
VRIENDSCHAP TUSSCHEN ZEKERE VOGELS
EN WESPEN.
Te Stuttgart is kort geleden een boek over Suriname (Surinam,
sein Land, seine Natur, Bevölkerung und seine Kulturverhältnisse mit Bezug
auf die Kolonisation) uitgegeven door a t j s u s t k a p p l e e , een Duitscher,
die meer dan 40 jaren in onderscheiden betrekkingen in Suriname
beeft doorgebracht. Ofschoon de schrijver leek is op het gebied der
natuurwetenschappen, bevat zijn boek, volgens den aankondiger er
van in Humboldt (Mai 1887, S. 205), dr. v o n b r e i t e n b a c h te Bonn,
ettelijke belangwekkende bijzonderheden omtrent dieren en planten.
Onder -änderen nam hij waar dat eene soort van troepiaal of buidel-
spreeuw (Cassicus) hare nesten steeds^ bouwt vlak bij die van zekére
wespensoorten (Polistes), en wél zoo nabij, dat de vogel bij het inen
uitvliegen langs de wespennesten heenstrijkt. Terwijl nu deze vogels
door de wespen niet lastig gevallen worden, lijden deze laatste weder-
keerig niet van de overigens insektenetende troepialen. Maar de wespen
vallen de vijanden dier vogels , wanneer zij de nesten van deze trachten
te naderen,, aan, en steken die onbarmhartig-dood. Uit het verhaal
der schrijvers blijkt niet welke wederkeerige diensten de wespen van
de vogels ontvangen. Het maakt overigens een zonderlingen indruk,
wanneer de aankondiger zijne mededeeling met deze woorden sluit:
»Im ganzen stellt sich das Buch als ein beachtungswerter Beitrag- zur
Kenntniss eines Theiles von Südasien dar, welcher bisher ziemlich
stark vernachlässigt was.” Yan een franschen geleerde zou zoo iets
verwacht kunnen worden, — maar van een duiïschen ? ’t Kan echter
een lapsus calami zijn. D. L.
DE
DOOR
MIDDEL YAN TRANSFORMATOREN.
DOOR
P. VAN C A P P E L L E .
Het elektrisch verlichten van steden is een vraagstuk, dat in den
laatsten tijd hoe langer hoe meer op den voorgrond treedt. Zoowel
de elektro-dynamo-machines als de boog- en gloeilampen hebben een
zoodanigen graad van
volmaaktheid verkregen
, dat er hoegenaamd
geene technische
bezwaren meer bestaan,
om het elektrisch licht
van een centraalpunt
uit aan de consumenten
te leveren; slechts
redenen van finanti-
eelen aard kunnen de
algemeene invoering
van het elektrisch licht
als stadverlichting nog
in den weg staan. Een groote vooruitgang op dit gebied is de uitvinding
der zoogenaamde transformatoren of secundaire generatoren,