
den onderzoeker brandwonden bezorgde! En dan worden »de schoone
Cristallen” verder »seer groot en lieflijk van smaek” genoemd, »soet
van smaek op de tong, uitnemende veel heerlijker dan een sout van
lood.” En wij noemen 'zoowel ijzervitriool als loodzouten vergiftig!
Om nog enkele waarnemingen te noemen , die op minerale stoffen betrekking
hebben, vermelden wij, dat van het vergiftige rattenkruit wordt
gezegd, dat het alle levendige geesten der animalia doodt, waarom
men met dezen geest voorzichtig moet omgaan. Antimoon wordt als
smeltmiddel bij de behandeling van metalen herhaaldelijk genoemd en
van de verbindingen van deze grondstof vooral de zoogenaamde anti-
moonboter; eene bereiding hiervan uit antimoon en sublimaat (kwik-
chloride) wordt uitvoerig beschreven (o. a. De Goude Leeuw, bladz. 78).
Onder de onedele metalen trok het lood vooral de aandacht, misschien
wel omdat het door hetzelfde teeken werd voorgesteld als de
geheimzinnige Materie der Philosophen. Eene'bereiding van loodsuiker
uit lood en azijnzuur, door dun geslagen lood drie weken lang boven
azijn te laten hangen, in eene "bedekte plaats, »waar het zeer soete
warmte heeft, even gelijk een Hoen sijne Eieren broed”; herinnert ons
dezelfde werking bij de bereiding van loodwit op de Hollandsche wijze.
Hier' heeft de vorming van loodsuiker op dezelfde wijze plaats en
wordt ook het afgeschraapte lood zoolang boven den azijn gehangen,
totdat het geheel in een »kalk” veranderd is. [De Roode Leeuw, bladz. 131;)
de Groene Leeuw, bladz. 93).
Naar eene verzekering, dat een geest van* lood buiten op het
lichaam goede diensten kan bewijzen en vooral bij beenwonden genezing
aanbrengt (Silveren Rivier, bladz. 115), zou men mogen beweren ,
dat het Goulardwater destijds reeds werd gebruikt.
Het kwik wordt niet minder dikwijls genoemd. Daarin werd b. v.
gewerkt met de hoop »het zaad der metalen” te krijgen. Hoe deerlijk
de proef soms de verwachting teleurstelde, mag het volgend verhaal
leeren. Goossen van v re e sw ijk en zijn vriend de cal hadden kwik
in een musketloop gedaan en deze aan de uiteinden dicht gesmeed.
Zij leggen den loop op een haard en blazen met lust lucht in het
vuur; het kwik drong door het ijzer en vertoonde zich als droppels
aan den buitenkant.” De loop was »als een ledig nest” en »met bedroefde
oogen” aanschouwden de vrienden het treurig geval. Doch
dikwijls bracht de bereiding van een verbinding uit kwik eene »heerlijke
Medicijn” aan het licht, wel niet voor de Metalen maar voor
de Mensehen. (b. v. de Groene Leeuw, bladz. 56, 57).
DE LEER DER ALCHYMISTEN. 433
Onder al de proeven, waaraan goud en zilver onderworpen werden,
treft ons het voorschrift, hoe uit gebrande beenderen, »die vroeger
eenige jaren in de lucht gelegen hebben, op het vlakke veld, m
regen en wind” capellen moeten worden gemaakt, die bij het afdrijven
der genoemde metalen kunnen worden gebruikt. Poreuze kroezen van
beenderenasch worden nog bij de scheiding van de edele en de onedele
metalen gebruikt om de oxyden der onedele metalen, die bij de verhitting
ontstaan, in de poreuze massa van den wand te doen opnemen.
Dat eene nauwkeurige beschrijving van mussiefgoud (eene verbinding
van tin en zwavel, wier kleur veel op die van goud gelijkt en
die het hóofdbestanddeel van gold-paint is) niet ontbreekt (de Goude
Leeuw, bladz. 73 en de Roode Leeuw, bladz. 107), kan ons niet verwonderen,
daar zelden uit een onedel metaal en zwavel eene stof
werd bereid,' wier kleur die van goud zoo nabij kwam. Het voorschrift,
hetwelk hier gegeven wordt, had in een leesboek van den
tegenwoordigen tijd kunnen staan; dat er tegelijk vermillioen ontstaat,
was niet onbekend.
Het waren echter niet alleen minerale stoffen, waaraan goossen
van v re e sw ijk zijne krachten ten beste gaf. Dat hij vruchteloos het
hout van een eik, die elk jaar vruchten gedragen had, droog destilleerde,
gedroogde bast van denzelfden boom op den verkregen hout-
geest liet trekken; nadat de roode ziel uit de basten getrokken was
het overblijvende van de bast verbrandde; de asch met water uittrok
en de aldus verkregen vloeistof met de »roode ziel van den bast”
vermengde, moge een denkbeeld geven van de omslachtige wijzen,
waarop in de bestanddeelen van den vruchtbaren boom de Materie der
Philosophen werd gezocht. Ook uit fossiele stoffen werden geesten en
olyen afgescheiden; eene »oly uit vette steenkolen, waarmede men
schier alle uitwendige quade Wonden genesen kan” is de teerohe
geweest, waarvan de bestanddeelen later als ontsmettende vloeistoffen
beroemd geworden zijn.
Yooral vloeistoffen, die »brandbare geesten” gaven, beloofden belangrijke
uitkomsten. Uit een groen aqna van koper met azijn (dus
uit eene oplossing van een koperacetaat of een azijnzuur zout van
koper) wordt bij sterke warmte een geest verkregen, die in brand
geraakte en den schrijver brandwonden bezorgde. Dadelijk heet het
nu: »dat in desen Asyn meerder is, dan men wel zou konnen ge-
looven” ; de eerste maal was de schrijver er geheel van verslagen
geweest.