
Geluidsignalen onder water. — Nadat reeds vroeger de heer vinot over hetzelfde
onderwerp ter zelfder plaats eene mededeeling had gedaan, heeft nu de heer
brillouin aan de Académie des Sciences te Parijs, in hare zitting van 27 Juni 11.
eene verhandeling ingeleverd over de onderlinge verbinding van twee van elkaar
verwijderde plaatsen met behulp van in water gedompelde klokken en telephonen.
Hij heeft dit onderwerp blijkbaar oplettend bestudeerd en ziet in het gébruik van
zulk een verbinding'niet slechts, zoo als vinot, een waarborg tegen aanvaringen op
zee, maar dat dit ook van groot belang is voor de onderlinge gemeenschap van twee
aan dezelfde rivier of hetzelfde kanaal gelegen plaatsen, waarvan de gene belegerd
wordt. lx.
Verandering der elektroden van retortenkool. — Men weet, dat de positieve
elektrode van deze stof bij de elektrolyse der zuren een aanmerkelijke verandering
ondergaat in textuur en kleur. Volgens eend mededeeling van debray aan de
Académie des Sciences, zitting van 4 Juli 11., wordt daarbij eene bepaalde verbinding
gevormd van de koolstof met zuurstof en water in de verhouding van 10 pet.
& 11 pet. der tweede en 7 k 8 pet. van het laatste. De zoo gevormde stof ontploft
bij verhitting. ~ _ ln.
Sterke samendrukking van vloeistoffen. — In de zitting van 11 Juli 11. derzelfde
Académie deelde amag-ot een feit mede, dat, als het zich bevestigt, een zeer
belangrijke bijdrage zal leveren tot de physica der molekulen. Koolchloride, zegt hij,
eene vloeistof, bij 19° C. aan een drukking van 1160 atmospheren blootgesteld,
wordt daardoor vast en kristalliseert. Bij de mededeeling waren een aantal photo-
graphieën gevoegd van de zoo verkregen kristallen. LN.
De specifieke warmte der gassen. —- Sedert de ontdekking der wetten betreffende
de soorlelijke warmte der vaste lichamen door dtjlong en petit, heeft men dikwijls
gepoogd die wetten ook uit te strekken tot de gassen. Maar rkgnai lt'h proeven hieromtrent
bewèzen d a t, bij matige temperaturen, er gelijkheid bestond, noch tusschen
de moleculaire, noch'tüsschen de atomistische warmte der gassen-,
De heeren le ohatelier en mallard nu maken proefnemingen bekend omtrent
de verbranding van gasmengsels, die tot hetzelfde besluit voeren in het geval de
temperaturen zeer hoog zijn. Volgens hen nadert de moleculaire warmte‘der verschillende
gassen en dampen vrij wel tot een gemeenschappelijke limiet, naarmate
de temperatuur het absolute nulpunt nadert. (Acad. des Sciences de Paris. Séance
du 27 Juin ’87). , v. d. v.
De elektrische weerstand van bismuth. — De bevinding, dat de elektrische weerstand
van bismuth in een krachtig magnetisch veld sterk toeneemt, leidde den
heer leduc tot de opmerking, dat het magnetisme in de structuur van het metaal
een wijziging moet veroorzaken, waarvan eene deviatie der lijnen van gelijke potentiaal
een der gevolgen fs.
Hij vermoedde, dat die verandering van structuur op de voortplanting der warmte
van gelijken invloed moet zijn als op die van de elektriciteit; en dat voorgevoel is
door de proeven geheel bewaarheid. Niet slechts verandert het geleidend vermogen
van bismuth voor de warmte met de sterkte van het magnetische veld, waarin dat
metaal is geplaatst, maar zij schijnt in dezelfde verhouding af te nemen als het geleidend
vermogen voor de elektriciteit.
De schrijver heeft daarenboven de afwijking van een warmte-stroom onder den
invloed van het magnetisme buiten twijfel gesteld. (Acad. des Sciences de Paris.
Séance du 27 Juin ’87). v. v. v.
SCHEIKUNDE.
Constante ontwikkeling van chloor en van zwavelwaterstof.pSI Clemens
winkler. beveelt het gebruik aan van een mengsel van chloorkalk en gips, waarmede
men in een Kipp’s-apparaat eene rustige ontwikkeling van chloor kan verkrijgen.
Beste chloorkalk wordt met een . vierde van het gewicht gebrande gips vermengd
en met zóóveel water aangemengd, dat het mengsel zich tusschen de vingers nog
niet gemakkelijk samenpakken laat. Het moet vervolgens in een ijzeren mortier gestampt
en door een stuk wasdoek of een plaat caoutchouc bedekt aan eenen sterken druk
blootgesteld worden. De droge koek wordt in dobbelsteenen gesneden en eindelijk
gedroogd bij eene temperatuur beneden 20°. Op deze stukjes laat men met een gelijk
volumen water verdund zoutzuur van 1,124 werken. De stroom kan naar willekeur
verkregen en weder gesloten worden. (Per. deutsch. chem. Ges. XX, 184).
Naar aanleiding van deze mededeeling stelt r . eresenilts het gebruik voor van
een mengsel van 4 dd. zwavelcalcium en 1 deel gebrand gips, dat met water tot.
eene dikke brij wordt aangemengd, in papieren vormen wordt overgebracht om
hard te worden en dat men ook in kleine stukjes bij eene matige warmte laat drogen.
Hij schrijft zoutzuur voor van dezelfde sterkte als WINKLER en verkrijgt naar willekeur
eenen geregelden stroom van zuivere zwavelwaterstof. (Zeitschr. anal. Chem.
XXVI 339). d . v. c.
\
Nieuwe bepaling van het atoomgewicht van fluoor. — Bij de verschillende
bepalingen van het atoomgewicht van fluoor werden gewoonlijk fluoriden (van Ca,
Na, K, P b , Ca) met zwavelzuur in sulphaten omgezet. Van berzelius is eene bepaling
bekend, waarbij zilverfluoride (bereid uit zilvercarbonaat en fluoorwaterstofzuur
en vervolgens gegloeid) door behandeling met ammoniumchloride in zilverchloride
werd omgezet. Dit onderzoek leidde tot een atoomgewicht 19,44; de andere bepalingen
gaven soms wel een getal grooter dan 19 en soms ook wel kleiner dan 19, maar
toch was de waarschijnlijkheid groot, dat 19 als atoomgewicht moet worden
beschouwd.
o. T. CHRISTENSEN bereidt zuiver mangani-ammoniumfluoride en maakt hieruit met
eene oplossing van kaliumjodide jodium v rij, dat met eene oplossing van natrium