappij, die zelf in
het oliedistrikt bronnen of raffineerderijen bezit.
Men ziet, de Kaukasus maakt zich meer en meer gereed tot den
kamp, die zijnen invloed ook hier te lande zal laten merken. Uit de
landen, die de Zwarte zee omgeven, is de amerikaansche olie verdreven.
Volgens den schrijver der door mij gebruikte brochure bracht de toevloed
van russische petroleum ook reeds in andere landen eene aanzienlijke
vermindering in den aanvoer van amerikaansche olie te weeg. In Oostenrij
k-Hongarije b. v. bedroeg deze aanvoer in 1883: 15,505,652, in
1884: 6,281,043 en in 1885: 2,010,654 gallons. Ook in ons vaderland
mogen wij van dezen tweestrijd goede vruchten verwachten.
D. v. 1
DE KANALEN OP DE OPPERVLAKTE VAN
DE PLANEET MARS.
In het jaar 1877 vestigde het eerst schiaparelli de aandacht der
sterrekundigen op het feit, dat de donkere vlekken op Mars, die
men gewoon is zeeën te noemen, met elkander zijn verbonden door
een groot aantal donkere strepen, waaraan men, niet oneigenaardig,
den naam van kanalen gaf. Deze strepen komen grootendeels voor als
bogen van groote cirkels, waardoor de heldere deelen der oppervlakte,
de zoogenaamde vaste landen, in alle richtingen als in een groot aantal
eilanden verdeeld schijnen. In 1879 , tijdens eene nieuwe oppositie
van Mars, vond schiaparelli zijne waarneming, gedurende de vorige
gedaan, volkomen bevestigd; hij nam de kanalen in hare gansche uitgestrektheid
waar en mat die grootendeels uit.
In het jaar 1882 verraste diezelfde waarnemer de sterrekundigen
met het bericht, dat hij gedurende de oppositie, in den winter van
1881 tot 1882 voorgekomen, bij ongeveer zestig dezer kanalen eene
eigenaardige verdubbeling had waargenomen. Soms rechts, soms links
namelijk van eene reeds bestaande lijn, zag hij eerst eene nieuwe lijn
ontstaan, die ongeveer gelijk en evenwijdig was aan de oorspronkelijke
en slechts in enkele 'gevallen een weinig in uiterlijk en in richting
daarvan verschilde. De onderlinge afstand van zulk een paar lijnen
bedroeg gemiddeld van 6 tot 1 2 graden van den boog eens grooten
cirkels, dus ongeveer 500 Kilometer. Ook zag men wel verdubbelingen
waarbij die afstand kleiner was; maar het vermogen des kijkers liet
niet toe deze afstanden met juistheid te bepalen. Somwijlen splitst
zich een van de beide lijnen nogmaals in twee deelen van ongelijke
lichtkracht en uitgestrektheid; en in één geval zag men zelfs ook bij
de andere eene dergelijke splitsing. Eenige paren dezer lijnen zijn zoo
regelmatig, dat men ze zou houden voor evenwijdige lijnen, die met
passer en liniaal getrokken zijn.
Deze eigenaardige verschijnselen zijn in dit voorjaar, door de sterrekundigen
perrotin en THOLLON te Nizza, waargenomen en zij deden
zich aan hen voor op dezelfde wijze als zij in 1881—82 te Milaan
door schiaparelli zijn gezien. In het Bulletin Astronomique, T. I I I ,
pag. 324 deelen zij daaromtrent het volgende mede.