
OVER HET OVERBRENGEN VAN KRACHT
DOOR MIDDEL VAN DEN
ELECTRISCHEN STROOM
door
Dr. E. VAN D E R VEN. I
II
Van het overbrengen van mechanisch arbeidsvermogen door middel
van den electrischen stroom zijn in de laatste jaren vele gevallen
bekend geworden. Maar in de meeste dezer gevallen is öf de afstand
waarop die overbrenging plaats bad, klein,. öf de hoeveelheid, die
werd overgebracbt gering; terwijl wij daarenboven omtrent zeer weinige
beschikken kunnen over betrouwbare metingen van de waarden , die
omtrent de meer of min kostbare wijze der overbrenging het oordeel
moeten bepalen.
Inderdaad zijn wij, wat dit laatste betreft, geheel verwezen naar
den uitslag der proefnemingen van den franschen ingenieur, den
heer marcel deprez. Is dus aan de eene zijde bet beschikbaar materiaal
beperkt, daar staat tegenover dat de beer deprezmE naast
dr. FROEHLiCH, den wetenschappelijken adviseur der firma Siemens en
halske te Berlijn — de man kan genoemd worden, die, met eene
volharding, een zaak van dit gewicht waardig, de uitkomsten der theorie
gedurende een reeks van jaren aan die der praktijk heeft getoetst.
Waarbij dan nog komt dat wij, niet het minst ten gevolge van de inmenging
der Parijsche Academie, omtrent de voornaamste dezer proefnemingen
gegevens bezitten, die zeker den toets der onpartijdigheid
glansrijk kunnen doorstaan.
De eerste dezer proefnemingen kan echter slechts in zooverre van
belang worden geacht, dat zij de voorloopster was der beide anderen,
dat zij daartoe als bet ware den stoot gaf. Nauwkeurige metingen werden
daarbij weinig gedaan, deels doordien men zich daarop niet had voorbereid
op de wijze- die een ernstig, wetenschappelijk onderzoek eischt,
deels doordien het onklaar worden van een der machines tijdens de
proefnemingen het aantal eenigszins betrouwbare waarnemingen tot één
beperkte. Het kwam er toen dan ook voornamelijk slechts op aan om
aan te toonen , wat de theorie leerde , dat men langs een gewonen tele-
graafdaad op verren afstand een belangrijke hoeveelheid arbeidsvermogen
door den stroom kon overzenden, zonder dat daarbij de electrische
spanningsverschillen —- als ik hier deze uitdrukking mag gebruiken —
tot eene hoogte werden opgedreven, die het afvloeien der electriciteit
langs de palen tot een bron van al te groot verlies maakte. Neemt
men het woord in de goede beteekenis, dan droeg deze proefneming
min of meer de kenmerken eener reclame.
In het najaar van 1882 zou te Miinchen een electrische tentoonstelling
worden gehouden. Van hetgeen daar op het gebied der »overbrenging
van kracht’ ’ zou worden aan het licht gebracht, stelde de
Augsburgsche Zeitung in den zomer van dat jaar het volgende in het
vooruitzicht. »De fransche ingenieur marcel deprez, zoo algemeen
bekend door zijne onderzoekingen betreffende de verdeeling van en
het overbrengen van kracht door electriciteit, heeft verklaard dat hij
bereid is langs een gewonen telegraafdraad kracht over te brengen
van Augsburg naar Miinchen. De afstand dezer twee steden bedraagt
vierenzestig kilometers. Een landbouwwerktuig in het tentoonstellings-
paleis zal in beweging worden gebracht door een machine te Augsburg.
Deze proef, die aldus voor het eerst op praktische wijze zal worden
genomen, moet in de hoogste mate de algèmeene belangstelling wekken.”
Toch was op die tentoonstelling niet een landbouwwerktuig, van
Augsburg uit door electriciteit bewogen, de great attraction, maar een
2.5 meter hooge waterval, gevoed door een centrifugaalpomp, wier
motor te Miessbach stond en daar zelf door een stoommachine werd
bewogen. Daar Miessbach op een afstand van 57 kilometers of ruim
10 uren gaans van Miinchen ligt en van grondleiding geen gebruik
werd gemaakt, was de telegraafdraad, die een middellijn had van
4.5 millimeter, 114 kilometers lang. Dat men te Miinchen een centri