
DB PLANTEN VAN ITALIË.
olijf bosschen, te midden waarvan zich verscheidene dorpen en kleinere
steden bevinden. De olijf (Olea europaea) schijnt zeer gauw tevreden
te zijn; overal tusschen, ja schijnbaar uit de rotsblokken, komen de
torte, onregelmatig knoestige stammetjes met hun talrijke takken, kleine
grijsgroene blaadjes en donkergroene vruchten te voorschijn. Wij zijn
zoo goed als in den winter (November) en dus moeten wij voor alle
groen dankbaar zijn, maar wanneer men dit niet in aanmerking neemt,
is de olijfboom een leelijke plant, die vooral tot bosschen vereenigd
een ver van fraai effect te weeg brengt. Dichter bij Sorrento komende
treden echter de olijven op den achtergrond om plaats te maken voor
een van de grootste aantrekkelijkheden dezer plaats-, de bijna onbegrensde
tuinen van oranjes en citroenen. Onze weg leidt geheel tus-
schën dikke, hooge, gele muren; maar boven allé muren uit ver-
toonen zich de donkergroene bladeren en daartusschen de vruchten in
alle tinten van donkergroen tot vlammend oranje; prachtig komen
zij in den zonneschijn uit tegen den diepblauwen hemel en men begrijpt
hier eerst goed , hoe men in Italië den aureool om de hoofden
der heiligen schilderen kon. Elke rijpe vrucht is als een lichtende
bol tegen het onovertroffen groen van de bladen. De citroënboom is
een veel minder fraaie plant; de vruchten zijn bleekgeel, maar worden
dikwijls nog groen geplukt, en hooit zeer talrijk, het gebladerte is
minder dicht en bijna lichtgroen en nooit hebben de boomen den
eigenaardigen vorm der oranjeboomen, wier takken zich alle in strenge
bochten naar boven krommen. Beide planten zijn nog in bloei; bladen,
bloemen en vruchten verspreiden gelijkelijk een heerlijken geur ; men
zou zich in een sprookje uit de »Duizend en één Nacht” verplaatst
kunnen wanen. Aan eenzelfden boom kan men behalve bloemen,
njpe en rijpende vruchten, ook nog vruchten van het vorige jaar
vinden. Men brengt namelijk hier het eenvoudigste middel in toepassing
om vruchten te bewaren; men laat ze eenvoudig aan den boom hangen ,
zij worden dan natuurlijk niet grooter, maar wel zeer zoet en moeten
in den volgenden zomer nog zeer aangenaam van smaak zijn; in den
herfst zijn zij echter droog en bestaan zij uit bijna niets anders dan
uit de schil en de vliezen der tusschenschotten.
In Sorrento zag ik ook voor het eerst de hier zoowel wilde als gekweekte
aardbezieboom, geen Fragaria, die den heestervorm aanneemt,
maar een Ericacee (Arbutus Unedo met vruchten, die in vorm en kleur
met de aardbezie overeenkomen. Ook deze plant, bloeit en draagt
vrucht te gelijk en zjj levert met de glanziggroene, leerachtige blaadjes
dis planten van italië. 177
tallooze witte bloemen en groene, witte en alle schakeeringen van
rood vertoonende vruchten een fraai gezicht op. Over de randen van
muren en hekken mengen zich verder nog donkerbloeiende maandrozen
in volle zomerpracht door de takken der oranjes met tal van andere
planten, te veel om op te noemen.
Zij wij de stad doorgewandeld, waar wij de fraaie »intarsia”-arbeid
(inlegwerk) bewonderd hebben , dan vormt de weg naar Massa Lubreuse
een vervolg op den reeds afgelegden van Castellamare paar Sorrento. Hij
stijgt bijna voortdurend , en het uitzicht is daarom dikwijls nog schooner.
Olijven en oranjes, rozen en citroenen verdwijnen nu met de men-
sehelijke woningen en onze weg voert door een wild boseh tegen de
steile rotswanden boven en beneden ons. Aan den kant van den weg
groeien myrten met witte bloemen en zwarte, zeldzamer witte vruchten
en laurieren. We gaan een brug over een waterval over, die geheel
gevat is in een lijst van de prachtigste bladen van Acanthus mollis ,
waardig, zooals zij daar zijn , de zuilen van Grieksche tempels te kroonen ,
en verder overal versierd met varens, braambeziën en de vreemde
bloemen en bladen van een anderen aronskelk (Arum Arisarum). De
ongeveer drie centimeter lange bloeischeede is lichtgroen met donker-
purpere overlangsche aderen, bijna cylindrisch maar aan de eene zijde
langer dan aan de andere en over de opening, waarin zich de bloei-
kolf bevindt, heengeslagen. De plant z it, evenals bij de overige Arum-
soorten met een kleinen horizontalen knol in den grond en heeft kleine
pijl-hartvormige bladen. Zij komt hier zooals op vele andere plaatsen
te samen met de veel kolossaler Arum italicum voor. Wij zien hiervan
thans slechts de groote bundels pijlvormige bladen, die echter ook het
hunne bijdragen om de schoonheid van de omlijsting van het watervlak
te verhoogen.
Tusschen het kreupelhout langs den weg vinden wij nog tal van
andere belangwekkende planten en wel in de eerste plaats de stekelige
Smilax (S. aspera) met kleine hartvormige blaadjes, waaraan op de
plaats der steunblaadjes ranken zitten , waarmede het plantje naar boven
klimt, en de allersierlijkste Italiaansche Asparagus. Maar de laatste op
alle bereikbare plaatsen slechts zeldzaam ; de meer dan één meter lancre ,
sterk vertakte stengels, die alle in stekels eindigen, worden door de
vreemdelingen medegenomen en in gezelschap van een krans Carlina
acaulis of Edelweiss uit de Alpen om den spiegel gehangen of boven
een deur gespijkerd. Zij blijven , als de genoemde alpenplanten , bij drogen