
die het eene uitstekende gelegenheid vond het geld uit de zakken der
aandeelhouders te kloppen en in zijn eigen geldlade te doen vloeien.
In den laatsten tijd maakt het elektrisch licht echter, dank zij zijne
groote voordeelen boven andere lichtbronnen, steeds grootere vorderingen
; vele steden hebben reeds tot het inrichten van centraal-
stations, van waar men den elektrischen stroom in de huizen kan leiden,
besloten, of hebben dit plan reeds ten uitvoer gebracht. New-York is
in deze vooraan gegaan. Reeds op den 6den September 1882 werd het
eerste centraalstation in Pearlstreet in gebruik gesteld, en het is later
door anderen gevolgd. Dat verschillende steden het voorbeeld volgen,
o. a. Berlijn, Milaan, Munchen, om niet te spreken van talrijke steden
in Amerika, is wel een bewijs, dat het elektrisch licht in allen deele
voldoet en men behoeft geen profetischen blik te hebben om te voorspellen
, dat het eenmaal algemeen zal worden toegepast. Toch zal het
niet in staat zijn het gas geheel te verdringen-, evenmin als deze laatste
lichtsoort de petroleum heeft verdrongen. Het zal veeleer met beide lichtsoorten
evenzoo gaan als met de vorsten uit het volgend sprookje:
Br was eens een koning, die over een machtig rijk regeerde. Hij
had een jongeren broeder, die in vele opzichten ver boven hem stond
en door zijn wijsheid en kunde alom beroemd was. Deze wilde zich
gaarne van den troon meester maken , daar hij in de eerste plaats
aan zijn eerzucht wilde voldoen en in de tweede plaats het volk door
een wijze regeering gelukkig wensehte te maken. Er ontstonden daardoor
in het land twee partijen; de eene wilde den tegenwoordigen
koning behouden, de andere daarentegen diens broeder als vorst huldigen.
Daar de beide broeders zagen, dat deze onderlinge tweespalt
voor het land, dat zij toch beide liefhadden, nadeelig werd, besloten
zij het te verdeelen en ieder over een stuk te regeeren; de onderdanen
zouden zoodoende kunnen kiezen onder welken vorst zij zich wilden
scharen. De gunstige uitwerking van dit wijze bèsluit liet niet lang
op zich wachten; beide helften werden zeer gelukkig en de vorsten
beijverden zich, door eene verstandige regeering en het invoeren van
verbeteringen en nieuwe uitvindingen in hun rijk, het vertrouwen
van hun volk te behouden.
Evenals deze beide broeders zullen het gas en het elektrisch licht het
rijk moeten verdeelen , beide zullen trachten zich steeds te verbeteren en
daardoor hun gebied te behouden en zoo mogelijk te vergrooten.
Nürnb e r g , Ang. ’86.
4L
DE WINT E RS LAAP .
DOOR
D r. H. B O S .
(Vervolg van blz. 80.)
Verreweg het grootste. aantal der roofdieren dénkt er niet aan,
zich des winters aan eenen droomerigen toestand over te geven, maar
is juist in dien tijd nog ijveriger in de weer, om overal, 'uit hoeken
en gaten; nog de eene of andere prooi op te duiken; wezels en hermelijnen
graven de muizen zelfs onder de sneeuw vandaan, otters
begeveri zich naar de open plekken in het ijs, om daar den ademscheppenden
visch te verschalken, wolven dwalen wijd en zijd rond
en verschijnen in streken , waar zij anders nooit worden aangetroffen.
Maar de zelfzuchtige, behagelijke , kniezerige das vindt het gemakkelijker
er een’ winterslaap op na te houden. Dit dier is verspreid
over geheel Europa, met uitzondering van Sardinië en de noordelijke
deelen van Scandinavië, en over het grootste gedeelte van Azië, behalve
de zuidelijkste streken en een deel van Siberië. In de meer
zuidelijk gelegene woonplaatsen blijft hij den geheelen winter door
wakker, en ook bij ons is zijne slaap niet zoo diep als die van vele
andere winterslapers. Hij brengt zijne rustperiode door in hetzelfde
hol, waarin hij zijne dagrust geniet. Want ook des daags ligt hij
één of twee meters, soms nog dieper, onder de aarde verscholen en
meent het volste recht te hebben dien tijd' in een dolce far niente
door te brengen, als hij gedurende een’ halven nacht moeite gedaan
heeft om zijn voedsel bijeen te zoeken. Zijn hol bestaat uit eene
ruimte, den zoogenaamden ketel, waarin eenige gangen uitmonden,
die acht tot tien meter lang kunnen zijn. De plaatsen, waar deze aan
de oppervlakte der aarde uitkomen, zijn dikwijls twintig tot dertig
passen van elkaar verwijderd. De stevige graafnagels maken den das
bij uitstek geschikt dit samenstel van loopgraven aan te leggen.