
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.
GEZONDHEIDSLEER.
Ptomaïne vorming door micro-organismen. — Dr. a. poehl te St. Petersburg
schrijft, dat in de darmen des menschen door de inwerking van microben op eiwitstoffen
oxydatie- en reductie-processen ontstaan en dat vooral de laatste aan ptomaïnen
het aanzijn geven. Hij bracht bacteriën door middei van een platinadraad in de voe-
dingsgelatine van koch, waaraan 0,05 pet. ijzerchloried en rood bloedloogzout was
toegevoegd, en na eenigen tijd werd bij eenigen (komma-bacillen, typhus-bacillen,
streptococcen, vele microben in de faeces, in de sputa, bij eenige in het Newa-
water en in de Peterburgsche waterleiding) het ontstaan van Berlijnsch blauw waargenomen
, terwijl Bacillus subtüis (boterzuurferment) en vele andere bacteriën, die
de gelatine vloeibaar maken, niet reduceeren. Hij bouwt op dien grond de meening,
dat de cholera-bacillen van koch zich daardoor van de bacillen van cholera nostras
van pinkeer en prior onderscheiden, dat de eerste meer behoefte aan zuurstof
hebben en daarom bij hunne sterke ontwikkeling in de darmen reductie-processen
Ie voorschijn roepen, waarbij giftige ptomaïnen ontstaan. Ter genezing der cholera
asiatica zou men dus aan de oxydatiemiddelen grootere aandacht moeten schenken,
en deze moesten in het spijskanaal, vooral in de dunne darmen, worden ingevoerd
(Rumboldt, Nov. 1886 S. 439). - D
Nieuw middel tegen den beet van dolle honden. — De heer eernandez, van
Barcelona, gelooft dit ontdekt te hebben in de inenting van addergift. De waarneming,
dat een aantal toevallig door adders gebeten honden niet dol zouden geworden zijn,
wanneer zij later door een.dollen hond 'gebeten werden, gaf hem aanleiding om daaromtrent
proeven te nemen. Hij entte eene kleine hoeveelheid addergift op honden
m; deze kregen koorts, werden neergedrukt en slaperig, doch waren na vier of vijf
dagen hersteld. Daarna entte hij ze in met bet speeksel van een anderen dollen hond
(waarom niet ook met bet bekende ruggemergspraeparaat?) of liet hen bijten door
een dollen hond. Deze proeven zijn nog in gang, en fernandez zal later den uitslag
inededeelen. (Revue Scientifique, 23 Oct. 1886 pag. 542)vl d. l.
WE T E N S C H A P P E L I JK B IJ BLAD.
STERREKUNDE.
Zonnevlekken|||| De heer ricco vestigt er de aandacht op, dat tot de verschillende
eigendomlijkheden van de tegenwoordige periode van zonnevlekken ook
deze behoort, dat tusschen Oclober en December 1.1. men een minimum heeft waargenomen,
zoo sterk als er geen bekend is.
Reeds in de maand October was het aantal vlekken gering: ongeveer ééne vlek
en eenige poriën per dag. Maar van den 31sten October tot den 9 1en December, dus
in veertig dagen, heeft men maar eens een kleine vlek waargenomen en slechts
negen poriën. Van den 18'!™ November tot den 7^en December, dus in twintig dagen,
heeft men slechts eenmaal ééne porie gezien en wel op den 2 6 ten November. Van
den 31st™ October tot den 7,lL‘n December, van den 18lleB tot den 25aten November en
van den 27slen November tot den 7den December, dat wil dus zeggen twee maal gedurende
e lf achtereenvolgende dagen en eens gedurende acht dagen was de
geheele zonneschijf volkomen vlekkeloos. (Acad. de Paris. Séance du 10 janvier 1887).
NATUURKUNDE.
Dichtheden van tot vloeistoffen gecondenseerd stikstofoxyduie, aethyleen
en koolzuur en van de verzadigde dampen dier vloeistoffen, bij verschillende
temperaturen. Cailletet en mathias geven (Journal de physique (2)V,p. 549)
een vrij uitvoerig opstel over dit onderwerp. Na een overzicht van hetgeen hunne
voorgangers dienaangaande hebben gedaan en gevonden, dat, hoe gedrongen ook,
toch -van belang is door de nauwkeurige aanwijzing der bronnen, geven zij verslag
van de wijzen waarop zij hunne eigene bepalingen daarvan hebben verkregen en van
die bepalingen zelf, om te eindigen met te beschrijven, hoe het hun mogelijk is
geweest uit die uitkomsten ook de verdampingswarmten van de genoemde vloeistoffen
te berekenen.
ïÉii ■ Ti i ii nu—É t