
afstand van vijf wersten (1 werst — ruim 1066 M.; dus de bedoelde
afstand was bijna één uur gaans) van de stad bevindt, valt er een
regen van oliehoudend zand op de huizen en de straten.” Merkwaardig,
dat de krachtige uitstrooming reeds op den 2 7 sten September begonnen
was en dat eerst op den 5 den Oktober een telegram werd verzonden. Er
blijkt u it, dat het niet de eerste maal was, dat de olie in zulk een
verrassende hoeveelheid opspoot, al overtrof het gevolg thans al hetgeen
vroeger verkregen was.
Uitvoeriger berichten deelde een in Bakoe uitgegeven nieuwsblad
mede. »Uit de stad gezien, gelijkt de fontein op eene reusachtige rookkolom
; aan den top maken wolken van oliehoudend zand zich daarvan
los om. over eenen aanzienlijken afstand voort te drijven, zonder dat
zij den grond naderen. Door de heerschende zuidelijke winden werd
de olie voortgedreven in de richting van Bailoff, dalen en heuvelen
werden met olie en zand bedekt en de huizen van Bailoff op eenen
afstand van anderhalven mijl werden er door met een aanslag bedekt.
Het was onmogelijk den stroom te stoppen. Het distrikt van Bybyibat
werd geheel door de olie overstroomd, holten werden er mede opgevuld
, een meer van olie werd gevormd en op den vijfden dag begon
de olie zich in zee uit te storten. Men schat de hoeveelheid , die iederen
dag uitstroomde, op 5000 a 6000 ton. Op den zesden dag begon de
wind aan te wakkeren en weldra vond de olie haar weg door de geheele
stad. Het plein tegenover het stadhuis te Bakoe werd er mede gedrenkt
en de huizen in de meest noordelijke buurten bleven zelfs niet
gespaard.” Op den achtsten dag was de stroom het sterkst; daarnaar
berekend zouden per dag 1 1 , 0 0 0 tonnen of 2 3/ 4 millioen gallons
(1 gallon = 3,785 L.) uit eene opening met eene middellijn van hoogstens
25 cM. uitgestróomd zijn. Om te verhinderen, dat de olie geheel
verloren ging, trachtte men den stroom uit de richting naar de
zee af te leiden naar oude bronnen. Na den tienden dag nam de
hevigheid van den vloed af en op den vijftienden dag waren de ingenieurs
er in geslaagd alle olie op te vangen; de dagelijbsche opbrengst
was thans ongeveer 250,000 gallons.
Uit deze ééne opening kwam binnen denzelfden tijd meer olie te
voorschijn dan uit alle andere oliebronnen op de aarde te samen.
Doch ook andere bronnen in den Kaukasus, hoewel minder verkwistend
dan de door gospodin tagiepf geboorde, beloonden de moeite en de kosten
ten volle. In het afgeloopen jaar werden te Bakoe meer dan 420,000,000
gallons .ruwe petroleum aan de markt gebracht. De prijs der ruwe
olie is fabelachtig goedkoop ; voor 1887 werden vele contrakten gesloten,
waarnaar voor de ruwe olie een farthing (nog niet l 1/* cent)
voor vier gallons zal worden betaald.
Een groot verschil tusschen deze ruwe olie en die in Noord-Amerika
is hierin gelegen , dat de russische petroleum veel minder lampolie geeft
dan de amerikaansche. Uit de laatste verkrijgt men ongeveer 70 a 75 pet.
lampolie en uit de eerste slechts ongeveer 30 pet. De overige 70 pet.
zijn echter volstrekt niet waardeloos; men rekent, dat gemiddeld 1 0 pet.
in het geheel verloren gaan en de nog overig blijvende 60 pet. (volgens
het russisch woord voor overblijfsels astatki genoemd) kunnen deels
als smeerolie, deels als brandstof uitstekende diensten bewijzen. In
zuidelijk Rusland is zulk eene vloeibare brandstof reeds algemeen in
gebruik geraakt. De stoombooten op den Wolga en op de Kaspische
zee, verscheidene honderden lokomotieven ën meer dan duizend vast
staande stoomwerktuigen Rebben de steenkolen afgeschaft. Te Bakoe
kost een ton ongeveer 20 cent. Als voordeelen van deze vloeibare
brandstof worden genoemd, dat men door eene kraan den toevoer tot
het vuur regelen kan , dat de vlam weinig walm geeft, en dat de
voorraad brandstof veel minder ruimte beslaat dan eene met haar gelijkstaande
hoeveelheid kolen. Yooral voor stoombooten verdient zij
dus aanbevolen te worden; voor de eigenlijke lading blijft meer ruimte
over, en behalve ruimte wint men ook tijd, daar men midden op eene
lange reis geen plaatsen behoeft aan te doen om kolen in te nemen.
De exploitatie der oliebronnen in den Kaukasus heeft het verkeer
op de Kaspische zee veel drukker gemaakt. Na 1878 heeft het russisch
kapitaal meer dan 1 2 millioen guldens gestoken in stoombooten, die
de Kaspische zee bevaren. In 1879 was daar één stoomboot te zien;
thans reizen ruim honderd booten af en aan om de olie van Bakoe
naar den mond van den Wolga te brengen. En naast deze stoomschepen
varen eene menigte van zeilschepen tusschen de genoemde beide plaatsen
heen en weder. Met de scheepslijst vóór zich verzekert de heer marvel ,
dat in den vorigen zomer verscheidene malen vijf en twintig vaartuigen
met olie bevracht op één dag den haven van Bakoe verlieten. Een anderen
weg volgen millioenen gallons olie, die per spoortrein naar Batoem aan
de Zwarte Zee werden gebracht. De olie werd in het begin in vaten
gedaan en daarin vervoerd. Later is hierin verandering gebracht, zoowel
in de stoombooten als op de spoortreinen. Men heeft de ruimte in het
vaartuig zelf ingericht tot bakken, waarin de olie wordt gedaan, en
over de spoorlijnen vervoert men geen waggons, die eene vracht vaten