
van de rivier den bodem der bergpas steeds meer verlagen. Van den
ondersten waterval tot aan de plaats van samenvloeiing van de
Yellowstone-rivier met den East ForJc daalt de bedding van de rivier
niet minder dan 400 M. Meet men de breedte van den grooten
Canon in den afstand van den top der omgevende bergen, dan wisselt
zij af tusscben 1400 a 1600 M. De weg, waarlangs leclerq reisde,
is als aan den rand der bergen aan den westkant opgehangen; 300 M.
diep ziet men de kokende en bruisende wateren der rivier zich wringen
door het basalt en tot op de hoogte, waarop zich de weg bevindt,
klinkt het doffe geluid,
Hayden heeft getracht de wording te schetsen van deze wonderrijke
landstreek, die allerwege in bronnen van kokend water nog heden
ten dage de werkzaamheid der onderaardsche krachten openbaart en
door de afzettingen uit dat water de meest tooverachtige kleuren-
afwisseling vertoont. Een heldergele grond is hier b. v. in eene
lijst van het zuiverste wit gevat of dient tot bodem van scharlaken-
roode naalden, die oprijzen naast oranjekleurige of violette pieken;
ginds teekenen witte figuren zich helder af tegen een bruinen muur,
en het geheel levert een kleurenspel zóó vol afwisseling, zóó toover-
achtig schoon, dat het volgens leclerq een onbegonnen werk zou
zijn het op eene schilderij te willen weêrgeven.
Hayden dan houdt het er voor, dat het tegenwoordig Yellowstone-
meer een schraal overblijfsel is van eene ontzaglijke watervlakte, die
zich over het geheele bekken van de bovenrivier tot aan de omringende
bergen uitbreidde. De bodem bestond uit stevig en zeer hard
basalt, dus uit een gesteente, hetwelk aan de werking van lucht en
water eenen krachtigen weêrstand biedt. De stoffen, welke door de
op dit gebied werkzame vulkanen werden opgeworpen, en die, welke
uit het water der heete bronnen werden afgezet, vulden de oneffenheden
van het terrein langzamerhand aan en dientengevolge stroomde het
water over eenen bodem, die uit zeer ongelijksoortige bestanddeelen
was samengesteld en hier veel meer dan elders den vernielenden invloed
van het water onderging. Over de eerste zestien mijlen, waarover
de rivier stroomt, nadat zij het meer verlaten heeft, bestaat
haar bedding uit basalt; daarna gaat dat harde gesteente plotseling
in veel zachtere vulkanische afzettingen over. Hier heeft de stroomgod
zijnen triomf gevierd en de bezwaren weggeruimd, die hem in zijne
vaart trachtten te stuiten; er werd een kanaal uitgeschuurd, zooals
de loodrechte wanden getuigen, vooral wanneer men ze beneden den
eersten waterval aanschouwt. Na zijnen val in de diepte ontmoette het
water weder eenen krachtigeren tegenstand, daar het met eene laag
van basalt in aanraking kwam; daarover stroomde het voort, totdat
het de gelegenheid vond zijne krachten op nieuw te toonen en door
Fig. 1. Bij de Mammoth Springs. (Blz. 55.)
zachtere lagen brak om met een donderend geweld den tweeden waterval
te vormen.
Het basalt bleef echter niet geheel ongedeerd in dezen strijd. Bij