
VERSCHEIDENHEDEN.
De aardbeving in Frankrijk en de telefoon. — Door den heer J. l . soeet
werd aan de Fransche academie een schrijven gericht, dat betrekking had op de
aardbeving van den 23^™ Februari l.i. en waartoe hem de gegevens waren verstrekt
door den directeur van het centraalbureau der telefoonmaatschappij te Cannes.
Zooals men weet bevindt zich in elk zoodanig bureau het bord der abonnés,
waarop hunne nommers zijn vermeld. Elk nommer wordt bedekt door een klepje,
dat neêrvalt als de abonné met iemand in verbinding wil worden gebracht, dat wil
zeggen dus, zoodra hij door zijn draad een stroom laat gaan. Toen nu op den
morgen van den 23sten Februari, om acht uur, de beambten op het bureau kwamen,
zagen zij dat de klepjes van alle abonnés waren neêrgevallen, Daarentegen waren
die, welke nommers bedekten waarmede nog geen draden in verband stonden en
die dienen moesten als het aantal abonnés toenam, allen op hunne plaats gebleven;
toch waren zij even gemakkelijk beweegbaar als die welke dienst deden.
Dit feit maakt het dus hoogst waarschijnlijk, dat elektrische stroomen den schok vergezelden,
die dien morgen om 5 uur 40 min. te Cannés was gevoeld. (Acad. des
Sciences de Paris. Séance du 25 avril). v- D- v -
De laatste aardbeving en de storingen van het aardmagnetisme. — Met
betrekking tot dit verband , hetwelk in de beide vorige zittingen der Parijscbe Académie,
op het initiatief van den heer mascabt, het onderwerp van belangrijke discussiën
was en op deze wijze door dat geleerde lichaam als het ware aan de orde is gesteld
bij de meteorologen, ontving het, in zijne zitting van den Maart, belangrijke
mededeeiingen.
De heer pouqité toch deelde mede , dat op den 23s*en Februari de magnetische instrumenten
te Lissabon 44 te 5 uur 51 min. M. T. van Parijs ■ en te Willemshaven
te 5 uur 52 min. — lichte storingen hebben aangewezen. En dan wel bepaaldelijk
storingen van magnetischen aard, niet dezulke welke door de mechanische werking
van de daarheen voorlgeplante schokken kunnen veroorzaakt zijn. Voor zulke invloeden
zijn die instrumenten bizonder ongevoelig; zooals blijkt uit waarnemingen1,:*onlangs
te Montsouris gedaan, volgens welke de trillingen van den grond, dpor de ceintuurbaan
en den spoorweg naar Sceaux veroorzaakt, niettegenstaande hare hevigheid
geen storing van dezen aard veroorzaken. Waaruit dan echter nog niet volgt, dat
aardbevingen gevolgen van elektrische stroomen zijn, wel dat onder hare uitwerking
ook zulke stroomen behooren. Verder deelde de heer soeet mede, dat het juiste
oogenblik, waarop te Génève zich het natuurverschijnsel heeft voorgedaan, daardoor
bekend is, dat te 5 uur 42 min. 57 sec. de sterrekundige uurwerken aldaar plotseling
zijn blijven stilstaan. v. d. .
e n m a
WETENSCHAPPELIJK B IJ BLAD.
NATUURKUNDE.
Vermeerdering van den geleidingsweerstand in isoleerstandaarden van eboniet.
— Prof. ayeton (Revue Scientifique XL p. 64) raadt tot dit doel aan die
standaarden —■ als ze, zoo als meestal, rond zijn, geschiedt dit gemakkelijk op de
draaibank — met rondom loopende groeven te voorzien, ze, zoo als men het ook
zou kunnen uitdrukken, geribt te maken. Men maakt zoo den weg, dien de E.
moet volgen om van het eene eind des isolators naar het andere te komen, veel
langer en het reinigen wordt gemakkelijker. ln.
Water in den spheroïdalen toestand. — Door den heer gossabt worden de
volgende resultaten medegedeeld van zijne onderzoekingen betreffende de verschijnselen
die water in den spheroïdalen toestand bij drukkingen van 760 tot 0.5 mM. aanbiedt.
1° Beneden 33° C. is de temperatuur hooger dan de temperatuur van het kookpunt,
dat voor de spanning der omgeving geldt;
2° Van 337 tot 50° is hel verschil van die beide temperaturen zeker niet grooter
dan 0°,5; soms zelfs is het positief, soms negatief;
3° Van 50° tot 90° — de hoogste temperatuur waarbij is waargenomen — ligt
de temperatuur van den droppel bepaaldelijk beneden bet kookpunt, dat voor dezelfde
drukking geldt;
Terwijl in het sub 1° genoemde geval de versehillen, van 0° tot 30° voortgaande,
regelmatig afnemen, vertoonen zij, ofschoon steeds met hetzelfde teeken
aangedaan^ boven 50° niet zulk een regelmatigen gang. (Acad. des Sciences de
Paris, Séance du 9 maij. , v. d. v.
Over het verband tusschen den aard der metalen en hunne potentiaal. —
Als twee metalen bollen, die tot verschillende potentiaal geladen zijn, met elkander
in aanraking worden gebracht, dan wordt van elk in ’t bizonder de potentiaal
standvastig, maar niet voor beiden gelijk. Het verschil hangt zoowel af van den
aard der metalen als van hunne temperatuur. Evenzoo is het waar, dat, indien de
eene bol wordt geladen door dien met den anderen in aanraking te brengen, er in
de nabijheid van het aanrakingspunt warmte wordt ontwikkeld en dat de hoeveel-
10