
84 0NDERGR0ND8CHE ELEKTRISCHE GELEIDINGEN VOOR NEW-YORK.
andere woorden, er wordt eene wijde buis onder den grond gelegd,
en de buis op. vele plaatsen van geschikte mangaten voorzien ; de draden
worden daarin gelegd en waar dit noodig is gesplitst.
Ijzeren buizen worden afgekeurd, omdat ze roesten en verteren en
daarenboven geleiders zijn, indien een draad toevallig gebroken is.
Een buis, te zamen gesteld uit asphalt en grint, wordt aanbevolen;
ten eerste, omdat zij'veel goedkooper is dan ijzer en gemakkelijk naar
de verschillende bochten kan gevormd worden; en ten tweede, omdat
die stof geen geleider is der elektriciteit, onder den grond
niet verteert en waterdicht kan worden gemaakt. De commissie
heeft voor het vervaardigen van die buizen de volgende eischen gesteld.
De bouwstof moet zijn een beton van asphalt, en dit moet aan
de volgende proeven voldoen. Het moet wederstand kunnen bieden
aan een drukking van 4000 pond en aan een uitrekking van 300 pond
per vierk. eng. duim. Het moet niet scheuren bij eene. temperatuur
van 10° F.; niet van gedaante veranderen bij een temperatuur van
200°; niet week worden onder de 160°, Het moet niet kunnen aangetast
worden door organische zuren of door lichtgas. Het moet niet
ontbonden kunnen worden door zout water ; het asphalt moet beproefd
worden bij lagere temperatuur, en mag niet hooger verwarmd worden
dan tot 325°. Het zand moet zuiver kiezelzand zijn en de poreusheid
met zorg beproefd worden, opdat de goede zamenhang van de geheele
massa verzekerd zij; het asphalt moet in de beton niet in groote hoeveelheid
aanwezig zijn. Maar deze bepalingen verhinderen niet eenige andere
bouwstof te nemen , wanneer de eigenaardige eischen van meer bijzondere
elektrische werken of lokaliteiten, dit naar het gevoelen der commissie
raadzaam doen zijn. In het algemeen zal het moeten zijn eene geleiding
met geschikte mangaten, in en uit welke de kabels of de geïsoleerde
draden gemakkelijk gelegd en verwijderd kunnen worden. Deze bepalingen
zullen dus ook niet verhinderen het leggen van draden op
andere wijze, waar dit door de commissie om bijzondere redenen wen-
schelijk wordt geacht.
Scientific American.
GESCHIEDENIS VAN HET ELEKTRISCH LICHT.
DOOR
P. V A N C A P P E L L E .
Onze negentiende eeuw, die men zoo gaarne als de bij uitstek verlichte
bestempelt , verdient dezen eerenaam niet alleen in overdrach-
telijken, doch ook in letterlijken zin. Terwijl onze voorouders, wanneer
de zon achter den horizont was verdwenen en hen van hare licht- en
warmte-aanbrengende stralen beroofde, zich met een druipende vetkaars
of een walmend olielampje moesten behelpen, kunnen wij kinderen
der 19ie eeuw, wanneer de nacht hare vleugelen over het
aardrijk heeft uitgespreid, ons baden in een zee van licht, uitgestraald
door honderden gasvlammen of door alle lichtbronnen overtrelfende elektrische
lampen. Tusschen beide tijdstippen- ligt een reeks van ontdekkingen
en uitvindingen, allen getuigende van den ónvermoeiden geest
des menschen, die, niet tevreden met het bestaande, steeds naar
meerdere “volmaking streeft.
Niet in een s is men tot de schoone resultaten gekomen , waarvan
wij tegenwoordig de vruchten plukken. Heel wat jaren moesten er
verkopen, voordat de vonk, die davy tusschen twee koolspitsen waarnam
, als vertegenwoordiger der zon.kon optreden. De trapsgewijze
ontwikkeling van het elektrisch licht na te gaan is het doel van dit opstel.
Zooals wij zeiden, was sir humphry davy de ontdekker van het
elektrisch licht. Hij merkte in het jaar 1802 op, dat, wanneer men
door twee koolstaafj'es een sterken elektriscken stroom laat gaan en
men vervolgens deze koolstaafjes een weinig van elkander verwijdert,