
zich met eenen dieperen waterval naar benéden, totdat door het
voortdurend woelen van het water een groot gedeelte der onderlaag
was losgemaakt en het trachyt, harder dan de omgevendë lagen en
dientengevolge beter tegen de werking van het water bestand, de
lagen wegzinken zag, waaraan het steun had verleend. Mossen, korstmossen
en varens bedekten weldra den boog, ja de bezoekers, die
hunnen weg er over nemen, vinden er eenen krachtigen den boven
op staan als een zinnebeeld van het eeuwig worden te midden van
het vergaan.
"V an het zuiden naar het noorden stroomt de Yellowstone-rivier
door het meer. Men zou dit laatste als eene uitbreiding kunnen beschouwen
van de rivier, die verder haren kronkelenden loop eerst
ongeveer in noordelijke en vervolgens in noordwestelijke richting voortzet,
om het nationale park, hetwelk naar haar zijnen naam draagt,
ongeveer in het midden van haar noordelijken .grens te verlaten.
Wanneer wij van de plaats, waar de rivier het Yellowstone-meer
verlaat, haar langs den westelijken oever volgen, wijst zij ons weder
menige merkwaardigheid. Zij voert ons in de nabijheid van den Reuzenketel
(Giant’s Caldron) , waaruit op het ééne oogenblik eene slijkmassa
dreigt te voorschijn te komen, die weldra teruggezogen wordt en
korten tijd later de opening weder verstopt. Geduchte luchtstooten
vervullen nu en dan de lucht met een geluid, dat tot op een K.M.
afstands kan worden gehoord, zoodat het is alsof een reusachtige
herkauwer zijne woede in een hevig geloei openbaart; bij tijd en wijle
dreunt de grond, alsof het monster daarop den zwaren poot met
kracht liet nedervallen.
Ojr een afstand van slechts enkele schreden is een tweede monster
bezig den grond in beweging te brengen. Van naderbij beschouwd
blijkt het gat, waaruit de rauwe, holklinkende geluiden voortkomen,
het hekken te zijn van eene heete bron, die van tijd tot tijd met water
van het heerlijkste blauw is gevuld.
Onze weg voert ons weldra op eene hoogvlaktes1 Ter zijde, in de
diepte stroomt de rivier, achter ons schittert in het zonlicht het water
van het meer en vóór ons verheft zich eene groep van heuvels, 40 a
50 M. hoog en duidelijk geel gekleurd. Zij hebben deze kleur en ook den
naam Zwavelberg (Sulphur Mountain) te danken aan de lagen en laagjes
zwavel, waarmede de kalksteenen als doortrokken zijn. Voortdurend
vormt zich nieuwe zwavel, die hier en daar in prachtige kristallen
......... t a M t a .............................— V . i ' i f c ! .
voorkomt. Een groot aantal kleine solfataren zijn hier in volle werking
; scherp riekende gassen verspreiden zich in de lucht en de grond,
waarover men loopt, is op sommige plekken brandend heet. Het is
een verraderlijke grond, waarover men hier gaat; waar de voet met
eenige kracht wordt nedergezet, wordt de holle klank sterker; trouwens
omzichtigheid is hier geraden, want hier en daar is de hitte
zóó hevig, dat de gesteenten opgeblazen zijn en onder eene dunne,
broze korst hoeveelheden zwaveldampen verbergen, die de geringste
aanleiding afwachten om los te barsten.
Zet men zijnèn weg verder voort, dan dringt langzamerhand een
dof gemurmel door de dennébossehen tot den reiziger door. Men is
dan in de nabijheid gekomen van de plek, waar de Yellowstone-rivier,
die tot nog toe van het meer af tusschen lage heuvelen eene ruime
bedding had gevonden, in hooge bergen eenen muur vóór zich vindt
opgericht. Het dal, waardoor de rivier stroomt, wordt veel enger,
de wateren worden in eene nauwere ruimte ineengeperst en weldra
hebben zij weggeruimd, wat hen zou hinderen, en storten zij zich
met ontembare kracht eerst over eene diepte van 40 M. en eene mijl
verder nogmaals over eene diepte van 120 M. naar beneden. »Het
is daar beneden” zegt leclercq, »een strijd van woedende golven
, van wit schuim en fijne droppels weggestoven water; uit de
diepten van den afgrond, waarin zij zijn neergestort, schijnen de
wateren weder naar hunnen oorsprong te willen opklimmen en de
tooverachtige kleuren, door tal van waterdroppels als door zoovele
prismas te voorschijn geroepen, veranderen het fijne water in eenen
regen van fonkelende diamanten. Maar niet in de eerste plaats zijn
het de afmetingen van de hoeveelheid water of is het de onstuimigheid
van den val, waaraan dit natuurtooneel zijne majesteit ontleent.
Vooral de lijst, waarin het gevat is, de wonderschoons muren , torens,
uitsteeksels, die het gebied van dezen waterval begrenzen, zal het
beeld der watervallen van de Yellowstone-rivier voor mijnen geest doen
rijzen, wanneer ik den Niagara-waterval geheel zal hebben vergeten.”
De afgrond, waarin het water zich hier stort, is de groote Canon
(Grand-Canon) , eene nauwe bergspleet, aan beide zijden door steile
rotswanden van basalt ingesloten. Aan den aanvang zijn deze natuurlijke
muren 206 M. hoog, maar verder naar beneden wordt de diepte
der kloof grooter; op eenen halven mijl beneden den waterval rijzen
de muren op tot eene hoogte van 305 M. Over eene uitgestrektheid
van twaalf mijlen rijst de hoogvlakte voortdurend, terwijl de wateren