
VERANDERLIJKHEID DER KWIKTHERMOMETERS.
Bekend is het, dat kwikthermometers tweeërlei verandering ondergaan.
Vooreerst verplaatst zich het vriespunt en daarmede de geheele
schaal langzaam naar boven, en ten tweedè ondergaan de aanwijzingen
na sterke verwarming tijdelijk eene verlaging. Een groot bedrag der
tijdelijke verlaging gaat gepaard met een groot bedrag van de allengs
ontstaande verhooging. Is de verlaging gering, voor eeu verwarming tot
100° C. minder dan 0,1° C., dan is men verzekerd van eene voor praetische
doeleinden voldoende vastheid der aanwijzingen van den thermometer.
Nu hangt de grootte der verlaging af van de scheikundige samenstelling
van het glas. Thermometers uit licht smeltbaar kali-natronglas
geven aanzienlijke verlagingen, terwijl zuiver kali- of zuiver natronglas
eene gunstiger verhouding aanwijst. Het jena’sche normaalthermometer-
glas nu is samengesteld uit bestanddeelen, die een voldoenden waarborg
voor de onveranderlijkheid der Thermometer-aanwijzingen aanbieden.'
Daardoor is het zeer geschikt voor fijnere thermometers voor
wetenschappelijk doel en voor thermometers-voor geneeskundig gebruik.
Hoe weinig vóór de invoering van het jena’sche glas de vastheid
der thermometer-aanwijzingen verzekerd was, blijkt uit de mede-
deeling van de duitsche commissie, die met het ijken der thermometers
belast is. Bij verwarming tot 100° _C. vond men van 1874 tot 1876
bij 11 thermometers eene gemiddelde verlaging van 0,82° C.; van
1877 tot 1879 bij 35 eene van 0,32° 0.; van 1880 tot 1882 bij
35 thermometers eene van 0,40° O.; in 1883 bij 40 thermometers
eene van 0,61° C.; in 1884 bij 24 eene van 0,59°~C. Men ziet dat
de verlagingen belangrijk zijn toegenomen , wat slechts door een achteruitgang
van de hoedanigheid van het glas kan verklaard worden.
Daarentegen is in 1886, nadat de aanwending van het jena’sche
glas voor de vervaardiging van thermometers- ingang had gevonden,
bij 37 thermometers uit dit glas gemaakt, eene gemiddelde verlaging
van slechts 0,06° C. waargenomen.
De aanwending van het jena’sche glas voor geneeskundige thermometers
heeft ondertusschen reeds eene groote uitbreiding erlangd. Sinds
November 1885 tot einde Januari 1887 zijn 920 thermometers, allen
van dit glas gemaakt, door de bovenvermelde commissie geijkt en
8200 maximumthermometers, waarvan 2/ 3 uit het genoemde glas bestond
, beproefd.
MERKWAARDIG ONGELUK INEEN SPOORWEGTUNNEL.
Men is thans bezig met het doen van herstellingen aan de tunnel
voor enkel spoor van Perhasie (Pensylvanie), welke eene lengte van
nagenoeg 800 M. heeft. Den 3^en November jl. werkte een vijftigtal
arbeiders nagenoeg in het midden van de tunnel, toen de wielen van
een locomotief van een goederentrein nabij die plaats op de spoorstaven
begonnen te glijden (patiner) en de trein bleef stilstaan. Nadat de
roosters op nieuw geladen waren, kon men vertrekken. Maar de trein
werkte toen als een zuiger en stuwde de verbrandingsgassen voor zich
u it, én deze-bereikten de werklieden, tengevolge waarvan veertig van
hen bewusteloos op den grond werden .geworpen. Een hunner werd
zelfs gevonden hangende aan een ladder met het hoofd naar beneden.
Een der werklieden, niet zoo hevig aangetast- als de anderen kon
naar de opening van de tunnel loopen, en een ballasttrein , die in
de buurt was, waarschuwen. De gekwetsten en bewusteloozen werden
op de platte wagens geladen en naar buiten gebracht, alwaar zij gelukkig
zonder ernstige gevolgen bij kwamen.
Dit vreemde voorval toont de noodzakelijkheid aan, om, wanneer
in een lange spoorwegtunnel herstellingen geschieden, voor luchtver-
versching zorg te dragen, want de oorzaken om te glijden zijn in
dergelijke gevallen niet zeldzaam.
The Genie Civil, 1 Jan. 1887.
MÊt