
de voedingsprocessen zijn zoovele scheppingsdaden, de ademprocessen
zijn bronnen van vernietiging.
»De eerste dezer twee orden van verschijnselen is eenig en alleen
aan het levend wezen eigen; daarbuiten heeft zij niets overeenkomstigs.
Van daar het gerechtvaardigde der stelling: L a v i e , c'est la création.
»De verschijnselen der tweede soort daarentegen, verschijnselen van
vitale destructie, zijn van eene andere orde; zij hebben een physico-
chemisch karakter, zijn meestal het uitwerksel eener verbranding, een er
gisting, eener rotting, in één woord van eene werking, die vergeleken
kan worden met een groot aantal scheikundige verschijnselen van
ontleding en moleculaire splijting. Het zijn de echte verschijnselen van
den dood, wanneer zij.'op het georganiseerde wezen worden toegepast.
»En, wat zeer opmerkelijk is, wij zijn h i e r het .slachtoffer eener zeer
gewone illusie , daar wij, wanneer wij op de verschijnselen van het leven
willen wijzen, in werkelijkheid verschijnselen van dén dood aanduiden.
»Onze aandacht valt niet op de verschijnselen van het leven: De
organiseerende synthese openbaart zich in verschijnselen, die inwendig
in stilte verborgen blijven , zonder geraas de bouwstoffen verzamelende ,
die verbruikt zullen worden. Rechtstreeks zien wij die verschijnselen
van organisatie niet. Alleen de histoloog, de embryoloog, die de
ontwikkeling der levende cel of van het levend wezen v o lg t, bespiedt
veranderingen en phasen, die hem dien stillen arbeid openbaren:
hier eene opstapeling^ van materie, daar de vorming van een hulsel
of eene kern; elders eene deeling of eene .vermenigvuldiging.
»De verschijnselen van vernietiging daarentegen zijn juist d ie , welke
in het oog springen en waardoor wij ons laten leiden, wanneer wij
het leven kenschetsen. Hare teekenen zijn tastbaar en in t oog vallend:
wanneer er beweging wordt voortgebracht, wanneer eene spier
zich samentrekt, wanneer wil en gevoel zich openbaren, wanneer de
gedachte werkt, de klier functionneert, dan heeft er vernietiging
of liever desorganisatie plaats van de zelfstandigheid der spier r der
zenuwen, der hersenen, van het klierwéefsel. Zoodat elke openbaring
van een verschijnsel in het levend wezen noodzakelijk gebonden is
aan eene organische destructie, hetgeen zich onder den vorm eener
paradox laat uitdrukken in de stelling: la v ie , c ’est la m o rt.” a. 1
1 CLAUDE BERNARÖ;
Dev e n t e r , St. Sylvester 188é.
JEAN BAPTISTE BOUSSINGAULT.
DOOE
Prof. HUGO DE VRI E S .
De grondlegger van den wetenschappelijken landbouw, de schepper
der methoden, volgens welke zuiver wetenschappelijk onderzoek aan
de practische belapgen der landbouwers kan dienstbaar gemaakt worden ,
is voor enkele weken overleden. Gedurende ruim een.: halve eeuw
heeft hij, zoowel door zijn voorbeeld als door zijne lessen, eene wetenschap
gevestigd, die thans zoowel in Frankrijk als daarbuiten zich
in grooten en toenemenden bloei verheugt. Sedert hij te Bechelbronn
in den Elsas het eerste proefstation voor landbouw-onderzoek schiep,
is het nut daarvan algemeen erkend, en zijn er in vele landen, en
vooral in Duitschland, talrijke zulke inrichtingen gevestigd.
Boussingault’s beginsel was, door quantitatieve scheikundige analyse
de samenstelling zijner planten vóór en na elke proef nauwkeurig
vast te stellen. Slechts daardoor kon omtrent de veranderingen, die
de proef teweeg gebracht had, volledige zekerheid worden verkregen.
Op deze wijze onderzocht hij de verschillende levensprocessen, door
welke de landbouwplanten tot den bodem en de lucht in betrekking
staan, en' leerde hij wat zij uit beide in zich opnemen en verwerken.
Toen hij zijne proeven op dit gebied begon, heerschte er een levendige
strijd over de vraag, of de planten de vrije, ongebonden stikstof der
lucht assimileeren kunnen , dan w e l, voor haar stikstofhoudend voedsel,
beperkt zijHvtot de geringe hoeveelheden stikstofverbindingen, die in
den bodem en de mest voorhanden zijn. Wel had de saussuhe zich
beslist in genen zin uitgelaten, doch zijne proeven waren noch talrijk,