vloeistof onder in de buis trachtte te verkrijgen. Toevallig staarden
wij op het oogenblik, waarop het kokende bad oprees, niet naar
beneden en richtte de wind het vocht naar den kant juist van ons
af. Mochten deze regels gelezen worden door iemand, die IJsland gaat
bezoeken, dan achten wij ons gelukkig hem tegen dit vrij ernstige
gevaar te mogen waarschuwen.
De eerste straal komt met eene onvergelijkelijke woede te voorschijn
en gaat van een verdoovend geloei vergezeld, terwijl de grond trilt
evenals dit in de nabijheid van den grooten geyser geschiedt. Dikwijls
is deze beweging op een afstancl van meer dan 100 M. merkbaar. De
meeste schrijvers verzekeren, dat het water te voorschijn komt een
kwartier, nadat het stuk turf er in geworpen is , maar daarin dwalen
zij; ten minste tegenwoordig is het anders. J. leclercq zag het water
den rand der opening bereiken, vijf en twintig minuten, nadat het
middel toegediend was. w. geo look wachtte een uur en zag zich
verplicht nog eenige stukken kiezel naar binnen te werpen. Toen de
koning van Denemarken in 1874 voor eene tweede maal de proef
wilde doen, moest hij heengaan , voordat aan zijn wensch was voldaan.
Zoo even werd vermeld, dat wij de draaiende beweging van het
water onder in den Strokr wilden bestudeer en | aan deze beweging en
aan het rhytmisch geluid, dat de nieuwe geyser van Henderson bij
het koken laat hooren, heeft deze geyser den ijslandschen naam van
eene karn te danken.
Wij hebben ons overtuigd, dat look goed had gezien. Na de uitbarsting,
waarvan hij getuige was, zag hij de oppervlakte van het
water tot over eene diepte van 7 è. 8 M. in het bekken dalen; zakt
het water zoo ver weg, hetgeen zelden gebeurt, dan worden twee
onderaardsche kanalen zichtbaar, die naast elkander van den kant van
den grooten geyser schijnen te komen. Uit de beide openingen kwam
onder eene sterke spanning eene hoeveelheid dampen, die door het
water borrelen en daaraan eene voortdurende draaiing mededeelen.
Met deze waarneming bekend trachtte ik mij er ook met mijn eigen
oogen van te overtuigen, maar het water weigerde om in mijne tegenwoordigheid
genoeg te dalen. Toen ik mij repte om, na de prachtige
uitbarsting van den grooten geyser, bij den Strokr te komen, waarin
het water dan sterk daalt, had ik alleen de gelegenheid om te zien,
dat dampen, die uit eene buis ontsnapten, door het water borrelden.
Ik kan als zeker mededeelen, dat de Strokr onmiddellijk zijn water
terugtrekt, wanneer de koning der heete bronnen werkt. En möet
men daaruit iets afleiden, dan is het voor mij aan geen twijfel onderhevig,
dat er tusschen de twee voornaamste geysers gemeenschap
bestaat. Op eene volgende reis hoop ik daarvan een nader bewijs te
verkrijgen.
Vijftig schreden van daar vindt men het meest wonderbare bekken,
dat men zich kan voorstellen: den Blesi, de kalmte na den storm,
eene koude schoonheid naast den opvliegenden toorn der zoo dikwijls
geprikkelde broeders. Stelt u voor twee heldere bronnen, die onder
den grond met elkander in gemeenschap zijn, door een dunnen kiezel-
achtigen wand van elkander gescheiden en met kobaltblauw water
gevuld zijn ; het water is zóó zuiver, dat het doorschijnender en sterker
gekleurd is dan het water uit het meer van Genève. Deze bekkens
boeien u bepaald door hunne heerlijke kleur, vooral wanneer de kleur ,
dien het water van zichzelf bezit, versterkt wordt door de weerkaatsing
van het azuurblauw des hemels. Gaarne zou men zich in het bad
dompelen, wanneer lichte dampen, die boven de bronnen in het rond
zweven u niet waarschuwden, dat het veel te warm is.
Nadat wij alle uitroepen van bewondering, die de fransche taal
kent, gebruikt hadden, zetten wij ons tot een kalmer onderzoek van
den Blesi. Nadat wij den rand van eene der beide openingen tot zeer
nabij waren genaderd en ons voorover hadden -gebogen om naar de
donkerblauwe diepte te kunnen zien, zagen wij dadelijk, dat de beide
waterbekkens niet door een muurtje van elkander waren gescheiden,
maar dat zij onder een boog, die zelf door het water wordt overspoeld ,
met: elkander in vrije gemeenschap stonden. Zij, die een muurtje
meenden te zien, vergisten zich juist, doordat het water zoo hoog staat.
Eene herinnering aan den Blesi konden wij medenemen in blaadjes van
het zilverkruid, dat aan de randen met een dun laagje kiezel wordt
bedekt; wegens hunne broosheid moeten zij echter zeer voorzichtig
worden behandeld.
De bron, die in belangrijkheid volgt op de twee genoemde, ligt
ten zuidwesten van den Strokr. Zij draagt den naam van den kleinen
geyser en schijnt, wat haar aan omvang ontbreekt, te willen vergoeden
door eene voortdurende opbrengst van eene ongelooflijk groote hoeveelheid
warm water; toch is zij gematigd in haren toorn en drijft
zij het water nooit hooger op dan 2 M. Men beweert, dat de kleine
geyser zijnen tegenwoordigen omvang verkreeg ten gevolge van de geweldige
aardbeving van 1789 en dat de bekende Strokr zich opende
op de puinhoopen van zijne verwoeste macht.
Volgens b u r t o n zou men nog eene bron moeten opzoeken, die rood
water oplevert; ik ben er heen gegaan en zag, dat het water de