
GEVULDE EN DUBBELE BLOEMEN
DOOR
R. E. D E H A A N .
Meeldraden en stampers-, de geslachtsorganen, vormen het essentiëele
der bloem. Beider vereenigde werking geeft aanleiding tot de rijping
van ontkiembaar zaad, het biologisch einddoel der bloem.
Gewoonlijk evenwel vallen deze organen weinig in ’toog, bieden
weinig aantrekkelijks aan voor den oppervlakkigen beschouwer, weshalve
de leek dan ook meer opmerkzaamheid schenkt aan de schoon gekleurde
blaadjes, welke de wetenschap definiëert als beschermende deelen der
bloem, doch die in den volksmond de bloem bij uitnemendheid heeten.
De kleur, vorm en grootte dier blaadjes, dus van de bloemkroon,
bepalen den rang, dien eenige plant op onze bloementafels of in
bloemenbedden inneemt.
Hoe grooter die gekleurde krans, alzoo hoe voller de bloem, met
des te meer liefde wordt déze ontvangen.
Geen wonder dat de kweeker er te , allen tijde op bedacht was__
onverminderd de zorg aan de kleur en a^ndere eigenschappen besteed_
de bloemkroon in grootte en volheid te doen stijgen.
Twee wegen staan hem hierbij open: 1°. tracht hij het aantal bloembladen
te vermeerderen, m. a. w. tot de vorming van dubbele bloemen
te geraken; 2°. poogt hij- de grootte der kroonbladen te verhoogen,
d. w. z. hij streeft naar de vorming van meer gevulde bloemen.
Wat dit laatste betreft, denken wij slechts aan onze grootbloemige
violen en begonia’s , aan den tuinsneeuwbal, de dahlia’s en gekweekte
korenbloemen. Immers, wat onze gewone dahlia’s zoo in ’t oog loopend
onderscheidt van de enkele stamsoort, — van welke eene variëteit op
nieuw als enkele bloem eene plaats in de tuinen begint mtenemen
bestaat daarin, dat de op de schijf geplaatste buisbloempjes eene
ongewone grootte hebben erlangd, zij zulks dan ook, gelijk straks zal
blijken , ten koste der ingesloten geslachtswerktuigen.
Dubbele (en gevulde) bloemen dagteekenen reeds van overouden tijd.
Chineezen en Japaneezen verstonden reeds vóór twintig eeuwen de
kunst sommige bloemen te noodzaken tot het vermeerderen harer
kroonblaadjes.
De Rosa centifolia vindt men in den Kaukasus wildbloeiend met
dubbele bloemen, een feit, waaruit men veilig kan afleiden, dat in
dit gedeelte van Azië reeds in zeer ouden tijd dubbele rozen zijn gekweekt.
Hoe hoog evenwel de dubbele bloemen ook mogen staan in de schatting
van leek en tuinier, de wetenschap trok voor diergelijke »monstruositeiten”
medelijdend de schouders op.
De botanicus noemde de handelwijze, die tot de vorming van dubbele
bloemen leidt, verkrachting der natuur; ja, zij was hem een ergernis,
eene bron des verdriets.
Hoe meer toch de uitwendige kenmerken, vooral die, ontleend aan
de bloem, de basis uitmaken van klassifikatie en rangschikking, met
destemeer ergernis werd het aanschouwd, dat de verdubbeling der
bloem dikwijls gelijken tred hield met het verdwijnen dier uitwendige
teekens.
Zoo verkrijgt b. v. Chrysanthemum parthenicum met gevulde bloemen
een hollen bloembodem , ’t eenig kriterium, waardoor men de geslachten
Matricaria en Chrysanthemum van elkander onderscheidt.
Verdient evenwel de handelwijze des tuiniers, die tot het in ’t leven
roepen van gevulde of dubbele bloemen leidt, onvoorwaardelijke afkeuring?
Hebben wij in deze metamorphose der bloem enkel een
onnatuurlijk proces te zien ?
Geenszins! de natuur zelf ging den mensch in dit proces voor.
De boschanemone (Anemone nemerosa), een der eerstelingen, die ons
verkondigen, dat de lente haar intreê heeft gedaan, prijkt gewoonlijk
met vijf witte of rozenroode kelkblaadjes — de bloemkroon zelf ontbreekt
bij deze anemone — ; dit aantal stijgt niet zelden van zes tot
twaalf, zoodat de verdubbeling in dit geval geenszins als eene misvorming,
maar als een natuurlijk, organisch proces is te beschouwen.
Daarneven vindt men exemplaren met bijzonder groote, ongewoon